Uitkijken naar het afscheid
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr4. Lees hier meer columns.
Achter tralies
Moreel consulenten van de Stichting voor Morele Bijstand aan Gevangenen getuigen over hun ervaringen.
Om privacyredenen zijn alle namen van gedetineerden schuilnamen.
Lees hier meer over de morele dienstverlening bij SMBG.
Meer informatie over SMBG vind je hier.
Jürgen De Weweire
Als moreel consulent in de gevangenis had ik ooit een Nederlandse cliënt die een veroordeling van vier jaar had opgelopen. Zijn straf had Frank aanvaard, maar toen kwam het bericht dat zijn moeder was gestorven.
Normaal zorgt het gevangeniswezen er dan voor dat je ofwel aan de afscheidsplechtigheid kan deelnemen, ofwel een laatste groet mag brengen. Dat wordt een ander verhaal als de overleden ouder niet in België verblijft. In zo’n geval heb ik het nog nooit meegemaakt dat een gevangene naar het buitenland mag om afscheid te nemen.
In de gesprekken die Frank en ik toen hadden, ging het uiteraard over zijn moeder. Hoewel het de eerste keer was dat ik een cliënt bij het verwerken van een sterfgeval begeleidde, begreep ik al snel hoeveel waarde Frank aan mijn vragen over zijn moeder hechtte, over wie ze was geweest en wat ze voor hem had betekend. Ondanks zijn diepe rouw was dat voor hem geen zout in de wonde, maar wel een verlichting van zijn lijden.
Mensen zijn verhalende wezens. Praten over wat iemand voor hen heeft betekend, maakt deel uit van het zingevingsproces. Ik heb dat nadien nog ervaren, zelfs bij mensen die geen goed contact meer met hun ouders hadden.
Naast het verdriet om het heengaan van zijn moeder was er ook de droefheid om dat niet met zijn familie te kunnen delen. Er waren wel de dagelijkse telefoontjes naar broer of zus, maar dat is natuurlijk niet hetzelfde als samen zijn en elkaar kunnen omhelzen en vasthouden.
Dat Frank niet op de afscheidsplechtigheid aanwezig kon zijn, was dan ook heel pijnlijk voor hem. Doorgaans willen mensen samen zijn om te rouwen en dat was bij hem niet anders. Maar omdat het afscheid in Nederland plaatsvond, had hij geen toestemming gekregen om ernaartoe te gaan. Al kon Frank het verlies redelijkerwijs wel een plaats geven, dat nam niet weg dat het emotioneel bleef wringen.
Ik opperde dat hij na zijn vrijlating samen met zijn familie misschien een herdenkingsplechtigheid kon houden. Dat zou de pijn van zijn aanvankelijke afwezigheid zeker niet wegnemen, maar het zou hem alsnog de gelegenheid bieden om in familiekring bij het overlijden van zijn moeder stil te staan. Bij een volgend telefoongesprek met het thuisfront zou hij het voorleggen. We namen afscheid en ik beloofde hem de week nadien terug te komen. De afscheidsplechtigheid zou ondertussen plaatshebben.
Een week later spraken we elkaar opnieuw en hoewel het nog steeds een donkere periode was, vertelde Frank toch ook over een lichtpuntje. De plechtigheid had intussen plaatsgevonden zoals gepland, maar met één verschil: zijn broer en zus hadden op het laatste moment besloten om de as nog niet uit te strooien, maar daar een jaar mee te wachten. Tegen dan zou Frank vrij zijn en dus kunnen deelnemen aan een herdenkingsplechtigheid, waarbij de familie de as samen zou uitstrooien.
Vreemd toch, en ergens ook niet. Hoe een droevige herdenkingsplechtigheid iets kan zijn om naar uit te kijken. De mens is in staat tot zeer tegenstrijdige gevoelens, en wat een voorrecht is het om daar als moreel consulent getuige van te mogen zijn.
Aan de slag als vrijwillig moreel consulent?
Interesse om als vrijwillig moreel consulent actief te zijn in een gevangenis?
Stuur je motivatiebrief en curriculum vitae via jobs@smbg-famd.be naar de Stichting voor Morele Bijstand aan Gevangenen.
Foto bovenaan © Shutterstock.com