fbpx
deMens.nu

“Kunst kan wel degelijk de wereld redden”

Interview met Hans Claus

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr4. Lees hier meer artikels uit de reeks ‘Onderhuids’.

We zijn te gast in de Vlaamse Ardennen, in het pittoreske centrum van Nukerke. Daar prijken tal van lijvige beeldhouwwerken rond het huis van Hans Claus, gevangenisdirecteur en kunstenaar, bezieler van kleinschalige detentie en auteur van de Verklaring van 30 november: Krijtlijnen voor een leefbare wereld.

Dimitri De Smet

Onlangs nam je afscheid van je carrière als gevangenisdirecteur, na veertig jaar dienst als we ons niet vergissen?

Hans Claus © Isabelle Pateer

Hans Claus: Het was na achtendertig jaar, maar ik heb vaak te lang en te veel gewerkt, ook in weekends en op feestdagen, dan mag je van veertig jaar spreken. Het moet ook alsmaar langer en sneller, daar kom ik dan weer tegen op. Ik ben een vat vol tegenstrijdigheden. Met terugblikken ben ik zelden bezig. Recent vroeg het Humanistisch Verbond mij om een boek te schrijven. Om mij toch eens af te vragen: waarom ben ik in vredesnaam gevangenisdirecteur geworden? Want iedereen die mij kent, zegt: “Hier klopt iets niet. Je houdt je bezig met schilderen, staat op onafhankelijkheid, vrijheid van expressie en creativiteit, en dan ga je in dienst van alles wat het tegenovergestelde lijkt.”

 

Was zo’n perspectief niet juist nodig?

Claus: Uiteraard hoop je dat de samenleving daar baat bij zal hebben. Waarschijnlijk heeft men het toegelaten zonder echt te weten waaraan men begon. Ik moest mijn plek in dat instituut verdienen, hoewel het niet altijd met mijn ideeën strookte. Het was een uitdaging om mijn visie te integreren in een systeem dat vaak haaks leek te staan op wat ik nastreefde. Om een stem te krijgen, moest ik mijn geloofsbrieven bij de verschillende partners verzamelen. Het is me nog steeds niet helemaal duidelijk hoe ik daar moet naar kijken. Ik heb die wereld zelf opgezocht ondanks mijn weerzin: noch de inhoud noch het controlerende apparaat errond lag mij.

 

“Detentiehuizen zijn de belichaming van alle mooie emancipatorische denkbeelden in de praktijk”

 

Maar je hebt veel in beweging gebracht?

Claus: Dat is misschien te veel eer. De humane beweging bestond al toen ik achtendertig jaar geleden begon. Vandaag leven we in een andere tijd, destijds teerde de samenleving op de ontvoogding en emancipatiestrijd van de jaren zestig. Zulke bewegingen in een samenleving doen slechts langzaam hun intrede in de penitentiaire wereld. Begin jaren tachtig zaten wij voor het eerst samen met een groep gevangenisdirecteurs die geselecteerd waren om die emancipatorische beweging ook binnen het gevangeniswezen te realiseren.

Hoe ik daar uiteindelijk ben uitgekomen als degene die de zaken in beweging heeft gekregen? Mogelijk heeft dat te maken met de creativiteit die ik aan de dag heb gelegd, en waarvoor mijn collega’s wat terughoudender waren. Ik heb ook volgehouden, ben blijven hameren, maar bovenal heb ik een concreet idee op tafel gelegd. Detentiehuizen zijn in feite de belichaming van alle mooie emancipatorische denkbeelden in de praktijk. Het is een poëtisch idee dat het heeft gehaald. Kunst kan wel degelijk de wereld redden.

Detentiehuizen bieden een menselijker alternatief voor traditionele gevangenissen en richten zich op rehabilitatie en re-integratie. Omdat die poëtische opvatting zo met het bestaande beeld van de gevangenis botste, maar ook omdat de tijdgeest intussen opnieuw van het emancipatorische naar het controlerende was gekeerd, was de ophef totaal. De afgelopen dertig jaar bevond het gevangeniswezen zich constant in crisis. De roep naar iets anders was groot. Al die factoren vormden de voedingsbodem voor het succes van de nieuwe ideeën. Zonder ophef, zonder schurende aandacht geen verandering.

 

Waarom zijn detentiehuizen een goed alternatief?

Claus: Omdat je daar op een diepmenselijke manier met gedetineerden kan omgaan. Je kan er mee aan hun toekomst schrijven. Als je een mens aan een regime en reglementen onderwerpt, dan is die inderdaad onderworpen en wordt die niet aangespoord om verantwoordelijkheid te nemen. Alleen om zich te schikken en daar leer je niets van. Je verdwaast, verdooft en komt er amper aangepast weer uit. Een straf moet om de gestrafte draaien, niet om de gevangenis. In de realiteit gaat tachtig procent van alle energie in een strafinrichting naar het in stand houden van die gevangenis en haar regels. Mensen zijn daar voortdurend ondergeschikt aan. Ik durf stellen dat we dus tachtig procent naast de roos schieten. Met detentiehuizen zullen we er maar twintig procent naast zitten. (lees verder onder de foto)

 

 

Zo’n detentiehuis heeft een hoog ‘not in my backyard’-gehalte.

Claus: Door de sterkte van de tegenwind weet je dat je wel degelijk iets aan het veranderen bent. Moeilijk is het zeker, maar het verschil met tien jaar geleden is enorm. Nu omarmt bijna iedereen het idee van kleinschalige detentie. Zolang dat huis maar niet in hun straat komt en zolang het specifiek bedoeld is voor bepaalde doelgroepen voor wie ze het de moeite vinden.

“Toch niet voor zware criminelen”, hoor je dan. Maar men kent de materie niet goed. Ik heb jaren met die zogenoemde zware criminelen gewerkt. Wie zijn dat dan, wie bedoelt men eigenlijk ? Zijn dat mensen voor wie er lange straffen worden uitgesproken?

Zware feiten en lange straffen stroken evenwel niet noodzakelijk met grote schuld of gevaarlijkheid. Als je naar intermenselijke relaties kijkt, dan begrijp je dat iemand stevig door het lint kan gaan. Context is belangrijk. Bovendien heb je met mensen die een lange straf in de gevangenis uitzitten, vaak het minst last. Je kent de betrokkenen beter, ze zullen doorgaans makkelijker aan zo’n huis participeren. Het is tenslotte ook hun huis voor heel wat jaren.

Zogenoemde kleine criminelen, van wie iedereen zegt dat je die in een detentiehuis zou kunnen plaatsen, zorgen daarentegen soms voor grotere problemen. Dikwijls voelen die zich veel minder betrokken. Ze verblijven er slechts voor korte tijd, zijn vaak probleemjongeren die tegen het systeem willen ingaan, wat het lastiger maakt. Mensen hebben daar een verkeerd beeld van en daaraan kan ik me ergeren. Al die platitudes. Aan de toog blijkt iedereen criminoloog te zijn. Men denkt te weten hoe het moet, terwijl men nooit één dag in de praktijk heeft gestaan. (lees verder onder de foto)

 

 

Wat brengt de toekomst?

Claus: Nu ik met pensioen ben en eindelijk mijn basisinkomen ontvang, heb ik tijd om me volledig op projecten zoals De Huizen en Rescaled te richten (De Huizen vzw streeft naar de realisatie van kleinschalige detentiehuizen, Rescaled is een Europees project rond detentiehuizen, red.). Zowel detentie- als transitiehuizen zijn nu in de wet verankerd. Momenteel zijn er vijf en in de toekomst komen er nog zes. Er zijn regeringsonderhandelingen aan de gang en wij houden contact met de onderhandelaars. Ik fungeer als brug tussen gevangenis en politieke wereld.

De politiek moet wel degelijk iets ondernemen, want de gevangenissen verkeren in aanhoudende crisis. Onlangs was ik in Merksplas en wat ik daar hoorde, tart werkelijk elke verbeelding. Toen ik destijds begon, wilden we de boel nog opentrekken: cultuur, bibliotheken, onderwijs. Nu is men voortdurend bezig met het blussen van brandjes: personeelstekort, overbevolking, incidenten met pers, klachtrecht. Dat is de wereld van de huidige directeurs. Mogelijk is iedereen de recente gebeurtenissen in Antwerpen alweer vergeten (een gedetineerde werd er door medegevangenen gefolterd, red.), maar zulke incidenten gebeuren waarschijnlijk maandelijks wel ergens. Jawel, in dit land, kernland van Europa, bakermat van de mensenrechten.

Ik wil ook meer tijd spenderen aan de ‘Novemberverklaring’ (Verklaring van 30 november: Krijtlijnen voor een leefbare wereld, red.) die een antwoord wil geven op de huidige onrust in de samenleving. Recent is een werkgroep gestart die zich op het onderwijs richt. De verklaring reikt een ander waardekader aan, een dat niet langer dienstig is aan de filosofie dat groei altijd goed is. Vandaag moeten de rekeningen alsmaar kloppen, wordt de economie als de motor van de samenleving voorgesteld, worden gemeenschappelijke voorzieningen afgedaan als ‘pampering’, moeten mensen hun eigen boontjes maar zien te doppen, is spiritualiteit verdrongen en wordt stilte als leegte of gemis beschouwd. Het heersende kader waarin we nu leven en waarover zoveel onbehagen is, mondt onder meer ook in criminaliteit en repressie uit. Dat moet worden gekeerd.

Onderwijs en opvoeding spelen een belangrijke rol bij het maken van een nieuwe samenleving. Net als de samenleving verkeert ook het onderwijs in diepe crisis. Er is een leerkrachtentekort. Zij die voor de klas staan, zitten soms met de handen in het haar. De kwaliteit van het onderwijs zou dalen, wat de druk nogmaals verhoogt. Leerkrachten en leerlingen vallen uit. Loopt het onderwijs spaak omdat het mensen voorbereidt op een samenleving die ze in wezen niet meer willen? Zou het wereldbeeld van de Novemberverklaring ook de vorm, misschien zelfs de finaliteit van het onderwijs kunnen veranderen? Het onderwijs kan die nieuwe samenleving helpen creëren, maar de droom van een nieuwe samenleving kan ook het onderwijs water geven.

Lara Staal, een Nederlandse theatermaakster, heeft enkele jaren geleden een stuk gemaakt samen met leerlingen die uit het systeem vallen. Ze heeft daarvoor ook met experts samengewerkt en onderzoek gedaan. In Dissident brengen jongeren twaalf lessen áán het onderwijs. Hun conclusie is dat ze niet klaargestoomd willen worden voor de samenleving, maar dat ze die net willen veranderen. We gaan dat project weer opvissen, de betrokkenen aanspreken en hun lessen naast onze verklaring leggen om te zien hoe we daarmee verder aan de slag kunnen.

 

“Economische groei is niet het ultieme doel, menselijke ontwikkeling en welzijn zijn net zo belangrijk”

 

Is een basisinkomen een oplossing?

Claus: Dat is de enige mogelijke uitweg volgens mij. Als mensen alleen moeten werken op straffe van armoede of hongersnood, dan kunnen we van slavernij spreken. Vooruitgang moet worden geherdefinieerd. Momenteel wordt artificiële intelligentie als progressie gezien. Als AI ervoor zorgt dat we meer tijd voor elkaar hebben, dan is het goed. Vooruitgang betekent meer tijd hebben voor de dingen die je graag doet en tijd kunnen spenderen met elkaar.

Mensen met een basisinkomen zullen heus niet op hun luie kont zitten, maar zullen anders ondernemen en zich focussen op andere zaken. Wat een mens nodig heeft, is een dak boven het hoofd, eten, kleding tegen de weersomstandigheden en bovenal tijd voor elkaar. Het idee dat dat niet betaalbaar is, is onjuist. We hebben de technische middelen om dat te realiseren, maar daarvoor moet het waardepatroon veranderen. We moeten erkennen dat economische groei niet het ultieme doel is. Menselijke ontwikkeling en welzijn zijn net zo belangrijk. (lees verder onder de foto)

 

Hans Claus © Isabelle Pateer

 

Je bent ook beeldend kunstenaar en poëet. Heb je op dat vlak nog plannen in het vooruitzicht?

Claus: Uiteraard, maar dat is voor mij gewoon eten en drinken, een dagelijkse bezigheid. Soms kan ik de slaap niet vatten omdat een vers nog snel moet worden neergeschreven, want ik heb een slecht geheugen. Dat is de basis voor geluk: een goede gezondheid en een slecht geheugen. Wat mij intens gelukkig maakt, is een goed geschreven gedicht. Daar kan ik maanden van genieten. Soms komt dat er spontaan in één ruk uit, een andere keer moet er lang aan worden geschaafd. Er staan altijd een aantal ideeën in de wachtrij en eens ik eraan begin, is er alweer een ander. Hoogstwaarschijnlijk zal er maar een fractie van worden uitgewerkt. Op mijn graf mogen ze beitelen: “Hij heeft zich niet verveeld.”

 

“Een betere toekomst voor onszelf en de volgende generaties creëren”

 

Is er een inzicht dat je graag wil delen?

Claus: Wat mij betreft, is de belangrijkste boodschap voor de mensheid: rust creëren. Want als je vanop de maan naar de aardbol kijkt, dan zie je eigenlijk maar één iets verontrustends en dat is de alsmaar sneller groeiende onrust van de mens. De hoeveelheid bewegingen die we maken, de hoeveelheid stof die we uit de aarde losbeuken, die ontwrichten de hele dampkring, waarvan we in feite slechts een partikel zijn. Rust creëren is dus de boodschap. Dat is tegelijk ook de grondtoon van de Novemberverklaring. We moeten leren om rust in ons leven en onze samenleving te vinden, om zo een betere toekomst voor onszelf en de volgende generaties te creëren.

Foto’s © Isabelle Pateer