fbpx
deMens.nu

Uit onderzoek blijkt dat dieren bij het slachten pijn lijden en een verdoving hieraan remedieert. Het niet toebrengen van leed aan anderen is een ethische basisregel voor het vrijzinnig humanisme. Die ander is niet noodzakelijk enkel de mens, maar beslaat alle wezens die kunnen lijden.

Het argument dat de godsdienstvrijheid zou geschonden worden door een verbod op onverdoofd slachten is relatief aangezien er richtlijnen bestaan van eminente geestelijken die het verdoofd slachten toelaten. Zo wordt in bepaalde Europese landen het verdoven van dieren bij rituele slachting via kopelektroden of een kopslagtoestel aanvaard door de levensbeschouwelijke gemeenschappen omdat ze slechts een tijdelijke bewusteloosheid en geen hartstilstand veroorzaken.

Daarenboven is geen enkel recht absoluut, ook de vrijheid van godsdienst niet. Wanneer de overheid wetgeving baseert op ethische overwegingen zoals het vermijden van onnodig leed, staan deze boven godsdienstige voorschriften.

Wetgeving

De wetgever is, ondanks verschillende parlementaire initiatieven om het verdoven te verplichten, lang mild geweest ten koste van het dierenwelzijn door een uitzondering toe te staan voor het rituele slachten. Al in 2009 stelde het Europees Voedselagentschap dat er altijd een verdoving moet zijn voor het kelen.

Dit advies werd pas in 2015 opgenomen in een Europese verordening inzake de bescherming van dieren bij het doden. Daarop volgend besliste Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) om het onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren te verbieden. Dit riep heel wat weerstand op bij levensbeschouwingen die een orthopraxie kennen die het bedwelmen van dieren bij slachting verbiedt.

Op 28 juni keurde het Vlaams Parlement het verbod op onverdoofd slachten goed. Daardoor is het tegen 2019 verplicht om dieren te verdoven alvorens ze te slachten, ook bij ritueel slachten.

Opinies en nieuws