fbpx
deMens.nu

Vrede, een kwestie van rede én liefde

Een filosofische bespiegeling

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg7 nr4

Make love, not war. Met die alom bekende leuze wilde een generatie vredelievende dromers in de jaren zestig een einde maken aan de oorlog in Vietnam. Bij uitbreiding moesten alle oorlogen én het kapitalistische wereldsysteem, onder druk van grote idealen en geweldloos verzet, eraan geloven. Meer dan vijftig jaar na het ontstaan van die hippieleuze is er nog steeds oorlog in de wereld. Kan liefde ooit de eeuwigdurende oorlogsdrift van de mens overwinnen?

Bert Goossens

Oorlog in tijden van liefde

Liefde kent vele gezichten: we kunnen liefdevolle gevoelens koesteren voor een partner, een kind, een ouder, een land, een vereniging, een ideologie, een god … Niet zelden echter ontsteekt die liefde net het oorlogsvuur.

Eeuwen voor het begin van onze jaartelling dichtte Homeros over de tienjarige strijd om Troje. De mythologische oorsprong van de oorlog zou bij de Trojaanse koningszoon Paris liggen, die uit de godinnen Hera, Athena en Aphrodite de mooiste moest kiezen. Paris’ keuze viel op Aphrodite, die hem de bevallige Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos, had beloofd. Paris ontvoerde Helena naar zijn heimat en vervolgens trokken alle Grieken, onder leiding van Menelaos’ oorlogszuchtige broer Agamemnon, ten oorlog tegen Troje.

©Shutterstock Alle wereldreligies verkondigen een boodschap van vrede en liefde, maar tegelijk bevatten de heilige geschriften ook minder vredelievende passages: alles staat of valt met de interpretatie van die teksten

In de klassieke oudheid was oorlog onlosmakelijk verbonden met het leven. De Griekse filosoof Herakleitos bijvoorbeeld zag oorlog of conflict als ‘oorzaak van alles’, alsof het een wezenlijke natuurkracht vormde. De oude Grieken en Romeinen dweepten met de heroïek van de Ilias. Het verhaal inspireerde de Macedonische koning Alexander de Grote om grote delen van Azië te veroveren. Zijn doel was evenwel niet de liefde, maar roem en onsterfelijkheid.

Veel geleerden uit de oudheid dachten na over hoe en onder welke voorwaarden oorlog kon plaatsvinden. Een ‘rechtvaardige oorlog’ bleek evenwel een zeer rekbaar begrip. De Romeinse senator en filosoof Cicero bijvoorbeeld holde het zelfverdedigingsrecht uit om de vele Romeinse slachtpartijen te kunnen verantwoorden.

Ook vandaag beroepen grootmachten zich op het zelfverdedigingsrecht om bepaalde militaire acties, ver van huis, te rechtvaardigen. Denk maar aan de invasie in Irak, waarbij de toenmalige Amerikaanse president George W. Bush en de voormalige Britse premier Tony Blair een war on terror voerden binnen het kader van de national security. Newspeak om andere, geopolitieke belangen te dienen.

De kerkgeleerde Augustinus werkte de theorie van de rechtvaardige oorlog verder uit. Eeuwenlang zouden vorsten ze aanwenden om oorlogje te spelen en hun voetvolk de vernieling in te sturen.

Want God is liefde
Je vindt er geen maagden,
geen lepels van goud.
Die heilige geschriften
zijn verwarrend en oud.
Er staat niet geschreven
dat elke zot
mag misbruiken en moorden
in de naam van God.
Want God is liefde
en zeker geen haat.
(…)
Uit: Hemel, Bart Peeters.

Als we in de geschiedenis op zoek gaan naar een boodschap van peace and love komen we al snel bij de wereldgodsdiensten uit.

Alle grote religies bevatten teksten met de boodschap om van anderen te houden en het nemen van menselijk leven te vermijden. In het boeddhisme is de afwijzing van moord het eerste van de vijf voorschriften. De leer van het hindoeïsme omvat geweldloosheid en eerbied voor alle leven. Het jaïnisme verwerpt het nemen van elke vorm van leven. De Koran stelt dat je het door God geschapen leven niet mag doden, en de Bijbel en de Thora vatten het simpel samen in het gebod: jij zal niet doden (of jij zal niet moorden).

Tegelijkertijd bevatten de heilige geschriften ook passages die minder vredelievend ogen. Mozes predikt in het Oude Testament de moraal van oog om oog, tand om tand. In het Nieuwe Testament ziet de vredevolle Jezus er geen graten in om met behulp van een zweep enkele veehandelaren uit de tempel te jagen.

Heilige geschriften bevatten een divers aanbod aan ethische perspectieven. Alles staat of valt natuurlijk met hoe men de religieuze teksten wil lezen en interpreteren, en bovenal, of men de vredesboodschap ook laat gelden voor zij die een ander (of geen) geloof aanhangen.

Religieuze voorschriften inspireerden Mahatma Gandhi en Martin Luther King in hun geweldloos verzet en Leo Tolstoj in zijn anarchistisch pacifisme. Dat religie evenwel kan motiveren om het zwaard op te nemen, bewijzen de vele heilige oorlogen, vroeger en nu.

Het idee van een eeuwige vrede wordt in de meeste religieuze denkbeelden voorbehouden voor een hiernamaals, waardoor het conflictueuze aardse leven toch wat draaglijker aanvoelt.

©Shutterstock Ondanks het globale bloedvergieten vormt de twintigste eeuw ook de tijd waarin het pacifisme aan de oppervlakte kwam drijven en de vredesbeweging wereldwijd van zich liet horen

Rede is vrede

Je kan de vraag opwerpen of het niet eerder de rede dan de liefde is die de basis heeft gelegd voor het relatief vreedzaam samenleven dat we vandaag als West-Europese burgers mogen ervaren.

Het valt niet te miskennen dat de Verlichting, waarbij de rede als hoogste goed wordt beschouwd, een bakermat vormt voor onze huidige vredevolle samenlevingsvorm: de seculiere rechtsstaat.

Tijdens de Verlichting veranderde het politieke denken. Vrede was, net als andere maatschappelijke thema’s, niet langer een zaak exclusief voor vorsten en machthebbers. De samenleving werd voortaan gesmeed door een sociaal contract tussen burgers en machthebbers, die de openbare orde handhaafden en de vrede moesten bewaren.

De vredesgedachte stopte bij de Verlichtingsdenkers niet aan de landsgrenzen. De Duitse filosoof Immanuel Kant stelde de oprichting van een federatie van vrije republieken, bestuurd door verlichte burgers, als voorwaarde voor wereldvrede. Supranationale instellingen zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie streven vandaag diezelfde gedachte na.

Vrede is zoveel meer dan de afwezigheid van oorlog. Vandaag kunnen we ons geen vredevolle maatschappij indenken zonder de vrijwaring van de universele mensenrechten. De denkbeelden van Plato en Thomas Hobbes, die vrede alleen mogelijk achtten in een autoritaire staat waarin de individuele vrijheden moeten wijken, mogen we netjes klasseren.

©Shutterstock Het valt niet te miskennen dat de Verlichting, waarbij de rede als hoogste goed wordt beschouwd, een bakermat vormt voor onze huidige vredevolle samenlevingsvorm: de seculiere rechtsstaat

Ons betere ik

De Canadese psycholoog Steven Pinker zet de stelling dat rede tot meer vrede leidt kracht bij in zijn boek Ons betere ik. Waarom de mens steeds minder geweld gebruikt.

Gewapend met een resem cijfers en statistieken argumenteert hij dat er nog nooit zoveel vrede is geweest in de wereld. Door de eeuwen heen is de mens minder gewelddadig geworden. In premoderne samenlevingen sloeg men elkaar om de haverklap de kop in. Traag maar gestaag bouwden mensen aan samenlevingen die samenwerking en vrede faciliteerden, met als orgelpunt de moderne seculiere rechtsstaat. Vandaag heerst in het grootste deel van de wereld vrede.

Pinker beroept zich voor zijn vredestheorie onder andere op het werk van socioloog Norbert Elias. Die stelde dat de Europeanen in de loop van enkele eeuwen leerden hun impulsen te beheersen, de langetermijngevolgen van hun handelingen te doorzien en rekening te houden met de gedachten en gevoelens van anderen. Een cultuur van eer, waarbij wraak een centraal gegeven vormde, maakte plaats voor een cultuur van waardigheid, waarbij men de emoties in bedwang probeerde te houden.

Wat Pinkers werk boeiend maakt, is dat hij naast het historische luik ook aandacht heeft voor de psychologische dimensie van vrede. Hij beschrijft hoe enkele innerlijke demonen leiden tot geweld: instrumenteel geweld, gewelddadige ideologie, wraak, sadistisch genoegen, roem en macht …

Het is dankzij onze ontwikkeling van de ‘goede engelen’, empathie, zelfbeheersing, moreel besef en gebruik van de rede, dat we als samenleving in staat zijn om vrede te faciliteren. Pinker gelooft met andere woorden niet dat de beschaving maar een dun laagje vernis is. We zijn als mensen vanaf de moderniteit geleidelijk aan minder wreed geworden. De Canadese psycholoog meent evenwel niet dat de agressieve kant van de mens ooit volledig gaat verdwijnen. Die zit te sterk ingebakken in onze biologische natuur. Een gezonde dosis agressie is vanuit een evolutionair perspectief ook nodig voor de mens om te overleven.

©Shutterstock Cultuurhistoricus David Van Reybrouck pleit voor een actieve vredeseducatie binnen en buiten de schoolmuren: niet alleen de spelregels van onze samenleving aan jongeren meegeven, maar ook hun empathische vermogens aanscherpen

Pragmatisch pacifisme

Een vaak gelezen kritiek op Pinker is dat hij creatief omspringt met cijfergegevens om zijn vooruitgangsoptimisme kracht bij te zetten. Het valt niet te miskennen dat de twintigste eeuw, met onder andere twee Wereldoorlogen, bijzonder wreedaardig was. De stelling dat het vroeger mogelijk nog slechter was, klinkt weinig overtuigend. De Koude Oorlog had het potentieel om uit te draaien op een allesvernietigende Apocalyps en wat als er anno 2018 een kernraket in handen van een groep terroristen valt? Alle statistische vooruitgang kan in één actie worden weggevaagd.

Ondanks het globale bloedvergieten vormt de twintigste eeuw ook de tijd waarin het pacifisme aan de oppervlakte kwam drijven. De beweging werd bruusk verstoord door de twee Wereldoorlogen en lange tijd gemarginaliseerd. Ze vond echter in de jaren na de Tweede Wereldoorlog haar tweede adem.

Het pacifistische gedachtegoed, waar de leuze make love, not war op steunt, kan eng worden ingevuld als het volledig afzweren van geweld. Een meer pragmatische invulling keurt oorlog principieel af, maar accepteert de mogelijkheid om geweld te gebruiken voor zelfverdediging en bescherming van de kwetsbaren.

Pacifisme houdt sociale actie in en onderscheidt zich daarmee van het passieve pray for peace. Activisten die ijveren voor democratie, mensenrechten, ontwapening, (gender)gelijkheid … hebben door de jaren heen belangrijke bijdragen aan het pacifistische gedachtegoed geleverd. Politiek werd het pacifistische gedachtegoed uitgedragen door onder anderen Mahatma Gandhi, Martin Luther King en Nelson Mandela; individuen die tot op vandaag tot de verbeelding spreken.
Op zondag 23 oktober 1983 bereikte het pacifistische protest in België zijn hoogtepunt. Ruim 400.000 mensen protesteerden toen tegen de plaatsing van Amerikaanse en Russische kernraketten in West- en Centraal-Europa. Tot nu toe de grootste manifestatie die ons land heeft gekend.

Empathie in actie

Het menslievende pacifisme heeft zijn limieten. Geopolitieke belangen domineren nog steeds de politieke wereldagenda en ondanks massale straatprotesten blijft de wapenlobby in de Verenigde Staten haar eigen wetten schrijven. Tegenwoordig worden de meeste oorlogen uitgevochten in landen tussen gemeenschappen die door etniciteit, taal, religie en/of geografie worden verdeeld. Terreur tegenover burgers is hierbij de vaakst gebruikte oorlogsstrategie.

Alleen door rede én liefde kunnen we samenlevingen binden en conflicten, die in hun meest radicale vorm in terreurdaden uitmonden, ontmijnen. De Vlaamse schrijver en cultuurhistoricus David Van Reybrouck breekt in Vrede kun je leren, geschreven samen met psychotherapeut Thomas d’Ansembourg, een lans voor een actieve vredeseducatie binnen en buiten de schoolmuren. We moeten niet alleen de spelregels van onze samenleving aan onze jongeren meegeven, aldus Van Reybrouck, maar ook hun empathische vermogens aanscherpen.

Vandaag krijgt ook de oorlog in ons hoofd meer en meer aandacht. Want hoe vredig is ons bestaan, wanneer we kampen met stress, een laag zelfbeeld of andere psychologische problemen? We kunnen pas spreken van een volkomen vreedzame samenleving als we naast de verdrinkende vluchtelingen en slachtoffers van terreur ook de pesterijen, zelfdodingen, burn-outs … tot een absoluut nulpunt kunnen reduceren.

Liefde en zorg voor de (mede)mens blijft ook anno 2018 een humanistisch ideaal om na te streven.

Meer weten?
Philosophy of War & Peace, Danny Praet (ed.), VUBPress, 2018.
Peace. A History of Movements and Ideas, David Cortright, Cambridge University Press, 2008.
Ons betere ik. Waarom de mens steeds minder geweld gebruikt, Steven Pinker, Uitgeverij Contact, 2011. Pinker is op 10 november 2018 te gast op het filosofiefestival Nacht van de Vrijdenker in Gent. Meer info op: www.nachtvandevrijdenker.be
Vrede kun je leren, David Van Reybrouck en Thomas d’Ansembourg, De Bezige Bij, 2017.