“Erover praten is al taboedoorbrekend”
Interview met Ingeborg De Ridder over menstruatiearmoede
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr3. Lees hier meer artikels uit de reeks ‘Jong.nu’.
Menstruatiearmoede betekent onvoldoende middelen hebben om hygiëneproducten te kopen, zoals tampons, maandverband, inlegkruisjes of menstruatiecups. Ook wanneer iemand geen of onvoldoende toegang tot veilige of hygiënische voorzieningen heeft of wanneer de nodige kennis omtrent menstruatie ontbreekt, spreken we van menstruatiearmoede. Niet alleen moet je dan financiële keuzes maken, maar kan je ook sociaal geïsoleerd raken.
Vincent Declercq
Ingeborg De Ridder is moeder van twee opgroeiende dochters, leerkracht wiskunde en filosofie in het secundair onderwijs, en werkstudent master Moraalwetenschappen en Humanistiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Tijdens het academiejaar 2022-2023 werkte ze het schakelprogramma Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen af en volgde ze ook het interdisciplinaire keuzevak Redelijk Eigenzinnig rond het jaarthema ‘de vraag naar waarheid’. Een onderdeel van dat vak is het uitwerken van een project in samenwerking met een Brusselse organisatie – in dit geval een project rond menstruatiearmoede samen met deMens.nu en huisvandeMens Brussel.
Ingeborg, je hebt samen met de studenten van je werkgroep een project rond menstruatiearmoede uitgewerkt. Waarom hebben jullie dat thema gekozen en hoe zijn jullie te werk gegaan?
Ingeborg De Ridder: Ik denk dat ik daar een zekere invloed op de groep heb gehad. In mijn lessen filosofie in het secundair behandelen we thema’s als schaamte en taboe, en zo kwam menstruatiearmoede ter sprake. Mijn leerlingen wilden actief rond dat thema werken. Na een bezoek van en toelichting door de betrokken vzw BruZelle ging mijn klas aan de slag en ijverde ze onder meer voor gratis maandverband op school.
Toen deMens.nu voor het project aan de VUB uit de bus kwam, zagen we dat een van de topics menstruatiearmoede was. Onze werkgroep wilde een originele insteek. Zo kwamen we tot het interviewen van zowel jongeren als ouderen, het maken van podcasts en het idee van de ‘Velvet Red Chair’, een luisterinstallatie met getuigenissen over menstruatie. We focusten ons op de impact van het taboe, op de manier waarop we met menstruatie omgaan. Daartoe bevroegen we jongvolwassenen en 65-plussers uit de Brusselse regio over hun ervaringen en meningen over menstruatie.
Tot welke bevindingen is jullie werkgroep gekomen? Zaten daar verrassingen bij?
Ingeborg: We hebben ons toegespitst op de armoede om over menstruatie te spreken, het ontbreken van woorden, zelfs het aanpassen van woorden om erover te praten. Daar waar ouderen vroeger op school quasi geen seksuele voorlichting en uitleg over menstruatie kregen, hebben jongeren vandaag wel informatie daarover in de les. Het blijft echter te theoretisch en te abstract. De praktische kant komt niet aan bod. Waardoor er niet echt sprake van bespreekbaarheid is.
Bepalende factoren bij die armoede zijn vooral de thuissituatie en daaraan gekoppeld de beschikbare kennis over menstruatie. Jongens gaven aan dat ze thuis wel informatie kregen, maar dat ze vooral tijdens de biologielessen achtergrondinfo over menstruatie opdeden. Ook die lessen zijn vaak theoretisch en minder praktisch gericht. Onderwerpen als de hoeveelheid bloedverlies, het lekken, de fysieke en mentale impact of simpelweg de bespreekbaarheid zouden meer aan bod moeten komen. Het viel ons vooral op dat heel wat jongens en mannen weigerden om aan het onderzoek mee te doen, wat het taboe nogmaals aantoont. Diegenen die wel deelnamen, waren heel open en eerlijk over hun ervaringen bij hun zussen of (toenmalige) vriendin.
De zichtbaarheid bij de oudere generatie was ook van een heel andere aard. Men maakte gebruik van katoenen doeken tijdens de menstruatie. Die werden gewassen en gewoon aan de waslijn gehangen. Ook het taalgebruik was kleurrijker. Sommige ouderen spraken bijvoorbeeld over ‘tante Rosa is op bezoek’.
Bij beide generaties is duidelijk dat de bespreekbaarheid binnen de thuissituatie cruciaal is. Wanneer er geen informatie is vóór de menarche, de allereerste menstruatie, dan kan die eerste menstruatiebeleving met angst gepaard gaan. Ook vertelden sommige ouderen dat menstruatie in bepaalde situaties als iets vies of schadelijks werd gezien. Bijvoorbeeld het mislukken van mayonaise werd aan menstruatie gelinkt. Bijgeloof waarbij de menstruerende persoon de oorzaak is van iets dat verkeerd loopt. Tijdens de klassieke oudheid werd menstruatiebloed door sommigen zelfs als giftig gezien.
“Menstruatiearmoede, gebrek aan woorden en middelen”
Met jouw ervaring als leerkracht, hoe kan menstruatie (beter) bespreekbaar gemaakt worden?
Ingeborg: Zichtbaar maken hoort bij het bespreekbaar maken. Het gratis verspreiden van menstruatiemateriaal speelt een cruciale rol waarbij de dubbele betekenis van de armoede aan het licht komt. Op school gebruik ik de educatieve box ‘Schilders op bezoek’ van het CGSO, het Centrum voor Geboorteregeling en Seksuele Opvoeding. Zo kan je het debat over menstruatieproducten opentrekken. Wat me opviel, was de nieuwsgierigheid bij collega-leerkrachten toen ik de box toonde. Velen hadden nog nooit over menstruatieondergoed gehoord, wat gesprekken over andere producten uit het gamma, zoals het menstruatiezwempak, op gang brengt. Het kan geen kwaad om zo’n box ergens in een leraarskamer of koffiehoek te leggen, gewoon om de gesprekken te openen. Je hoeft die alternatieve middelen daarom niet zelf te gebruiken, maar erover praten is al taboedoorbrekend. De kaartjes die bij de educatieve box horen, kunnen zeker helpen.
Herkenning en erkenning vind ik zelf belangrijk. In de reclamewereld wordt er gelukkig al afgeweken van het clichébeeld waarbij menstruerende personen vrolijk rondhuppelen of yoga beoefenen en zich wonderbaarlijk comfortabel voelen dankzij het ultradunne én dure maandverband – en waarbij blauw water bloed moet voorstellen.
Menstruatiearmoede betreft zowel het taboe, het niet kunnen spreken over het onderwerp, als de financiële armoede. Het gratis ter beschikking stellen van materiaal maakt dat jongeren niet langer een secretariaatsmedewerker hoeven aan te spreken of niet vroegtijdig huiswaarts moeten keren. Het gaat niet alleen om de behoefte aan materiaal, de impact zelf weegt eigenlijk veel zwaarder door. Iedere menstruerende persoon kan baat hebben bij gratis materiaal. Mijn leerlingen ijverden voor pakketjes nieuwe onderbroeken en degelijke trainingsbroeken die in de toiletten klaarliggen. Door die gratis ter beschikking te stellen, wordt het bespreekbaar gemaakt dat niet iedereen die kan aanschaffen en dat er ongeacht de achtergrond wel eens een lekje kan zijn. Herkenning en erkenning dus, wat bijdraagt aan het welbevinden en het gevoel dat het heel normaal is wat er met je lichaam gebeurt.
Wat verwacht je van het beleid en de overheid?
Ingeborg: Wij allen zijn het beleid, op grote of kleine schaal. Uiteraard is politieke financiële steun steeds welkom. Maar start in de toiletten van je eigen café, jeugdhuis of school en stel materiaal gratis ter beschikking, ook in genderneutrale toiletten. Doe het desnoods clandestien. Als je kleinschalig start, kunnen de deurhangers ‘Moe van het taboe’ ook helpen. Ik gebruik die bij eetfestijnen of opendeurdagen om het thema breder te maken. Er bestaat ook al heel wat mooi educatief materiaal, zoals de Velvet Red Chair, Schilders op bezoek en Code Rood.
Leg de druk niet bij de leerkrachten die het maar moeten klaren. Maak er ook geen ‘vrouwenzaak’ of een afgezonderd project van, maar maak er een normaliteit van. Het betreft uiteindelijk het comfort van velen onder ons. Dankzij de interviews voor de VUB en de initiatieven op mijn school heb ik ontdekt hoeveel mensen er plots heel open over praten. En dat vind ik nog het mooist van al, dat mensen hun verhaal vertellen en delen ongeacht gender, leeftijd of achtergrond.
Meer weten?
Foto bovenaan © Shutterstock.com