fbpx
deMens.nu

Berichten van Ben

Een intense ontreddering

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr2

Ben

Omstreeks 11.30 uur staken de werkhuizen ’s middags hun activiteiten en omstreeks 12 uur wordt het middagmaal op de afdelingen rondgedeeld. Algemene misvatting: er is geen eetzaal zoals in Amerikaanse films of series. Het is aan de deur van je cel dat je het eten van de sectiediender, de ‘fatik’, ontvangt. Elke sectie heeft een kar met drie vakken waarin het eten au bain-marie warm wordt gehouden.

Vandaag was het loempia met rijst en zoetzure saus; op dinsdag is het steevast rijst. Op woensdag friet en vrijdag vis, op zaterdag pasta en zondag kroketten of friet. Het eten smaakt me doorgaans wel en van de Vlaamse gevangenissen waar ik reeds verbleef, is deze keuken zeker niet de kwaadste. Al ben ik ook geen moeilijke eter. Als ik honger heb, gaat het meeste er gemakkelijk in.

Het is weer zover: er vertrekt opnieuw een aanvraag naar Brussel met het verzoek me een uitgaansvergunning te verlenen. Een uiterst pijnlijke en zenuwslopende periode breekt aan; de voorbije zeven jaar is de aanvraag – ondanks een positieve advisering – steeds afgewezen door de DDB. Dat acroniem staat voor Directie Detentiebeheer en heette vroeger de DIG, wat voor Dienst Individuele Gevallen stond. Hoewel ik zo’n verzoek meerdere keren per jaar mag indienen, beperk ik me tot slechts eenmaal per jaar. Jaar na jaar ervaar ik intense ontreddering en frustratie wanneer het verzoek wederom wordt afgewezen. Het is stilaan een masochistische onderneming geworden. Om me te bewijzen, heb ik een uitgaansvergunning nodig; de kans (gunst) om me te bewijzen, wordt me niet gegund door de DDB.

Vooraleer de SURB, de strafuitvoeringsrechtbank, een strafuitvoeringsmodaliteit wenst toe te kennen, is het een vereiste dat ik eerst geruime tijd uitgaansvergunningen en verloven dien te genieten. Resultaat: mijn dossier is geblokkeerd. De eerste essentiële stap om een parcours te kunnen aanvatten richting een strafuitvoeringsmodaliteit (onder andere beperkte hechtenis, elektronisch toezicht of voorwaardelijke invrijheidstelling), kan/mag niet worden gezet. Dat hakt er op psychologisch en moreel vlak steeds dieper in.

Een dergelijke uitzichtloosheid is dermate demotiverend en misselijkmakend dat ze mijn drijfveer bijna geheel versmacht. De frictie door die geestelijke clusters heen teweeggebracht, maakt dat er zenuwen komen bloot te liggen waardoor mijn verdraagzaamheid en tal van andere deugden afzwakken en ondeugden aan kracht winnen. Dat is niet wenselijk, me dunkt. Door een mens bij voorbaat kansen te ontzeggen en hem zijn verantwoordelijkheid te ontnemen om zich te mogen/kunnen bewijzen of te struikelen in zijn betrachtingen daartoe, op die manier ontmenselijk je hem. Wat voor rechtvaardigheid promoot je dan? Hoe geloofwaardig blijft justitie?

Men creëert de illusie van het eenderdeprincipe en op officiële documenten wordt zelfs een dergelijke berekening van de strafmaat geprint om toelaatbaarheidsdatums van deze of gene gunst te bepalen. Elke gevangene kan via de griffie een moederfiche opvragen waarop het totaal aan straffen geacteerd staat en waarop de toelaatbaarheidsdatums vermeld staan om gunsten te bepalen, zoals het bekomen van UV, PV of VI – uitgaansvergunning, penitentiair verlof of voorwaardelijke invrijheidstelling.

“Als je goed gedrag vertoont en meewerkt met de psychosociale dienst die je, via gesprekken en waar nodig via gerichte psychologische onderzoeken, omtrent de feiten bevraagt, dan krijg je kansen”, krijg je als gevangene te horen. Echter, de datums zijn toelaatbaarheidsdatums en de gunsten zijn geen rechten, dat maakt je onderhevig aan willekeur daar waar men dit zou willen toepassen.

Foto bovenaan © Shutterstock.com

Ben is een gedetineerde in de penitentiaire instelling van Oudenaarde. Meer lezen?
Om privacyredenen is Ben een schuilnaam.