fbpx
deMens.nu

Open-minded in tijden van radicalisering

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg6 nr4

Fenomenen zoals jihadisme, terrorisme, radicale islam en Islamitische Staat (IS) zijn alomtegenwoordig in de media. Het zijn als het ware ‘ideale’ media-onderwerpen, door de horror van het buitensporige geweld, de onvoorspelbaarheid van de aanslagen, de snelheid waarmee personen zich bekeren, de terreur die bewust via nieuwe media wordt verspreid, de bedreiging van onze fundamentele normen en waarden, en de ‘vreemde’ origine van de islamitisch-politieke ideologie. IS pleegt via de media niet alleen een aanslag op de rust in onze samenleving, maar evenzeer op ons begrip en onze identiteit. Hoe kunnen we die vorm van gewelddadige islam begrijpen en hoe gaan we ermee om?

Olivier Faelens

Radicaliseringsproces

Om die vraag te beantwoorden, is het belangrijk om begrippen zoals radicalisme, extremisme en terrorisme te duiden. Hierin zit al een eerste moeilijkheid. Er bestaan immers veel verschillende definities, wat onder andere te maken heeft met de politieke gevoeligheid van de begrippen. Volgens het Belgische strafwetboek is terrorisme het opzettelijk proberen te schaden van een land of een internationale organisatie om hen tot bepaalde acties te dwingen, de basisstructuren ernstig te ontwrichten of de bevolking ervan ernstige vrees aan te jagen. Extremisme betreft opvattingen en praktijken die in strijd zijn met de beginselen van de democratische rechtsstaat. Radicalisme is dan weer een proces van beïnvloeding waardoor een individu of een groep mentaal bereid is om extremistische, gewelddadige of zelfs terroristische daden te plegen. Anders gezegd, geradicaliseerden breken in gedachten met de samenleving, terwijl extremisten er soms naar handelen en terroristen met hun handelingen de samenleving willen destabiliseren.

Islamitische radicalen breken, net zoals andere radicalen voor hen, met het idee van een liberale democratische rechtstaat. Hoe kan dat fenomeen verklaard worden?

Radicalisme is dus het beginstadium van een mogelijk gevaarlijk proces. Dan is de volgende vraag: hoe radicaliseer je? Uit de literatuur blijkt dat het alleszins een proces is dat betrekking heeft op de gehele mens. Dat wil zeggen dat het niet louter een mentaal proces is zoals in bovenstaande definitie, maar dat het evenzeer een sociaal, emotioneel en zingevend proces is. Je wordt dus niet louter overtuigd door geloofsargumenten, maar des te meer omdat je opkijkt naar diegene die jou probeert te overtuigen, en omdat de groep die je onthaalt erkenning biedt en je het gevoel geeft belangrijk te zijn. Je krijgt immers een rol op het grote toneel: je kan strijden voor die ene god, profeet, waarheid of gemeenschap tegen het verdorven en discriminerende Westen en alle andere afvalligen. Jij bent uitverkoren en het is jouw plicht om ernaar te handelen. Je heil en eer hangen ervan af. Je weet dat het waar is, want het staat in de heilige geschriften en samen met je broeders ervaar je ook die waarheid.

 

Vertrouwen en zingeving

Met andere woorden, als je bijvoorbeeld jongeren probeert te deradicaliseren met louter rationele of gematigde geloofsargumenten, dan ben je eraan voor de moeite. Met kennis over radicale islam weet je wat de voorgekauwde antwoorden zijn en hoe ze ook anders kunnen worden geïnterpreteerd. Met rationele argumenten kan je de irrationaliteit van de geradicaliseerde laten zien, maar die rationele argumenten van een ‘vijand’ zijn voor een geradicaliseerde niet meer dan een oorlogswapen. Je bent bij voorbaat een onderdeel van het systeem dat niet inziet hoe verdorven het is. Zonder vertrouwen en empathie komen woorden niet aan. Pas wanneer er vertrouwen heerst, kan je beginnen met ruimte te scheppen voor vragen, twijfel en kritisch denken. Daarenboven is het handig als er een sociaal netwerk is dat het deradicaliseringsproces ondersteunt, wat jammer genoeg niet altijd voorhanden is. En ten slotte is ook een alternatieve zingeving uiterst belangrijk. Als je moet kiezen tussen een strijdersrol in een groot verhaal of een werkzoekende rol in een klein verhaal, dan helpt het dat je bij die tweede keuze ook de zin ervan inziet.

 

Politiek-culturele invulling

Dat extremisten en terroristen eerst een proces van radicalisering ondergaan, betekent natuurlijk niet dat iedere radicaal terrorist wordt. Bovendien zijn er ook radicale ideeën of extremistische handelingen die weliswaar breken met een aantal fundamentele waarden, normen of beginselen in een samenleving, maar daarom op zich niet verkeerd zijn. Denk maar aan de radicalen van de verlichting, zoals Baron d’Holbach, Denis Diderot en Thomas Paine. Zij stelden dat de grondslagen van wetten en bestuur moeten worden gevormd op basis van rede en vrijheid in plaats van wat de machthebbers van het ancien régime en de Kerk beslisten. Of kijk naar het ontstaan van het socialisme, dat de proletariërs aller landen bewust wilde maken van de wijze waarop ze werden uitgebuit en hen opriep om voor zichzelf op te komen. Dat die ‘subversieve’ beweging destijds door de staatsveiligheid werd gevolgd, mag niet verbazen. Karl Marx, grondlegger van de arbeidersbeweging, werd bijvoorbeeld in 1848 België nog uitgezet, nadat hij in een krant de Parijse Februarirevolutie had geloofd.
Radicalen zijn dus maar radicaal vanuit een bepaald cultureel perspectief en voor ons betekent dat vanuit het perspectief van een liberale democratische rechtsstaat. Die politiek-culturele invulling zorgt ervoor dat andere samenlevingen, zoals bijvoorbeeld Pakistan, China, Turkije of Rusland, radicalisering heel anders invullen. Zo zullen felle verdedigers van vrije meningsuiting of mensenrechten er vaak – terecht – als een bedreiging voor de fundamentele structuren van het staatsbestel worden ervaren. Dat vrijzinnigheid en atheïsme in dezelfde categorie kunnen vallen, hoeft geen betoog. Er is natuurlijk wel een verschil tussen de staat en zijn burgers of de machthebbers en de samenleving. Een bedreiging van een autoritaire staatsstructuur kan zelfs een opportuniteit voor de samenleving vormen. Maar alleszins zijn er grote verschillen in wat een samenleving als radicalisme, extremisme of terrorisme zal beschouwen.

 

Spookbeeld

Islamitische radicalen breken dus, net zoals andere radicalen voor hen, met het idee van een liberale democratische rechtsstaat. Hoe kan de opkomst van dat fenomeen verklaard worden? Religieus geweld is van alle tijden. Onze gehele geschiedenis is zelfs doordrongen van oorlog en onderdrukking door staat en kerk. Maar sinds het ontstaan van de democratische rechtsstaat lijkt religieus gemotiveerd geweld in onze contreien toch eerder uitzonderlijk. Terrorisme en extremisme hebben sindsdien de vorm aangenomen van extreemlinks (bijvoorbeeld RAF – Rote Armee Fraktion en CCC – Cellules Communistes Combattantes), extreemrechts (zoals OAS – Organisation de l’Armée Secrète, gekant tegen de Algerijnse onafhankelijkheid) of separatisme (onder meer de Baskische Afscheidingsbeweging ETA en het Iers Republikeins Leger IRA). Maar sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten lijkt islamitisch geïnspireerde terreur het spook dat door het Westen waart. IS verliest meer en meer terrein in Irak en Syrië, maar in het Westen lijkt de strijd tegen jihadistisch terrorisme verre van gewonnen. Dat we dus met een ernstig probleem te kampen hebben, lijkt vanzelfsprekend, maar dat spookbeeld vergt toch enige nuance.
In 2016 werden er volgens Europol in West-Europa 142 terroristische aanslagen gepleegd, waarvan er slechts 13 jihadistisch geïnspireerd waren. Er werden veel meer aanslagen om extreemlinkse en separatistische motieven gepleegd. Wel zijn die jihadistisch geïnspireerde aanslagen verantwoordelijk voor de grote meerderheid aan slachtoffers, zijnde 135 doden. Ook het merendeel aan arrestaties en veroordelingen in het kader van terrorisme hebben met jihadisme te maken. De kans dat je in de westerse samenleving door een terroristische aanslag omkomt, is dus zeer klein. Je hebt bijvoorbeeld een veel grotere kans om te overlijden door een verkeersongeluk, een werkongeval, luchtpollutie en een hele hoop andere zaken.

 

Evenwicht

De economische schade van die aanslagen is echter enorm. Zo berekende de New York Times dat 9/11 naast de 55 miljard dollar fysieke schade en 123 miljard dollar economische schade ook een veelvoud aan uitgaven voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten met zich meebracht, evenals voor beveiliging en oorlogsvoering. Dat zijn uiteraard middelen die niet aan andere doeleinden, zoals onderwijs en wetenschap, gespendeerd worden. Terroristen willen de samenleving ontwrichten en de economie is daar een wezenlijk onderdeel van. De vraag naar de economische impact van de aanslagen is, naast het menselijke leed, dus wel degelijk van belang.

De kunst zit in het zoeken naar een evenwicht, wat in tijden van radicalisering niet gemakkelijk is, maar daarom niet onmogelijk

En dan hebben we het nog niet gehad over de schade aan ons gevoel van veiligheid, aan de tijd en de zorgen die we hieraan spenderen. We leven reeds in een zogenaamde angstcultuur, getuige daarvan de angststoornis als meest voorkomende stoornis in de psychiatrie. Terreur speelt daarop in en slaagt er wonderwel in. Het grote gevaar hierbij is dat we geneigd zijn onze nuance te verliezen en paradoxaal genoeg het zwart-witwereldbeeld van geradicaliseerden gaan weerspiegelen. Uitspraken zoals “Moslims zijn gewelddadig”, “Moslims staan eeuwen achter in hun ontwikkeling” of “Moslims willen zich niet aanpassen” zijn gevaarlijk en voeden de polarisatie. ‘Dé moslims’ worden met dit soort van uitspraken vaak op simplistische wijze als tweederangsburgers bestempeld. Het zorgt voor een verdere vervreemding van een bevolkingsgroep die zich op veel vlakken reeds in een kwetsbare positie bevindt. Ja, vrijheid van meningsuiting is belangrijk, maar kan het ook genuanceerd?
Vrijzinnig humanisten zijn sinds lang vurige voorvechters van de rechten en vrijheden van de mens. Die fundamentele rechten en vrijheden zijn er ook maar gekomen dankzij de strijd die ze geleverd hebben. Hoe moeten we nu reageren op de jihad tegen die rechten en vrijheden? Strijdbaar, open-minded en genuanceerd. De kunst zit in het zoeken naar een evenwicht, wat in tijden van radicalisering niet gemakkelijk is, maar daarom niet onmogelijk.