fbpx
deMens.nu

Een bank vooruit

Leerkrachten niet-confessionele zedenleer over hun vak

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr4. Meer verhalen van leerkrachten hier.

Naam: Hanna Michotte

Aantal jaren voor de klas: 11

School: IVG-School Gent

Studierichting: 1ste graad A-stroom

Jaren: ncz in 2A, geschiedenis in 1A en 2A

 

Waarom is het belangrijk om de kennis van het verleden ook in de lessen niet-confessionele zedenleer aan bod te laten komen?

 

Ik ben zowel leerkracht niet-confessionele zedenleer (ncz, of ‘vrijzinnig humanisme’ bij ons op school) als leerkracht geschiedenis. Daardoor is het een uitdaging om mijn vakken – in tweerichtingsverkeer – niet te veel te laten overlappen. Dat kan gaan om het bespreken van ethische thema’s in de historische periodes die ik behandel of om het geven van historische context in de lessen ncz. Laat mij twee voorbeelden geven.

Herinneringseducatie zorgt ervoor dat leerlingen bepaalde patronen uit het verleden kunnen herkennen, waarbij via de tastbaarheid van menselijk leed een beroep op hun empathisch vermogen wordt gedaan.

Toen ik een bepaalde les gaf aan een klas uit het eerste middelbaar, kwam de Tweede Wereldoorlog ter sprake. Op basis van de spontane vragen die ik kreeg, leek een afzonderlijke, voorbereidende les wenselijk. Aangezien ik ooit zelf het concentratiekamp van Auschwitz-Birkenau bezocht, besloot ik om te starten met mijn ervaringen en indrukken ter plekke. Ik bracht een ruim geïllustreerd boek mee dat ik daar had gekocht. Beeldmateriaal werkt, zeker voor dertienjarigen, nu eenmaal veel sterker om een gevoel te ontwikkelen. Ik kan niet beweren dat ik in die les een volledige historische context van de Tweede Wereldoorlog heb gegeven – dat zou voor een eerste middelbaar ook best uitdagend zijn – maar ik ging wel in vogelvlucht door enkele oorzaken, het verloop en vooral de systematische opbouw van maatregelen tegen Joden en bij uitbreiding tegen iedereen die een gevaar voor het naziregime betekende.

Een ander voorbeeld. Vorig schooljaar hoorde ik tijdens de middagpauze twee leerlingen over de oorlog in Gaza praten. “Maar wie is er nu eigenlijk goed? Wie heeft er gelijk? Ik weet daar te weinig over”, zei de ene leerling. Ik had al eerder bedacht dat een les over Gaza zich opdrong, maar ontzag me eerlijk gezegd om me volledig in de complexe geschiedenis van het gebied te verdiepen. De uitspraak van die leerling motiveerde me. Hoewel ik in mijn historische uiteenzetting zelfs in de tijd ben teruggegaan tot de aanwezigheid van nomadische stammen in Kanaän, het Egyptische bewind tijdens het Nieuwe Rijk, de verovering van het Assyrische Rijk en de diaspora van de zesde eeuw voor onze jaartelling (mogelijk was ik daar enkele leerlingen verloren; soms laat ik me wat gaan), was het voornamelijk mijn intentie om de verschillende partijen in het conflictgebied duidelijk van elkaar te onderscheiden – de Israëlische regering, Hamas, Israëlische burgers, Joodse gelovigen, Palestijnen … – en niet iedereen over één kam te scheren. Ik denk – hoop – dat ik daarin althans ben geslaagd.

Dus wil ik besluiten dat kennis van het verleden voor mij een meerwaarde is, omdat ze helpt bij de morele ontwikkeling en inzichten biedt. Alleen al het verschil tussen ‘geschiedenis’ en ‘verleden’ zet meteen aan tot kritisch denken. Geschiedenis is ons verhaal. Van alle mensen.

 

Foto bovenaan © Shutterstock.com