Meer blauw of meer Allah op straat?
Opgelet! Dit is een gearchiveerd bericht. Het is mogelijk dat er belangrijke afbeeldingen, links en/of video’s ontbreken.
Door Jurgen Slembrouck (Jurgen Slembrouck werkt bij de Vrijzinnige dienst van de Universiteit Antwerpen.) Lees het bericht op VRT NWS. Agentes de vrijheid geven om een hoofddoek te dragen, zou de onpartijdigheid van hun politiewerk fundamenteel aantasten. In navolging van de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg pleit ook burgemeester Hans Bonte ervoor om politieagentes een hoofddoek te laten dragen. Een dergelijke maatregel moet ervoor zorgen dat de politie een afspiegeling vormt van de toegenomen maatschappelijke diversiteit. Een meer representatief politiekorps zou volgens Bonte helpen om radicalisering en allerhande veiligheidsproblemen, die blijkbaar eigen zijn aan een superdiverse stad als Vilvoorde, te bestrijden. Tot zijn spijt moet hij echter vaststellen dat dit niet tot zijn lokale bevoegdheid hoort en hij voor de rekrutering van politiemensen afhankelijk is van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor wie begaan is met de neutraliteit van de overheid is dat laatste alvast een goede zaak. De neutraliteit van de politiediensten is immers van nationaal belang en overschrijdt ruim het lokale niveau. Agentes de vrijheid geven om een hoofddoek te dragen, zou de onpartijdigheid van hun politiewerk fundamenteel aantasten. Stel dat een dergelijke agente een proces-verbaal opmaakt voor een homokoppel dat in het openbaar heeft gevreeën en daarmee de openbare zeden schendt. Maakt zij dat dan op als politieagente of als moslima? Schijn van partijdigheid Uiteraard is niet enkel de hoofddoek problematisch. Zou Bonte het wenselijk achten dat een man die jarenlang werd misbruikt door een priester een klacht moet neerleggen bij een politieagent met een houten kruis rond zijn nek? Elk levensbeschouwelijk symbool gedragen door een ambtenaar verraadt een aanhorigheid bij een mens- en wereldbeeld, bij een referentiekader waarvan de fundamentele uitgangspunten mogelijk strijdig zijn met die van de rechtstaat. Zelfs indien de dienstverlening conform de kwaliteitseisen gebeurt, kan er een onwenselijke schijn van partijdigheid ontstaan. Het vertrouwen van de burger in de onafhankelijkheid van de overheid is voor het goed functioneren van de liberale rechtstaat echter dermate belangrijk dat ook die schijn van partijdigheid in rekening moet worden gebracht. Dat bleek al in 1924 toen de veroordeling van ene McCarthy werd verbroken omdat de klerk die aan de rechtbank verbonden was ook werkzaam bleek voor het advocatenkantoor van de tegenpartij. De Hoofdofficier van Justitie sprak toen de iconische woorden: ?that justice should not only be done, but should manifestly and undoubtedly be seen to be done.? Diezelfde gevoeligheid zien we ook in de deontologische code van de politiediensten opduiken waar artikel 22 stipuleert dat politiemensen ?elke handeling of houding vermijden waardoor het vermoeden van onpartijdigheid zou kunnen worden aangetast.? Het spreekt voor zich dat een vermoeden van partijdigheid het werk van politieagenten, die geacht worden om ook in conflictsituaties op te treden, zal bemoeilijken. Laten we een voorbeeld geven waar gelovigen zich niet door geviseerd hoeven te voelen. Wanneer “Den Antwerp” tegen “Den Beerschot” speelt, is het dan een goed idee om de politieagenten de vrijheid te geven een sjaal te dragen van de voetbalclub waar zij voor supporteren? Afspiegelingsneutraliteit is onhoudbaar Politici zoals Hans Bonte en Daniël Termont, die pleiten voor een model van afspiegelingsneutraliteit, zijn meestal enkel gevoelig voor die diversiteit die electoraal interessant is. Een hoofddoek is voor hen geen probleem, maar geldt dat ook voor andere overtuigingen? Laatst was er in Gent een conflict tussen een homokoppel en hun islamitische buren die hun wagen steevast parkeerden voor de garage van het homokoppel. Draagt het bij tot de conflictbeheersing wanneer de politiepatrouille het recht heeft om een T-shirt te dragen met een Mohammedcartoon? Wie meent dat de overheid een afspiegeling moet zijn van de diversiteit van de samenleving moet ook rekening houden met de gevoeligheden van minderheden wier overtuiging controversieel is. Een doorzichtig politiepak voor de naturist? Ethnic profiling is altijd slecht Wat Bonte bepleit is een omgekeerde vorm van ethnic profiling. Hij wil politiemensen aanwerven in functie van hun levensbeschouwelijk profiel. Zij zouden in monoculturele wijken met meer gezag de ordehandhaving kunnen afdwingen. Het probleem daarbij is echter dat zij hun gezag ontlenen aan hun levensbeschouwelijke identiteit en niet in aan het feit dat ze de rechtsgemeenschap vertegenwoordigen. Deze religieuze politie verliest buiten de wijk dan ook haar gezag. Ik wens een politieagent met een keppeltje die verzeild raakt in het superdiverse Vilvoorde veel succes. door Jurgen Slembrouck (Jurgen Slembrouck werkt bij de Vrijzinnige dienst ? Universiteit Antwerpen.) Lees het op de REDACTIE.BEAgentes de vrijheid geven om een hoofddoek te dragen, zou de onpartijdigheid van hun politiewerk fundamenteel aantasten. In navolging van de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg pleit ook burgemeester Hans Bonte ervoor om politieagentes een hoofddoek te laten dragen. Een dergelijke maatregel moet ervoor zorgen dat de politie een afspiegeling vormt van de toegenomen maatschappelijke diversiteit. Een meer representatief politiekorps zou volgens Bonte helpen om radicalisering en allerhande veiligheidsproblemen, die blijkbaar eigen zijn aan een superdiverse stad als Vilvoorde, te bestrijden. Tot zijn spijt moet hij echter vaststellen dat dit niet tot zijn lokale bevoegdheid hoort en hij voor de rekrutering van politiemensen afhankelijk is van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Voor wie begaan is met de neutraliteit van de overheid is dat laatste alvast een goede zaak. De neutraliteit van de politiediensten is immers van nationaal belang en overschrijdt ruim het lokale niveau. Agentes de vrijheid geven om een hoofddoek te dragen, zou de onpartijdigheid van hun politiewerk fundamenteel aantasten. Stel dat een dergelijke agente een proces-verbaal opmaakt voor een homokoppel dat in het openbaar heeft gevreeën en daarmee de openbare zeden schendt. Maakt zij dat dan op als politieagente of als moslima? Schijn van partijdigheid Uiteraard is niet enkel de hoofddoek problematisch. Zou Bonte het wenselijk achten dat een man die jarenlang werd misbruikt door een priester een klacht moet neerleggen bij een politieagent met een houten kruis rond zijn nek? Elk levensbeschouwelijk symbool gedragen door een ambtenaar verraadt een aanhorigheid bij een mens- en wereldbeeld, bij een referentiekader waarvan de fundamentele uitgangspunten mogelijk strijdig zijn met die van de rechtstaat. Zelfs indien de dienstverlening conform de kwaliteitseisen gebeurt, kan er een onwenselijke schijn van partijdigheid ontstaan. Het vertrouwen van de burger in de onafhankelijkheid van de overheid is voor het goed functioneren van de liberale rechtstaat echter dermate belangrijk dat ook die schijn van partijdigheid in rekening moet worden gebracht. Dat bleek al in 1924 toen de veroordeling van ene McCarthy werd verbroken omdat de klerk die aan de rechtbank verbonden was ook werkzaam bleek voor het advocatenkantoor van de tegenpartij. De Hoofdofficier van Justitie sprak toen de iconische woorden: ?that justice should not only be done, but should manifestly and undoubtedly be seen to be done.? Diezelfde gevoeligheid zien we ook in de deontologische code van de politiediensten opduiken waar artikel 22 stipuleert dat politiemensen ?elke handeling of houding vermijden waardoor het vermoeden van onpartijdigheid zou kunnen worden aangetast.? Het spreekt voor zich dat een vermoeden van partijdigheid het werk van politieagenten, die geacht worden om ook in conflictsituaties op te treden, zal bemoeilijken. Laten we een voorbeeld geven waar gelovigen zich niet door geviseerd hoeven te voelen. Wanneer “Den Antwerp” tegen “Den Beerschot” speelt, is het dan een goed idee om de politieagenten de vrijheid te geven een sjaal te dragen van de voetbalclub waar zij voor supporteren? Afspiegelingsneutraliteit is onhoudbaar Politici zoals Hans Bonte en Daniël Termont, die pleiten voor een model van afspiegelingsneutraliteit, zijn meestal enkel gevoelig voor die diversiteit die electoraal interessant is. Een hoofddoek is voor hen geen probleem, maar geldt dat ook voor andere overtuigingen? Laatst was er in Gent een conflict tussen een homokoppel en hun islamitische buren die hun wagen steevast parkeerden voor de garage van het homokoppel. Draagt het bij tot de conflictbeheersing wanneer de politiepatrouille het recht heeft om een T-shirt te dragen met een Mohammedcartoon? Wie meent dat de overheid een afspiegeling moet zijn van de diversiteit van de samenleving moet ook rekening houden met de gevoeligheden van minderheden wier overtuiging controversieel is. Een doorzichtig politiepak voor de naturist? Ethnic profiling is altijd slecht Wat Bonte bepleit is een omgekeerde vorm van ethnic profiling. Hij wil politiemensen aanwerven in functie van hun levensbeschouwelijk profiel. Zij zouden in monoculturele wijken met meer gezag de ordehandhaving kunnen afdwingen. Het probleem daarbij is echter dat zij hun gezag ontlenen aan hun levensbeschouwelijke identiteit en niet in aan het feit dat ze de rechtsgemeenschap vertegenwoordigen. Deze religieuze politie verliest buiten de wijk dan ook haar gezag. Ik wens een politieagent met een keppeltje die verzeild raakt in het superdiverse Vilvoorde veel succes.