fbpx
deMens.nu

Kunst tussen oorlog en vrede

Van propaganda tot aanklacht

Online artikel. Lees meer over vrede in deMens.nu Magazine jg7 nr4

Vaak wordt kunst gezien als louter entertainment, en dan nog vooral voor de elite. Er rijst dan ook regelmatig kritiek op het geld dat naar de kunstsector vloeit, terwijl er bijvoorbeeld in de zorgsector zoveel tekorten zijn. Maar zijn die subsidies voor de kunsten wel zo onterecht? Wat volgt is een pleidooi voor kunst, want ja, ook kunst heeft zo haar functie en waarde.

Wendy Serraris

Invloed van maatschappij en tijd

In tijden van maatschappelijke spanningen en oorlog kan kunst op verschillende manieren worden ingezet. Enerzijds kan je kunst gebruiken om propaganda te voeren, anderzijds kan je er een situatie mee aanklagen. In de kunstsector beweren sommigen dat kunst zich ver van alle politiek zou moeten houden, en dat – in het verlengde daarvan – totalitaire kunst geen echte kunst is. Maar in hoeverre is zuiver autonome kunst een utopie? Wordt niet elke kunstenaar beïnvloed door de maatschappij en de tijd waarin hij of zij leeft? Om nog maar te zwijgen van de politiek, die altijd als eerste aan zet is wanneer het over het toekennen van publiek geld gaat. Op die manier bepaalt de politiek bijna automatisch de agenda van kunstinstituten.

© Shutterstock.com  Kunstinstallatie in Berlijn van de Chinese kunstenaar Ai Weiwei waarmee hij de vluchtelingencrisis aanklaagt

We mogen dus gerust stellen dat kunst per definitie gepolitiseerd is. De link tussen maatschappelijke issues en kunst is van alle tijden. Je vindt hem in meer of mindere mate bij hedendaagse kunstenaars, zoals Ai Weiwei en David Cerný, maar ook in vorige eeuwen zie je die onlosmakelijke invloed die maatschappij en kunst op elkaar uitoefenen. Aangezien we dit jaar de honderdste verjaardag van het einde van de Eerste Wereldoorlog herdenken, keren we even naar die periode terug.

 

Industrialisatie en patriottisme

Het futurisme als kunststroming ontstond aan het begin van de twintigste eeuw in Italië uit het kubisme. De futuristen riepen op tot revolte. Ze kantten zich tegen de toenmalige maatschappij en dan vooral tegen de meer gegoede klasse. Ze zetten zich af tegen sociale ongelijkheid en tegen de decadentie van rijke burgers die zich konden veroorloven musea, bibliotheken, operahuizen … te bezoeken. Het is niet verwonderlijk dat die beweging in Italië ontstond, bij uitstek een land waar kunst en cultuur prominent aanwezig zijn en de oudheid wordt gekoesterd.

© Shutterstock.com  Unieke vormen van continuïteit in de ruimte, een futuristisch beeldhouwwerk van Umberto Boccioni dat een enorme dynamiek en beweging uitstraalt

Het futurisme dweepte met de industrialisatie en met de fabrieken, grote steden en noeste arbeiders. Oorlog en geweld vonden zij een vorm van hygiëne; het maakte de wereld opnieuw gezond. Ze verheerlijkten geweld, militarisme, patriottisme. Ze vonden dan ook dat Italië moest deelnemen aan de oorlog en riepen jongens en mannen op om ten strijde te trekken. Vrouwen daarentegen waren ondergeschikt en werden minachtend behandeld.

Toen na de Eerste Wereldoorlog het fascisme opkwam, schaarden de futuristen zich meteen achter figuren als Benito Mussolini. De Italiaanse schrijver Filippo Marinetti, die in 1909 als het ware het startschot voor het futurisme had gegeven met een futuristisch manifest, richtte een eigen partij op die al snel samensmolt met de fascistische partij van Mussolini. Al die aspecten zijn terug te vinden in het werk van futuristen, met kenmerken als agressie, snelheid, beweging, nieuwe technologie, vooruitgang, industrie … Kijken we bijvoorbeeld naar een van de bekendste werken uit de futuristische kunst, Unieke vormen van continuïteit in de ruimte van Umberto Boccioni. Dat beeldhouwwerk straalt een enorme dynamiek en beweging uit.

 

Verwoesting en dood

We kunnen dus stellen dat het futurisme zeer positief stond tegenover de oorlog, het fascisme en het nationalisme, en er zelfs propaganda voor voerde. Er waren evenwel ook veel andere stemmen. Een daarvan was Otto Dix, een Duitse schilder en graficus, geboren in 1891. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog had hij zich enthousiast als vrijwilliger opgegeven om mee te strijden aan de zijde van de Duitsers. Hij kwam echter totaal getraumatiseerd terug van het slagveld en zou jaren later nog steeds nachtmerries hebben van wat hij daar allemaal had gezien. Die trauma’s leidden tot een obsessie die je in zijn latere werk terugvindt.

© Shutterstock.com  Otto Dix, hier afgebeeld op een Duitse postzegel, schilderde de gruwelen die hij aan het front van de Eerste Wereldoorlog had gezien; hij gaf oorlogsinvaliden een gezicht, maar kreeg te horen dat hij niet vaderlandslievend was

Otto Dix vond dat het beeld van de oorlog en de dappere soldaat te sterk werd geromantiseerd en dat de burgers die thuisbleven geen idee hadden van wat er zich aan het front afspeelde. Hij ging schilderen wat hij tijdens de oorlog allemaal had gezien, niet op een abstracte manier zoals de futuristen, maar in een figuratieve stijl zodat er niets aan de verbeelding werd overgelaten. Er bleef weinig over van het heroïsche beeld van de soldaat; in zijn schilderijen spelen verwoesting en dood een hoofdrol. Otto Dix gaf, samen met nog andere kunstenaars zoals John Singer Sargent, een gezicht aan oorlogsinvaliden, van wie nauwelijks foto’s werden gepubliceerd.

Toen Otto Dix zijn schilderij De loopgraaf presenteerde, kreeg hij heel wat commentaar te verwerken over de manier waarop hij de oorlog in beeld bracht; hij zou niet vaderlandslievend zijn. Een later werk, De oorlog, werd evenmin gesmaakt door de regering, die zijn creaties als antinationalistisch bestempelde. Er werd hem verweten dat hij oorlogsslachtoffers beledigde en zelfs nationale defensie tegenwerkte, omdat hij er mee voor zorgde dat burgers niet meer aan de oorlog wilden deelnemen. De nazi’s waren er nog minder van gediend. Otto Dix gaf sinds 1926 les aan de Kunstacademie van Dresden, maar daar kwam een einde aan toen Hitler in 1933 aan de macht kwam. Hij werd ontslagen, kreeg een verbod om nog tentoon te stellen en veel van zijn werken werden in beslag genomen en verkocht of vernietigd. De oorlog kon hij redden door het in een molen te verstoppen.

 

© Shutterstock.com  Toen de Tsjechische kunstenaar David Cerný nog student was, schilderde hij de Russische tank die als oorlogsmonument in Praag stond, roze uit protest tegen de inval van het Warschaupact in Tsjechoslovakije

De weg naar kunst

Kunst kan dus wel degelijk een functie vervullen in de maatschappij. Het kan mensen een spiegel voorhouden, hen aan het denken zetten, ja, soms zelfs een geweten schoppen. Jammer genoeg vinden nog te weinig mensen hun weg naar musea, tentoonstellingen … of kunst in het algemeen. Initiatieven om kunst dichter bij de mensen te brengen en om mensen kunst te leren waarderen, zijn dus broodnodig. Maar … daar is geld voor nodig.