
Raymonda Verdyck: “Exporteer ons vrij en kritisch denken”
“Ons onderwijssysteem is misschien niet perfect”, stelt Raymonda Verdyck. “Maar waar het – weliswaar na een lange strijd – wél in is geslaagd, is gelijke kansen te bieden aan alle meisjes en vrouwen in ons land. En daar mogen op deze internationale vrouwendag heel wat landen een (school)voorbeeld aan nemen.”
Ja, er is zeker nog werk aan de winkel. De geletterdheid en taalgevoeligheid van onze schoolgaande jeugd neemt inderdaad af. En de vaststelling dat er de jongste jaren procentueel meer jongens vroegtijdig de schoolbanken verlaten zonder diploma, verdient zeker en vast de nodige aandacht en doordachte oplossingen. Maar het is zeker niet allemaal kommer en kwel. Af en toe mogen we ook best fier zijn op ons onderwijs. Op het feit dat het gelijke én alle kansen biedt aan meisjes en jonge vrouwen.
Dat is ooit anders geweest. De eerste Belgische wet op het middelbaar onderwijs van 1 juni 1850 regelt alleen het middelbaar onderwijs voor jongens. Meisjes kunnen enkel terecht in katholieke scholen waar de opleiding zich beperkt tot het leren hoe ze een goede moeder en echtgenote kunnen zijn.
Dus is er het inzicht en doorzettingsvermogen van vrijzinnige feministen a la Isabella Gatti de Gamond voor nodig om in te zien dat onderwijs een belangrijk wapen is in de emancipatiestrijd van de vrouw. Om hen de kans te bieden vrij te zijn en voor zichzelf te denken. Niet enkel richtte zij in 1864 de eerste stedelijke middelbare school voor meisjes op in Brussel, een kleine 20 jaar later bereidt ze met haar ‘cours d’education’ meisjes voor op examens voor de Centrale Jury. Haar voorbeeld wordt door ex-leerlingen van haar gevolgd in steden als Gent en Luik.
Op de overheid is het wachten tot 1925. Met zijn wet die de onderwijsprogramma’s in lycea (voor meisjes) en athenea (voor jongens) gelijkschakelt, forceert onderwijsminister Camille Huysmans een definitieve doorbraak inzake de gelijkberechtiging van vrouwen in het middelbaar onderwijs. En de mogelijke doorstroming naar universitaire diploma’s.
Exact honderd jaar later vormen vrouwen zelfs een meerderheid aan de meeste universiteiten die rond de 60 procent schommelt. En ook het aantal vrouwelijke professoren zit in stijgende lijn, al hebben we daar nog wel wat in te halen op het Europees gemiddelde.
De strijd is dan misschien langzaam en moeizaam geweest, inzake de emancipatie van vrouwen heeft ons onderwijssysteem zijn diensten bewezen. Het heeft hen de kans gegeven uit te groeien tot gelijke, vrije en kritisch denkende mensen. En daar kan men in diverse landen gerust een voorbeeld aan nemen.
Niet in het minst in religieus totalitaire landen als Afghanistan waar volgens cijfers van de Unesco 1,5 miljoen meisjes ouder dan 12 jaar de toegang tot onderwijs wordt ontzegd. Of in diverse plaatsen op het Afrikaanse continent waar vanaf het middelbaar de onderwijskloof tussen jongens en meisjes steeds groter wordt. Omdat zij nog steeds worden geacht de huishoudelijke lasten te dragen en vooral toegewijde en gehoorzame echtgenotes te zijn.
Zelfs in Amerika, waar president Trump deze week op X nog te kennen gaf dat hij de subsidies zou intrekken van alle scholen die manifestaties tegen zijn beleid toelaten, lijkt het vrije en kritisch denken in het onderwijs onder druk te staan.
Misschien kunnen Vlaams onderwijsminister Zuhal Demir en federaal buitenlandminister Maxime Prévot de handen in mekaar slaan om ons vrij en kritisch denken te exporteren naar het buitenland. Niet alleen de vrouwen maar de hele wereld kan er alleen maar beter van worden.