fbpx
deMens.nu

De dood en het dier

Mooi afscheid nemen

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr1. Lees hier meer artikels over ‘dieren’.

Asjuwelen, huisaltaartjes, een mooie grafsteen – ze zijn helemaal ingeburgerd in onze rouwcultuur. Niemand zegt: “Wat overdreven dat jij je kind nog dicht bij je wil” of “Hoe onnozel dat je het graf van je vader bezoekt.” Maar laat het nu eens de as van je paard zijn. Of het graf van je kat. Meteen onbegrijpende tot afkeurende blikken. Een dierenbegraafplaats? Een foto en haarplukje van je hond bij een kaarsje? Je méént het niet.

Anne-Flor Vanmeenen

Het gemis een beetje temperen

Pure willekeur is dat eigenlijk, of (gebrek aan) traditie, maar in elk geval geen logica. Slaat het ergens op om graven of asjuwelen van mensen te koesteren? Het is niet je kind dat je bij je draagt, maar de as. Het is niet je vader die daar rust, maar zijn beenderen. Het gaat om de betekenis, het gevoel, de symboliek. Er is een zeer gevleugelde uitspraak: “Rouw is liefde die haar adres is kwijtgeraakt.” Daar schuilt veel waarheid in. Plekken en voorwerpen kunnen die liefde opnieuw een vorm geven. Dat reduceert de onmacht en tempert het gemis. Toch een beetje.

Bij het verlies van een dier is dat eigenlijk niet anders. Is dat sentimentalisme? Vermenselijken van dieren? Misschien is het bovenal het structureren, verwerken en uiten van emoties? En ja, dat is historisch misschien nog niet zo lang een tendens. We zijn dieren inderdaad anders gaan benaderen. Zo gaat dat in een cultuur. Kinderen zijn bijvoorbeeld ook nog niet zo lang een degelijk graf waardig. Contexten veranderen, normen verschuiven. Kleine nota: in Egypte had je al kattenmummies en in de antieke havenstad Berenike werd recent een dierenbegraafplaats met honderden graven ontdekt. Zó nieuw is het verschijnsel dierenuitvaartzorg dus ook weer niet.

 

Draaglast, draagkracht en draagvlak

Het wenkbrauwenballet bij dat thema zegt misschien iets over een gebrekkig rouwinzicht. Er bestaat een eenvoudig model als ‘de rouwdriehoek’. Die heeft de punten draaglast, draagkracht en draagvlak. Draaglast gaat over de omstandigheden van het verlies. Op welk punt in je leven komt het voor? Net als je een heleboel andere zaken te verwerken hebt? En hoe is het gebeurd? Was het een rustig afscheid of een vermissing, een gewelddaad, een medische fout? Ook de betekenis speelt een rol. Wat betekende dit dier voor jou? Misschien je enige veilige hechting? Of je enige leven in huis? De enige die je nooit afwees? Misschien de kanarie van je overleden man? Dat soort factoren kan er perfect voor zorgen dat het verlies van een huisdier even zwaar aankomt als een menselijk overlijden. Wie weet soms zelfs zwaarder? Verhalen en contexten zijn zo persoonlijk, wie zijn wij om daarover te oordelen? Dat ruikt naar leedcompetitie. (lees verder onder de foto)

 

Beelden van Harry de explosievenhond, opgebaard na jaren trouwe dienst, vonden online veel weerklank en ontroerden tal van mensen: met zo’n hond ga je een band aan, je vertrouwt er zelfs je leven aan toe, mooi afscheid nemen kan belangrijk zijn om zo’n hoofdstuk af te sluiten © Elfde Bataljon Genie Burcht

 

Draagkracht is natuurlijk ook van belang. Hoe ga je om met emoties, hoe sterk sta je en hoe zorg je voor jezelf (voeding, slaap, ontspanning, enzovoort)? Als je jezelf bijvoorbeeld niet ‘toestaat’ om te rouwen om een dier, dan kan het heel goed zijn dat het moeilijker verloopt dan bij rouwen om een mens. Gewoon omdat je er niets mee kan. Idem voor draagvlak. Niet-erkende rouw kan complexer verlopen dan erkende. Komen daarbij nog eens de secundaire verliezen. Een ongeluk komt nooit alleen, een verlies meestal ook niet. Je verliest bijvoorbeeld niet alleen je hond, maar ook je motivatie om te gaan wandelen, je rustgevende waker, je aanknopingspunt om nieuwe mensen te ontmoeten, je maatje om tv mee te kijken. Eén verlies kan dus veel aspecten van je leven overhoop gooien.

Kortom, we hoeven elkaars rekening niet te maken. Helpt een autopsie je de puzzel te maken en rust te vinden na een akelig einde? Maakt die mini-urne je minder eenzaam? Helpt een opbaring om een hoofdstuk te kunnen afsluiten? Doe dat dan vooral. Overigens, je kan in je eigen tuin net zo goed een ‘waardige uitvaart’ realiseren, maar let op, daar zijn (gemeentelijke) bepalingen rond. Meer nog: ook in het kader van rouweducatie is dat een prima plan. Huisdieren zijn zelfs dood nog van waarde voor kinderen, ze kunnen rouwvaardigheden aanleren. Een niet te onderschatten rijkdom in het leven.

 

Op zoek naar uitingsvormen

Er zijn dus duidelijk zinnige redenen te geven waarom het uitvaren van dieren best wel wat zorg verdient. En toch steunen die vooral op onszelf, bovenstaand betoog is nogal instrumentalistisch. We doen het omdat het óns helpt, omdat het therapeutisch is. Is dat beschamend? Al té menselijk? Het lijkt erop dat zeer complexe dieren óók rouwgedrag vertonen, zelfs een soort van begraven. Eigenlijk niet onlogisch: zoogdieren zijn geprogrammeerd om banden aan te gaan. Het doet dus ook pijn als die banden verbroken worden. Pijn is lastig, daar moeten we iets mee. (lees verder onder de foto)

 

Antropologe Amanda Stronza verzoent zich met de fragiliteit van het leven en de brutaliteit van de natuur via haar foto’s: haar miniritueeltjes kaderen dieren als voelende, individuele wezens © instagram.com/amandastronza

 

Een andere argumentatielijn kan natuurlijk ook de waardigheid van het dier zelf zijn. Dieren onder elkaar zijnde, waarom zou het ene op straat mogen wegrotten en het andere een graf verdienen? Dat is uiteindelijk toch gewoon een cultureel bepaalde keuze. En cultuur kan je in vraag stellen. Toevallig ook iets waar kunst goed in is. Peter Franssen bijvoorbeeld maakt etsen van dode dieren die hij vindt. “Monumentjes voor wat eens leefde”, noemt hij het. Herman de Vries met zijn berg beenderen “in memoriam de koeien”. Of Amanda Stronza, naast antropologe en natuurbeschermer ook fotografe. De dode dieren op haar pad krijgen een soort uitvaartritueel via de lens. Allemaal manieren om emoties te kanaliseren, om vragen rond leven en dood of onze eigen positie in de wereld te onderzoeken.

Het tijdperk van “dan neem je toch gewoon een andere” lijken we hoe dan ook wel voorbij. Het leeft rond de dood van een dier. Daarom was dat thema recent een expositie waard in het Nederlandse uitvaartmuseum Tot Zover in Amsterdam. ‘De laatste aai’ bood een prikkelende staalkaart aan visies, getuigenissen en manieren om afscheid te nemen van dieren. Misschien vermenselijken we dieren als we ze een uitdrukkelijk afscheid gunnen. Maar het kan ook dat wij onszelf verdierlijken en alles op een steeds meer gelijk(waardig)e lijn zetten. Of dat wij, net zoals olifanten, takjes op lijken leggen, uitingsvormen voor bepaalde instinctieve noden zoeken.