
“Filosofie als een weg naar zingeving”
Interview met Tinneke Beeckman
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg14 nr1. Lees hier meer artikels uit de reeks ‘Onderhuids’.
“Voor mij is het leven alleen maar lichter en aangenamer geworden”, zegt Tinneke Beeckman. Zij is filosofe en schrijfster, en duikt regelmatig op in maatschappelijke debatten. Haar nieuwste boek Ken jezelf: een openhartige filosofie bevat 44 essays over zelfkennis, waarin ze filosofische vragen onderzoekt en inzichten van grote denkers en schrijvers deelt. Tijd voor een gesprek in haar lichtrijke appartement in Antwerpen.
Joke Goovaerts
Hoe speelt filosofie een rol in je eigen leven?
Tinneke Beeckman: Voor mij persoonlijk heeft filosofie veel veranderd. Als academica beschreef ik voornamelijk filosofische ideeën, maar op een bepaald moment merkte ik dat die ideeën ook invloed op mijn eigen leven hadden. Ik begon anders te kijken naar emoties, verantwoordelijkheid en rechten. Filosofie lijkt soms abstract, maar is altijd verbonden met de praktijk. Uiteindelijk gaat het over hoe je in het leven staat. Daarom is filosofie heel concreet, praktisch en reëel, zoals het altijd is geweest – ook in de klassieke oudheid. Daarom grijp ik vaak terug naar die tijd.
“Filosofie lijkt soms abstract, maar is altijd verbonden met de praktijk”
Kan filosofie een rol spelen in maatschappelijke debatten?

Beeckman: Ja, absoluut. Filosofie doorprikt de vanzelfsprekendheden die we vaak aannemen. Het gaat voor mij vooral over proberen te begrijpen. Filosofie biedt concepten aan waarmee je op een andere manier naar de wereld kan kijken. Dat vind ik het belangrijkste.
Een voorbeeld is het concept vrijheid. Is vrijheid simpelweg doen wat je wil? Als je naar de politieke filosofie kijkt, zie je dat vrijheid ook verband houdt met burgerschap, verbondenheid en met het feit dat je soms als burger iets doet wat je als individu misschien niet zou willen. Je bent én individu én burger. Filosofie helpt ons om niet klakkeloos in een heersend concept mee te gaan, maar om te zeggen: misschien betekent dit ook nog iets anders.
Je boek Ken jezelf is opgedeeld in vier basisvragen: Wie ben je? Wat voel je? Wie wil je zijn? Hoe leef je en hoe sterf je? Je schreef het vooral vanuit een persoonlijke vertwijfeling: Wat doet filosofie met mij?
Beeckman: Ik merkte dat ik door het lezen van filosofie en literatuur anders ging kijken naar emoties zoals verdriet, verlies, woede en verontwaardiging. Woede is bijvoorbeeld een goed voorbeeld. Ik ben opgevoed met het idee dat je niet boos mag worden en ik voelde me slecht als ik boos was. Maar door de oude Grieken, zoals Homerus en Aristoteles, leerde ik dat er ook een goede vorm van woede is. Tegelijkertijd kan woede destructief zijn, zoals Seneca en de stoïcijnen beschrijven. Filosofie helpt me nu om woede beter in kaart te brengen en om te begrijpen hoe ik ermee moet omgaan.
Vandaag de dag zoeken we het antwoord soms alleen in onszelf. Alsof alle ideeën uit onszelf moeten komen. Maar er is een enorme traditie van ideeën en menselijke ervaringen die we kunnen gebruiken. Dat biedt een enorme verrijking voor je leven. Vroeger gaf het christendom ons handvatten voor hoe we moesten handelen om verlost te worden: door goddelijke geboden en verboden na te leven. Maar door de secularisatie gelden die regels niet meer. We willen niet meer terug naar het geloof, maar waar moeten we dan heen? Daarom is het waardevol om naar de humanisten en de klassieke oudheid terug te grijpen.
Kan je jezelf echt kennen?
Beeckman: Het blijft een zoektocht. Wat me opviel, is dat we allerlei labels gebruiken en die vaak ook op anderen plakken. Dat kan verleidelijk zijn en soms zelfs leuk. Niets menselijks is ons vreemd. Als iemand je irriteert, ben je bijvoorbeeld snel geneigd te zeggen: die persoon is een narcist. Maar de vraag is, zitten die vervelende eigenschappen misschien ook in mezelf? De ethische vraag is dan altijd: wat doe je ermee, hoe ga je daarmee om? Het idee van ‘ken jezelf’ gaat net over het in kaart brengen van dat soort aspecten.
Ik denk dat een deel van de polarisering in de samenleving vandaag te maken heeft met de neiging om alles wat we niet leuk vinden, snel aan een ander toe te schrijven. We denken vaak dat de wereld beter zou zijn als anderen veranderen, terwijl we misschien zelf ook deel uitmaken van het probleem. Je moet beseffen dat verbondenheid met anderen en iets doen voor een ander, je meer voldoening geven dan meegaan in de verlokkingen van narcisme die tegenwoordig heel sterk aanwezig zijn. Sociale media bijvoorbeeld stimuleren voortdurend dat narcistische gedrag.
Je boek voelt ook aan als een pleidooi voor het leven, het straalt positiviteit uit. Welke inzichten zou je mensen willen meegeven?
Beeckman: De filosofen die voor mij het belangrijkst zijn, zoals Spinoza, Nietzsche en Machiavelli, komen regelmatig terug in het boek. Het zijn denkers die het leven omarmen, die de schoonheid, de sensualiteit en de lichamelijkheid ervan benadrukken. Ze richten zich vooral op wat je wél kan doen. Spinoza verzet zich sterk tegen schuld, schaamte en droevige passies die het leven zwaar maken. Er zit dus een duidelijke tendens in van het omarmen van het leven, inclusief de moeilijke en vervelende aspecten.
Dat zijn de filosofen van wie ik veel houd. Het is altijd een beetje dubbel, want Spinoza zegt zonneklaar dat er geen leven na de dood is. De mens is kwetsbaar, en je bent maar kort op aarde. Je bent een klein onderdeel van een groter geheel dat je overstijgt en je wordt voortdurend beïnvloed door krachten waar je geen volledige controle over hebt. Toch moet je proberen te ontdekken wat goed voor je is. Die aspiratie, dat verlangen is iets dat ik ook heel sterk voel en waar ik me gelukkig bij voel. Het heeft een sterke levensbevestigende kracht.
“Het leven omarmen, inclusief de moeilijke en vervelende aspecten”
Je schrijft voor iedereen, gelovigen, niet-gelovigen. Wat zou je adviseren aan vrijzinnig humanisten die op zoek zijn naar meer zelfinzicht?
Beeckman: Ik schrijf uiteraard voor iedereen, maar ik sta wel dicht bij de humanistische traditie. Ik ben niet gedoopt, ben niet religieus opgevoed en ik geloof sterk in filosofie als een weg naar zingeving. Wat zelfkennis betreft, wat goed werkt, is een vorm van zelfobservatie zoals Socrates deed. Hij sprak over het ‘vriend zijn van jezelf’ en het voeren van een innerlijke dialoog. Het gaat erom jezelf te bevragen. Wat zijn je waarden? Wat zijn je normen? Leef je op een manier die daarmee in overeenstemming is?
Tegenwoordig hebben veel mensen het gevoel dat ze dingen doen die eigenlijk niet overeenkomen met waar ze echt in geloven. Bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs moeten ze vaak binnen een systeem werken dat niet helemaal met hun waarden strookt. Dat innerlijke gesprek, dat kritisch reflecteren op wat je écht denkt en wil, helpt om dichter bij jezelf te komen. (lees verder onder de foto)
Maar dat klinkt toch ook als een luxe? Veel mensen hebben niet de ruimte om constant na te denken of hun werk in lijn met hun waarden is. Wat als je niet kan veranderen wat je doet?
Beeckman: Het is inderdaad heel lastig. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om de werksituatie te veranderen. Maar ik denk dat het gebrek aan overeenstemming tussen je werk en je waarden soms leidt tot klachten zoals burn-out, fysieke problemen en mentale uitputting. Dat is een complex fenomeen dat ik niet volledig doorgrond, maar het heeft deels te maken met een innerlijk verzet, een gevoel van ‘dit kan ik niet langer doen’.
Duidelijkheid scheppen voor jezelf is waardevol, zelfs als je niet meteen iets aan je omstandigheden kan doen.
“Kritisch reflecteren op wat je écht denkt en wil, helpt om dichter bij jezelf te komen”
Welke rol kan het vrijzinnig humanisme spelen bij actuele problemen zoals klimaatverandering, oorlog en geweld?
Beeckman: Dat is een moeilijke vraag, omdat het concreet handelen vereist. Maar als je het bijvoorbeeld over het klimaat hebt, denk ik dat het vrijzinnig humanisme een belangrijke rol kan spelen in hoe we naar de natuur kijken en hoe we met ons individualisme en consumptiegedrag omgaan. Het begint met inzicht in hoe dingen zijn of hoe ze anders zouden kunnen zijn. Dat komt door kennis, maar ook door reflectie, door niet weg te kijken van wat je liever niet ziet. Zoals George Orwell zei: “Zien wat er recht onder je neus gebeurt, is een constante strijd.”
De slogan van deMens.nu is: ‘Denk voor jezelf, zorg voor elkaar.’ Zie je dat ook terug in jouw leven?
Beeckman: Die slogan sluit heel erg aan bij waar ik zelf voor sta. In mijn teksten schrijf ik over kwetsbaarheid, zorg en autonomie. Autonomie is een belangrijke waarde, maar we moeten ook beseffen dat we altijd op anderen aangewezen zijn en veel aan anderen te danken hebben. Tijdens de coronapandemie was onze kwetsbaarheid duidelijk zichtbaar, maar zodra de crisis voorbij leek, vergaten we dat weer.
Zijn er momenten in je leven die je koestert?
Beeckman: Absoluut. Toen ik klein was, waren er bepaalde momenten met mijn ouders die ik zeker koester. Uiteraard ook mijn dochter. Maar ook toen ik de universiteit verliet, vond ik een nieuwe opening binnen de filosofie. Niet meer alleen academisch en abstract, maar op een manier die voor mij persoonlijk iets betekent. Dat was een enorme bevrijding en sindsdien zijn er eigenlijk alleen maar goede dingen op mijn pad gekomen. Ik heb inderdaad mijn droombaan gevonden.
Is het leven lichter of zwaarder geworden naarmate je ouder wordt?
Beeckman: Voor mij is het leven eigenlijk alleen maar lichter en aangenamer geworden. Natuurlijk word je ouder – ik ben nu bijna vijftig en dat begin ik te voelen in mijn gewrichten. (lacht) Fysiek merk ik dat ik niet meer zo jong ben, zonder dat ik grote problemen heb. Maar je ziet ook steeds meer mensen om je heen wegvallen, dus de vergankelijkheid en eindigheid worden steeds duidelijker. Toch ervaar ik het leven zelf als veel lichter dan vroeger.
Hoe denk je over leven en dood? Denk je dat er leven is na de dood?
Beeckman: Nee, ik geloof niet dat er leven is na de dood. Voor mezelf heb ik het gevoel dat ik meer vrede heb met de dood, vooral vanuit het idee dat we niet zoveel recht op dingen hebben. We beginnen vaak vanuit een houding van ‘recht op dit’ en ‘recht op dat’. Maar alles wat ik heb gekregen, zoveel mensen hebben dat nooit gekregen.
Er zijn mensen die jong ziek worden, vroeg overlijden of een ellendig leven hebben. Het voelt alsof ik de loterij heb gewonnen, gewoon door waar en hoe ik ben geboren en door het leven dat ik al heb gehad. Het was zeker niet altijd perfect, begrijp me niet verkeerd, maar het is al zo’n enorm geschenk. Ik denk dat ik daar mildheid en dankbaarheid voor moet hebben.
“Wat tussen geboorte en dood ligt – je leven –
daar moet je het beste van maken”
Is het omarmen van de dood ook onderdeel daarvan?
Beeckman: Ja, in ieder geval het besef dat het onvermijdelijk is.
Kan filosoferen je helpen om je op de dood voor te bereiden?
Beeckman: Ik denk het wel. Dat was zeker de bedoeling van de stoïcijnen. Maar uiteindelijk blijft er altijd een mysterie rond het bestaan. En op de vraag waarom we hier zijn, daar vind je nooit een definitief antwoord op. Als je naar vorige generaties kijkt, dan zie je dat de dood iets is wat alle mensen verbindt. We gaan allemaal dood en zoveel mensen zijn ons voorgegaan. Dat geeft op een vreemde manier ook een soort vertrouwen.
Ik had dat gevoel ook toen ik zwanger was. Ik voelde me enorm verbonden met andere vrouwen. Ik dacht: dit hebben vrouwen al duizenden jaren meegemaakt. En dat heb ik ook bij de dood: die totaal ongrijpbare, mysterieuze sprong naar het niet-bestaan. Sommige mensen zijn daar al doorheen gegaan, ik weet niet wat er daarna komt. Ik vermoed dat er niet veel komt, maar ik weet het niet zeker. Toch heb ik er een soort vertrouwen in, net zoals bij het geboren worden. Geboren worden en sterven, dat zijn natuurlijke transformaties. In dat opzicht is de dood niets vijandigs. Alles wat tussen geboorte en dood ligt – je leven – daar moet je het beste van maken.
Foto’s © Jeroen Vanneste