fbpx
deMens.nu

De kracht van immunotherapie

Vierde pijler in strijd tegen kanker

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg8 nr1

In België wordt één man op drie en één vrouw op vier voor zijn of haar 75ste verjaardag met kanker gediagnosticeerd. Ieder jaar worden meer dan 65.000 nieuwe kankergevallen – of meer dan 175 per dag – geregistreerd. Harde cijfers waarachter onnoemelijk veel leed schuilgaat. De laatste tijd duiken er geregeld hoopgevende berichten op over patiënten in een uitzichtloze situatie die dankzij immunotherapie zijn genezen. Is immunotherapie het nieuwe wondermiddel?

Hilde Vandervelde

Efficiënt en gericht opruimen

In essentie is immunotherapie een groep van behandelingsmethoden waarbij het eigen immuunsysteem wordt geactiveerd om kankercellen aan te vallen en op te ruimen. Het immuunsysteem heeft de kracht om ons lichaam te verdedigen tegen allerlei bedreigingen. Het is in staat om vreemde indringers, zoals ziekteverwekkende bacteriën en virussen, te herkennen en te bestrijden. Hetzelfde geldt voor onze eigen cellen die veranderingen hebben ondergaan, zoals kankercellen; ook die kunnen door het immuunsysteem worden herkend.

Een kankercel vertrekt van een normale cel, maar door veranderingen of afwijkingen in de genetische code van die cel is de kankercel niet meer honderd procent gelijk aan de normale cel. Die genetische veranderingen kunnen worden veroorzaakt door verschillende factoren, onder andere door een ongelukkige fout van de natuur, door stoffen die beschadigend werken zoals tabaksrook en uv-licht van de zon, of door sommige virussen. Het feit dat een kankercel op bepaalde vlakken verschilt van een gewone cel, maakt dat ze ook herkenbaar wordt voor het immuunsysteem.

© VUB Thierry Geenen  Oncoloog Bart Neyns, afdelingshoofd Medische Oncologie van het Universitair Ziekenhuis Brussel

“Immunotherapie maakt gebruik van die mogelijkheid van het immuunsysteem om kankercellen als vreemd te herkennen en te vernietigen.” Aan het woord is oncoloog Bart Neyns, afdelingshoofd Medische Oncologie van het Universitair Ziekenhuis Brussel. “Om het bevattelijker te maken, worden immuuncellen vaak voorgesteld als soldaten. Wanneer er een vreemde en gevaarlijke indringer is, met name de kankercellen, worden die soldaten gemobiliseerd. Hoewel de kankercellen worden herkend, bedienen die zich van een afweermechanisme om de immuuncellen af te remmen. De therapeutica of geneesmiddelen die vandaag het beste resultaat opleveren en het meest worden gebruikt bij immunotherapie, zorgen ervoor dat die remmingen worden weggenomen, zodat de immuuncellen de kankercellen efficiënter en gerichter kunnen bestrijden en opruimen. Of zodat de soldaten de indringer kunnen aanvallen en uitschakelen.”

 

Grenzen worden verlegd

Inmiddels is immunotherapie één van de vier pijlers binnen de behandeling van kanker, naast chirurgie, radiotherapie en chemotherapie. In sommige gevallen kan immunotherapie als enige behandeling toegediend worden, in bepaalde gevallen kan ze met andere behandelingen gecombineerd worden. Immunotherapie bestaat in verschillende vormen, onder meer antilichamentherapie, celtherapie en vaccinatietherapie, maar belangrijk om te weten is dat immunotherapie niet bij alle kankers kan worden ingezet.

“De meeste successen boeken we bij helaas relatief weinig frequente vormen van kanker”, licht professor Neyns toe. “Met name bij Hodgkin lymfoom; van de enkelingen die niet op chemotherapie reageren, kan zo’n tachtig procent met immunotherapie worden geholpen. Idem bij Merkelcelcarcinoom, een heel zeldzame vorm van huidkanker. Dan heb je nog tumoren die een heel aparte afwijking in zich dragen, microsatellietinstabiliteit genoemd, en die slechts in beperkte mate voorkomen bij dikkedarm-, maag- en slokdarmkanker en bij baarmoederslijmvlies-, eierstok- en prostaatkanker. Ook daar werkt immunotherapie erg goed. En ten slotte zijn er ziekten waar de behandeling ook helpt, zij het procentsgewijs wel minder. Melanoom, een agressieve vorm van huidkanker, is daar een voorbeeld van. Van die patiënten kan ongeveer vijfentwintig à dertig procent met immunotherapie worden bijgestaan.”

“Dat er nu mogelijkheden zijn, ook al is het slechts voor een beperkte groep, dat zijn wel bijzondere lichtpunten. Je ziet dat de grenzen worden verlegd en dat is fijn. Zeker als je al een tijd in het beroep staat, en je al tal van mensen aan de ziekte hebt moeten afgeven”, gaat dokter Neyns verder.

 

© Shutterstock.com  “We mogen ons gelukkig prijzen dat meer en meer patiënten dankzij immunotherapie hun dodelijke kanker overleven, iets waar we tot vijftien jaar geleden alleen van konden dromen”, aldus Bart Neyns

 

 

Gefragmenteerde vooruitgang

Het onderzoek naar immunotherapie staat uiteraard niet stil. Hoe ziet oncoloog Bart Neyns dat evolueren? “Er lopen zeer vele onderzoeken en het zou verwonderlijk zijn indien er nergens enige doorbraak of vooruitgang zou worden geboekt. Maar het blijft wel afwachten. De wetenschap beschikt vandaag over technologieën die toelaten veel sneller dan voorheen inzicht te verwerven. Een eerdere doorbraak op het vlak van geneesmiddelen creëerde zo de verwachting dat er op korte termijn verdere ontdekkingen zouden volgen. Toen het daaropvolgende grootschalige onderzoek teleurstellende resultaten opleverde, heeft dat opnieuw voor een zekere ontnuchtering gezorgd.”

Volgens professor Neyns zal de vooruitgang waarschijnlijk meer gefragmenteerd zijn. “Daarmee bedoel ik dat bepaalde toepassingen zullen worden uitgebreid naar nierkanker, hoofd- en halskanker, blaaskanker … De volgende stap zal dan misschien slechts een gedeelte van de mensen binnen één ziektetype vooruithelpen. En bij een aantal frequente ziekten, zoals prostaat- en borstkanker, heeft de huidige generatie van succesvolle immunotherapeutica nog heel weinig effect. Er zijn ontwikkelingen die in theorie wel mogelijk zijn, maar de klinische toepassing ervan laat op dit ogenblik toch nog even op zich wachten.”

 

“Je ziet dat de grenzen worden verlegd
en dat is fijn”

 

Indirect effect

In 2018 ging de Nobelprijs voor geneeskunde naar James Allison en Tasuku Honjo, de grondleggers van immunotherapie tegen kanker. Kan dat een stimulans voor het onderzoek betekenen, vragen we aan professor Neyns, of heeft zoiets weinig impact? “Voor de klinische ontwikkeling en toepassing zal dat niet meteen een groot verschil maken. Het toekennen van die Nobelprijs is vandaag de dag vooral belangrijk omdat het zoveel media-aandacht genereert. Het begrip immunotherapie, als succesvolle pijler bij kankerbehandeling, zal beter ingeburgerd raken. Ongetwijfeld kan het ook jonge mensen – artsen of wetenschappers die nu studeren – enthousiasmeren en zo indirect bijdragen tot de verdere ontwikkeling van immunotherapie. De erkenning onder de vorm van een Nobelprijs heeft dus vooral een moeilijk berekenbaar effect.”

“Soms doet zich nu een andere situatie voor”, besluit Bart Neyns. “Door alle berichten denken mensen wel eens dat immunotherapie bij alle kankers werkt. Dat zorgt voor ontgoocheling, wanneer ze vernemen dat de behandeling bij hun ziekte niet kan worden ingezet. Daartegenover staat dat we ons gelukkig mogen prijzen dat meer en meer patiënten dankzij immunotherapie hun dodelijke kanker overleven, iets waar we tot vijftien jaar geleden alleen van konden dromen.”