fbpx
deMens.nu

Individuele ontplooiing

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr1

Kurt Van Eeghem

De ‘Van Eeghems’ waren katholiek. Ik had een tante non en een nonkel pastoor. Papa, mama en mijn vier broertjes gingen op zondag naar de mis. Voor het slapengaan gaven papa en mama ons een kruisje op het voorhoofd. Een warm gebaar.

We waren niet fanatiek, veel minder dan de andere Van Eeghems. Papa en mama waren het ‘instituut’ een beetje beu. Geloven, ja, maar ook lachen met nonkel Aster, lid van de kerkfabriek, vooraan in de kerk met strenge blik. Ik herinner mij het woord ‘hypocrisie’ als er over die blik werd gepraat.

Ik was zeven en ontving, in een gabardine broekje, wit hemdje en zwart strikje, de eerste communie. Ik fezelde zinnetjes als ‘bovenal bemin één God’ en ‘vergeef ons onze zonden’. ‘Water in wijn veranderen’ vond ik een fijne truc. Ik was elf en zou het vormsel ontvangen, daarna zou ik een ‘grote jongen’ zijn. Omdat ik eerder, met mijn oudere broers, van de ‘kakschool’ in Zeebrugge naar de ‘grote school’ in Brugge was verhuisd, miste ik de catechese in mijn dorpje.

De catechese was een wekelijks uurtje katholieke opvoeding dat de elfjarigen ter voorbereiding van dat heuglijke vormsel moesten volgen. Mama vond dat niet nodig, het leven was al lastig genoeg met vijf koters in huis. De choreografie bij het gebeuren en de andere plechtige handelingen zou ik ook zo wel onder de knie krijgen. In de profane wereld zat ik op ballet, ik was goed in die dingen.

Het echte ritueel werd de aanschaf van mijn eerste kostuum. Aan al mijn wensen was voldaan. Nog altijd kijk ik vertederd naar het fotootje waarop ik fier als John Lennon een Beatlespakje draag. Ik blijf mama dankbaar dat ze het vestje, gesloten tot aan de hals, en de lederen schoenen met spitse neus voor me kocht. Ik werd gerespecteerd.

Er waren tantes en nonkels aan de feesttafel en ik kreeg een vulpen, een aktetas, boeken en een set kleurstiften (van tante non). Er was volop aandacht en dat was leuk. De loopjes in de kerk verliepen foutloos en de zinnetjes murmelde ik mee met de rest.

Tijdens het feestmaal – doorgestoken soepje, gevulde vidé, gebraad met groentekrans en biscuit met crème fraîche – vergat ik de plechtigheid. Ik had mijn geloof bevestigd en de kracht van de Heilige Geest ontvangen, maar had daar niets van gemerkt. Het ‘feestvarken zijn’ zat mij als gegoten, net als het Beatlespakje. Dat gedoe met zalven, gewaden en gezang was een geslaagd optreden.

Het was mijn overgang van kind naar jongen, waarna ik zelf mocht beslissen of ik de zondagse mis nog zou volgen of niet. Mijn oudere broers hadden het goede voorbeeld gegeven en als tante non op bezoek kwam, hield mama een uitvlucht voor ons klaar. Ik ging naar de grote school. Joepie.

Straks trekken duizenden jongens en meisjes naar het vormsel. Het is iets als Halloween of Kerstmis, een hoogdag voor de kleinhandel met cadeautjes, leuke kleding en biscuit met crème fraîche. Het feest is het ritueel.

Het lentefeest en het feest vrijzinnige jeugd maken de overgangen van kleuter naar kind, van kind naar jongen bevattelijk. Het gaat over individuele ontplooiing, over het traject naar de menswording in een wereld vol verscheidenheid. Dat had je niet in Zeebrugge, ik murmelde ontastbare zinnetjes. Een seculier feest is duidelijk en zinvol. Uiteraard ook met cadeautjes, leuke kleding en biscuit met crème fraîche.

Foto bovenaan © Isabelle Pateer

Kurt Van Eeghem is presentator, acteur en schrijver. Meer lezen?