A B C 3 – gedicht voor een verloren kind
A B C 3
Voor Jens Vlerick
Kind in aarde
aan de anderstalige zijde van akkerappeltjes
aan de andere kant van een aardbeienveld
aai de avondsterretjes waaronder een wereld woont
Kind in barrevoetskleuren
blijf niet achter met een boekentasje van bloed & blubber
blijf me bij in kleuren van bloemen & ballonnen
bewaar mijn abnormale vaderhanden bij dit
Kind in cornflakesstatus
crazy hoe crazy clowns doen
crazy hoe clowns ook huilen soms &
cocon van een vlinder poppemie
Kind in dromendingen
dat ik u in dierenogen denk
dat ik u in dagvlinders zie
dicht bij elkaar de draaimolens draaien
Kind in engelenland
& een egeltje dat ademt als een egeltje
& een eland
& een eekhoorn aan u ook
Kind in faalgewaad
fout afscheid van een fraai feestspel
fout vaarwel aan de fabeltjesmeisjes de feeën
fataal hoe wij u kwijtraken
Kind in grasveldgreppel
graai in deze lettertjes van leven
grijp deze woorden graag vast &
groei groei
Kind in humushuisje
heb u lief uw
handen & haartjes lief als een heelal
hoor er huilt een hyena in mijn hoofd
Kind in isolatiekuil
idioot in de put
idioot in de rimboe
idioot in de wolken
Kind in jaargetijdenjas
jongen van drie drie drie drie
jongen van een bodemloos karretje met jeugdjuwelen
jongen in een jutezak ja een jutezak
Kind in kabouterkistje
knuffel de kastanjes op de klei
knuffel de koekjes bij de knikkerbaan
kus de koude kinderen van uw krankzinnige klas & kijk
Kind in limonadesirooplichaampje
lintjes ter versiering van uw hartje
leg ik hier om uw hartje
luister
Kind in modderplasjesmodus
modderfiguurtje in een mooi moederland
mannetje met minder dan niets meer
monsters meppen om de oren van meegroeiouders
Kind in nachtmerrieverblijf
nat tot op het naaktste botje
naakt tot op het laatste restje
nestje
Kind in onderaardebootje
ondersteboven ongeluksvogel
ondersteboven
omgehakt
Kind in piratenschipplankjes
pikdonker panorama &
pijn
pijn als pennenkrassen
Kind in rabbeltaalracebaan
rugwaarts in een rauwkleurig racewagentje
rugwaarts in een roodgemaakte regenboog &
rood rijmt stom op dood
Kind in slaapliedjesstilte
speelgoeddieren met strikjes schoon
sneeuwpoppenwit sprookje schoon
stapelgek schepemmertje in de storm van slaginstrumenten
Kind in tuimelkarretje
tast aan de tepeltjes van moedertijd
tast aan de teelaarde van vaderland
tedere tovenaars brengen u dan terug
Kind in u
ukje
ukje
uppercut
Kind in vrouwenbuikvorm
verstop u niet voort
verkleed u in een vogeltje op een vlakte van veld
verblijf op een vruchtbare plaats een oase & voel
Kind in weilandput
wacht op mij ik
wacht op u &
we worden wakker in deze woorden op wit
Kind in zon
zak niet weg in zeepaardjes
zak niet weg in zandwolven
zon is zo in zoon
Koen Vlerick