deMens.nu

“Afghanistan liet me zwijgen. In België kan ik tonen wie ik echt ben”

Mahdia Karimy is 25. Ze werkt vandaag voor het huisvandeMens in Sint-Niklaas, waar ze mensen met vrijzinnige vragen ontvangt en helpt. Maar haar weg naar die plek was lang en zwaar. Mahdia groeide op in Afghanistan, in een samenleving waar vrouwen nauwelijks bestaansrecht hebben in het openbare leven.

Geert Dewaele en Dimitri De Smet

“Ik was gelukkig als kind,” zegt ze. “Mijn vader was open, hij steunde mijn dromen. Ik ging naar school in Afghanistan, toen meisjes nog naar school mochten gaan, volgde bijlessen Engels en wiskunde. Hij wilde dat ik dokter werd, en ik wilde dat ook.” Maar die vrijheid was broos. Zodra Mahdia ouder werd, begon de Afghaanse buitenwereld haar te kneden naar het beeld van de gehoorzame islamitische vrouw. De hoofddoek werd verplicht, de blikken op straat strenger. “Ik zag vrouwen met sluiers tot over hun ogen. En ik vroeg me af: waarom? Waarom mogen mannen gewoon een T-shirt dragen en vrouwen niet?”

Op straat voelde ze zich bekeken en beoordeeld. “Vanaf mijn tiende begon ik het verschil te voelen. De vrijheid die ik thuis kende, verdween zodra ik buiten kwam. Ik moest me bedekken, ik moest zwijgen.” De religieuze controle was overal voelbaar.

Mahdia Karimy: “Ik deed alsof ik vastte, alsof ik bad. Thuis werd ik niet verplicht, maar buiten moest ik me aanpassen. Elke dag was een uitdaging.”

De angst werd zeer tastbaar toen ze zag hoe een jonge vrouw publiekelijk werd geëxecuteerd omdat ze zogezegd de Koran had verbrand. “Later bleek dat niet eens waar te zijn. Maar ze was al dood. Dat was een keerpunt. Ik wist: ik mag niets zeggen. Zelfs niet tegen mijn familie.”

Mahdia begon te twijfelen aan het geloof dat haar omgeving als vanzelfsprekend beschouwde. “Ik geloofde nooit echt, maar ik dacht dat ik fout zat. Dat ik de enige was.” Die innerlijke strijd maakte haar eenzaam. “Ik kon er met niemand over praten. Zelfs mijn broer, die zelf niet geloofde, leek streng. Ik was bang dat ze me zouden veroordelen.”

Toen haar vader stierf, verdween ook haar toekomstbeeld. “Hij was mijn steun. Zonder hem zag ik alleen een donker gat. Ik wist: ik zal moeten trouwen, kinderen krijgen, tegen mijn zin.” De druk van tradities bleef, ook binnen haar familie.

“Ik geloofde nooit echt, maar durfde het niet te zeggen”

De vlucht naar België bracht Mahdia in een totaal andere wereld. Al bleef ze zich in het begin opsluiten. “Ik was bang. Bang voor de Afghaanse gemeenschap hier, bang om te spreken, bang om mijn hoofddoek af te doen.” Ze bleef die nog twee jaar dragen, uit gewoonte maar ook uit voorzichtigheid. “Toen ik ze afdeed, voelde dat als een bevrijding. Ik wil dat mensen zien wie ik écht ben.”

Via haar gastgezin kwam Mahdia in contact met het huisvandeMens. Ze las boeken, voerde gesprekken, en ontdekte dat ze niet alleen was met haar twijfels. “Zingeving komt niet van bovenaf. Je bepaalt zelf wat goed is, wat kwaad is. Door logisch en kritisch te denken.” Het vrijzinnig humanisme gaf haar een nieuw kader. “Ik geloofde nooit echt. Maar ik durfde het niet te zeggen. Nu weet ik: ik ben niet de enige.”

Mahdia Karimy: ““Zingeving komt niet van bovenaf. Je bepaalt zelf wat goed is, wat kwaad is. Door logisch en kritisch te denken.”

Vandaag werkt ze met plezier bij het huisvandeMens. “Het is een plek waar je jezelf mag zijn, zonder oordeel. Ik ben blij dat ik hier werk, dat ik jongeren kan helpen in hun leerproces.” Ze heeft een relatie met een niet-moslim, een keuze die ze zelf heeft gemaakt. “In het begin was ik bang om het aan mijn familie te vertellen. Maar ik heb het gedaan. Mijn moeder had het moeilijk, maar ze heeft het aanvaard.”

Mahdia weet dat haar verhaal niet uniek is. “Er zijn veel vrouwen die gevangen zitten in tradities, in religieuze dwang. Ook in België. Maar ze moeten zelf de stap zetten. Zolang je geen actie onderneemt, verandert er niets.” Ze hoopt dat haar verhaal anderen inspireert. “Het ergste dat kan gebeuren is een confrontatie met je familie. Maar dat gaat voorbij. Het is jouw leven. Je moet durven praten, durven kiezen.”

Op de vraag of ze ooit nog naar Afghanistan wil terugkeren, blijft ze nuchter. “Alleen als het veilig is, ga ik terug. Dan wil ik het graf van mijn vader bezoeken. Maar voor de rest heb ik geen reden om terug te gaan.”

Heb je zelf vragen over zingeving en nood aan een gesprek? Dan ben je altijd welkom in een huisvandeMens bij jou in de buurt.