Elk individu weerspiegelt zijn tijd
Column verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr2. Lees hier meer columns.
Tinneke Beeckman
Maken individuen de geschiedenis? Of creëren historische omstandigheden de macht van bijzondere individuen? Die discussie wordt al lang gevoerd – in zijn roman Oorlog en vrede uit 1869 wijdt Leo Tolstoj er een heel hoofdstuk aan.
De kwestie is extra actueel, nu er bijzondere verkiezingen plaatsvinden. De vraag is niet alleen welke kandidaat de verkiezingen wint, maar of de democratische rechtsstaat zelf overeind blijft, indien een extreme kandidaat het haalt. De kansen daarop zijn reëel, kijk maar naar Donald Trumps mogelijke herverkiezing in november 2024 als president van de Verenigde Staten.
In deze verkiezingsperiode benadrukken media vooral de rol van individuen. Ze hebben minder aandacht voor de langere, bredere evoluties door de tijd heen. Dat is logisch, ze brengen ‘het nieuwe’ en dat is vooral wat individuen elke dag zeggen en doen. Daarbij genereren kandidaten tegenwoordig extra aandacht, onder meer via sociale media. Trumps provocaties en leugens worden bijvoorbeeld uitvoerig besproken. Hij is een echte showman die vroeger een realityshow op tv had. Het mediaspektakel versterkt de indruk dat individuen bepalen hoe de toekomst eruitziet. Daarom moeten machtige individuen geanalyseerd worden: wat zijn hun temperament, achtergrond, motieven?
Die analyse is belangrijk. Toch weerspiegelt elk individu zijn tijd. Wat iemand vermag, hangt af van omstandigheden die hij niet zelf heeft gecreëerd. De bredere maatschappelijke en politieke evoluties zijn dan ook minstens zo belangrijk om de macht van individuen te begrijpen. Dat ruimere perspectief helpt ook om te weten wat er moet veranderen, opdat een democratische rechtsstaat niet langer op het spel staat.
Neem nu de zaak Trump. Met zijn autoritaire, gewelddadige, leugenachtige stijl lijkt hij fundamenteel van zijn meer klassiek-Republikeinse voorgangers te verschillen. Toch bouwt hij verder op een politieke retoriek die decennia voordien werd ingevoerd. Vanaf de jaren tachtig lanceerde president Ronald Reagan het idee dat Democraten niet het algemeen belang dienen, maar special interests, zoals de belangen van minderheidsgroepen en migranten. Langzaamaan werden Democratische politici niet meer als politieke tegenstanders omschreven, maar als vijanden van het Amerikaanse volk. Die wending wordt uitdrukkelijker in de jaren negentig, schrijft historicus Thomas Frank in What’s the Matter with Kansas? How Conservatives Won the Heart of America.
Met de financiële steun van grote bedrijven begon de Republikeinse partij een ideologische strijd. Die draaide niet meer rond economische verhoudingen, maar rond sociale en culturele verschillen. Voortaan moest de blue-collar worker – de arbeider – niet meer opboksen tegen ‘big business’, maar tegen arrogante ‘liberale elites’. Die elites zijn hogeropgeleid, antichristelijk en ze minachten de ‘gewone’ Amerikanen. Ze controleren het overheidsapparaat en de media, waarmee ze zichzelf en minderheden vooruithelpen. Zo bedreigen ze de vrijheid, de veiligheid en de waarden van het Amerikaanse volk, klinkt het. Trumps achterban krijgt dat polariserende verhaal al jaren te horen. De Democratische partij heeft moeite daarop een constructief antwoord te vinden.
De komende verkiezingen zijn heel belangrijk. Maar om de democratie te herstellen, is veel meer nodig dan een overwinning tussen individuen.
Tinneke Beeckman is filosofe en schrijfster. Meer lezen?