fbpx
deMens.nu

Over rituelen, hun zin en betekenis

Een antwoord op de wond(er)en des levens

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr1

Hoeveel definities van ‘het ritueel’ zouden er zijn? Google leert: véél. En dan zijn er nog alle (academische) boeken en essays. Sociologie, antropologie, filosofie, psychologie – zowat alle zachte wetenschappen buigen zich erover. Geen paniek, we parkeren die boeiende maar vermoeiende discussie even. Laten we daarentegen op stap gaan, de breedte maar ook de diepte in. Rituelen, wat is daar het punt van?

Anne-Flor Vanmeenen

Onze excuses evenwel, we moeten al meteen onze belofte wat bijsturen. We moeten toch een béétje weten waarover we spreken, al gaan we niet te ingewikkeld doen. Neanske Tuinman, een rituelenbegeleidster, vat het zo samen: “Een ritueel is een geheel van gestileerde handelingen waarmee mensen op symbolische wijze uiting, ordening en zin geven aan een belangrijke gebeurtenis in hun leven.” Simpel, to the point, maar uitgebreid genoeg om veel te omvatten. Laten we het stuk voor stuk verkennen.

 

Een gestileerd en symbolisch geheel

Een ritueel is om te beginnen ‘een geheel’. Het moet samenhangen en kloppen, stéék houden. Het is geen willekeurig patchwork van onderdeeltjes, mensen moeten begrijpen waarom ze bepaalde dingen doen of bijwonen. Handelingen zijn niet zomaar inwisselbaar en zelfs binnen eenzelfde ritueel niet zomaar verwisselbaar. Over welke handelingen hebben we het? Van dansen, zingen of kaarsjes aansteken tot offers brengen of jezelf pijnigen. Zelfs spreken is een soort handelen, ‘performatieve taal’ heet dat. Een baby een naam geven, een koppel tot echtgenoten verklaren – dat zijn woorden die iets veranderen.

Rituelen geven structuur, én ze zijn een kanaal: je kan er emoties en gedachten in kwijt, je kan je liefde of je gemis vormgeven, je kan iets dat er niet is aanwezig maken, zelfs aanspreekbaar en hanteerbaar, je kan dingen die niet in gewone taal te vatten zijn toch naar buiten brengen © Alexandros Michailidis / Shutterstock.com

Maar, belangrijk: de handelingen zijn gestileerd. Je kan ze niet zomaar uitvoeren, ze hebben een bepaalde vorm of stijl nodig. Soms is die vorm door een bepaalde traditie voorgeschreven, soms is het de context en persoonlijke betekenisgeving die grenzen afbakent, maar hoe dan ook kan het niet ‘eender hoe’. Ook het omkaderende is van belang. De kledij bij een uitvaart bijvoorbeeld, of die nu zwart is of net bewust wit of gekleurd. Bepaalde ceremoniële voorwerpen. De plaats waar iets gebeurt. Er is zelfs wisselwerking mogelijk: vorm, plaats en dergelijke kunnen de inhoud van een ritueel niet alleen ondersteunen maar tevens beïnvloeden. Sla er bijvoorbeeld de literatuur maar eens op na over de impact van de vormgeving van een crematorium op de beleving van een afscheidsritueel.

Stileren slaat niettemin op meer dan stijl alleen. Het gaat ook om vereenvoudigen en ‘ontletterlijken’, zeg maar, condenseren van betekenis. Wat ons bij symboliek brengt. Met je handelingen doe je allerlei andere dingen dan diegene die je doet. Met je woorden zeg je allerlei andere dingen die je niet letterlijk zegt, misschien zelfs niet eens zou kunnen zeggen. Je verbeeldt iets. Je schenkt geen glas wijn tijdens de eucharistieviering, je vergiet het bloed van Christus. Je trapt geen glas kapot op een joods huwelijk, je symboliseert broosheid en herdenkt de verwoesting van een tempel.

 

Structuur, uiting en zingeving

En al dat soort rare dingen doen we dus eigenlijk om ‘uiting, ordening en zin te geven aan een belangrijke gebeurtenis’. Dat rituelen structuur geven is al langer erkend. Ze geven ritme aan het jaar, aan de seizoenen, maar ook aan het leven. Ze bieden manieren om overgangen te maken: van winter naar zomer, van vrijgezel naar echtgenoot, een moment om je doden te herdenken, om te beseffen dat je alweer een jaartje ouder bent. Het zijn ankerpunten in de tijd.

Naast structuur zijn ze een kanaal. Je kan er je emoties en gedachten niet alleen door ordenen, je kan ze er ook in kwijt. Door rituelen kan je uiting geven aan je wensen, dromen, verlangens. Je kan je liefde vormgeven of je gemis. Je kan iets dat er niet is, aanwezig maken. Misschien zelfs aanspreekbaar en hanteerbaar. Je kan dingen die niet in gewone taal te vatten zijn, toch naar buiten brengen en er iets mee doen.

 

“Rituelen geven ritme aan het jaar, aan de seizoenen, maar ook aan het leven: ze bieden manieren om overgangen te maken”

 

Het ‘nut’ hiervan wordt bijvoorbeeld zeer duidelijk bij ingrijpende gebeurtenissen zoals een aanslag of een ramp. Op die momenten worden heel veel emoties opgewekt: er is onmacht, woede, verlies van vertrouwen in de mens en de wereld. Als een soort emotionele aardbevingen trekken zo’n gebeurtenissen door een gemeenschap en dan moet er puin geruimd worden. De dingen moeten weer hun juiste plaats krijgen. Rituele handelingen, van een stille mars tot het leggen van een bloemetje, kunnen hier een bedding bieden om onze gevoelens eruit te krijgen, te delen en zorg te geven.

Overigens, ook bij kleine breuklijnen is dat zo. Bedenk hoeveel mensen verloren lopen tijdens de coronacrisis, omdat rituelen aan het sterfbed of zelfs tijdens de uitvaart sterk beperkt zijn. Nabestaanden blijven zitten met hun zielenroerselen, het verhaal voelt ‘niet af’. Uit gemis kan je soms duidelijk betekenis afleiden. Dat geldt ook voor rituelen. Alleen, gaandeweg werden rituelen misschien een beetje slachtoffer van hun ‘succes’ en nam de nutsfunctie het over.

 

Uitknippen voor persoonlijk welzijn

Rituelen komen los van hun grotere kaders en worden voor ons persoonlijk welzijn ingezet: zo zie je een vuurloopceremonie nu in een workshop zelfvertrouwen opduiken © Shutterstock.com

Filosoof Herman De Dijn spreekt van ‘instrumentalisering’, ‘therapeutisering’ en ‘sentimentalisering’. Typisch voor onze postmoderne tijd zou zijn dat we rituelen gaan uitknippen uit de omkaderende verhalen en gebruiken voor ons persoonlijk welzijn. Rituele verbrandingen – bijvoorbeeld van foto’s – duiken op in therapiesessies, vuurlopen in cursussen zelfvertrouwen, zweethutten of theeceremonies in wellnesscentra. De link met een groter verhaal, het verbinden van een gemeenschap – zeg maar, ‘al het overstijgende’ – wordt uitgehold en weggegomd.

Een grote maatschappelijke diagnose, die we als vrijzinnig humanistische consulenten soms ook heel concreet in het werkveld ontmoeten. Zo denken we aan de worsteling van een priester die geen eerste communie wenste te begeleiden tijdens een pluralistisch groeifeest. Voor hem klopte dat niet, zo’n eerste hostie krijgen maakt deel uit van een hele traditie. Het kerkgebouw, de voorwerpen, de liederen, gebeden en verhalen – álles wat de communie omgeeft, is er ook mee verweven. Je kan die ene handeling niet uitknippen en in een andere ceremonie plakken. Daar zijn zeker meerdere meningen over mogelijk, maar het illustreert wel eenzelfde pijnpunt of tendens, zo je wil.

Toch is het niet al teloorgang wat de klok slaat. Het is niet gezegd dat het uitkleden of isoleren van bepaalde rituelen, ook afbreuk aan die rituelen doet. Zou een vuurloop binnen zijn oorspronkelijke kader aan kracht verliezen omdat hij elders als confidence booster wordt gebruikt? Zou een zenboeddhist minder authentiek kunnen mediteren omdat mindfulness nu ook een techniek in de pijnkliniek of een artikel in Flow Magazine is? Dat lijkt me geen noodzakelijk gevolg. Daarnaast doen rituelen nog steeds twee zeer belangrijke zaken: ze lijmen en ze gronden.

 

Gevoel van samenhorigheid

Toen de mensheid sedentair werd en in grotere gemeenschappen ging samenleven, nam ook de behoefte aan rituelen toe om een gevoel van samenhorigheid, een gedeeld waardenkader te scheppen en te versterken © Yana Demenko / Shutterstock.com

Over het verbindende aspect van rituelen bestaan heel interessante theorieën. Archeologen merken een toename van spiritualiteit en rituelen op het moment dat de mensheid sedentair werd en in grotere gemeenschappen ging samenleven. Er waren manieren nodig om banden te smeden naast de bloedband. Bepaalde handelingen moesten een gevoel van samenhorigheid, een gedeeld waardenkader scheppen en versterken. We laten in het midden of dat nu opnieuw een ‘instrumentalisering’ van rituelen is, dan wel omgekeerd, of dat de grote zingevende kaders waarvan de teloorgang wordt beweend, zo in een meer bescheiden daglicht plaatst. Misschien is dat zelfs geen cruciale vraag, misschien heeft elke tijd gewoon zijn manier om de dingen te benaderen en bestaat daar geen absolute waarheid in.

In elk geval, in een tijd waar sociologen spreken van believing without belonging, kunnen rituelen zinvolle schakels zijn. Mensen hebben allerlei overtuigingen, maar voelen zich steeds minder aan een bepaalde groep gebonden. Dat heeft voor- en nadelen, maar hoe dan ook, het gevoel ergens thuis te horen, er niet alleen voor te staan, dat is niet minder essentieel dan vrijheid. We hebben een ‘samen’ nodig. Wellicht is dat een van de belangrijkste drijfveren bij bijvoorbeeld het ‘dopen’ van een schip bij de marine. Die stalen reus wordt zo een stukje thuis, de bemanning een stukje familie. Bijna niemand verwacht nog om met het inwijdingsritueel het lot van het schip daadwerkelijk te beïnvloeden, maar er wordt een microkosmos gecreëerd. Het schip en alle deelgenoten worden in een gedeeld verhaal ingeschreven.

 

Ruimte voor betekenis

Dat brengt ons bij het andere punt: betekenisgeving. Volgens theoloog Peter Nissen slaan rituelen een gat in de tijd. Alles komt even op pauze te staan en er ontstaat ruimte. Dat vacuüm vullen we met betekenis. We bedenken wat we willen uitdrukken, we staan letterlijk en figuurlijk stil bij een jaareinde, een relatie, een verlies of wat dan ook. Meer nog, in zijn aanvoelen doen we dat in de huidige tijden misschien des te meer net omdát we rituelen vaker zelf ontwerpen. Je kan dus treuren om het ‘shopgedrag’ dat we vertonen als het om rituelen gaat, maar je kan er ook de ommezijde van zien: doordat we bewust moeten kiezen, denken we vaker na over de essentie. Die zoektocht naar een vocabulaire en handelingsrepertoire wordt bijvoorbeeld mooi duidelijk bij ‘doe-het-zelf’-plechtigheden.

‘Rituele creativiteit’, ‘rituele explosie’ of het concept van ritueelwetenschapper Ronald Grimes ‘ritualiseren’ zijn typische begrippen van deze tijd. Ook al was er altijd al een graad van vernieuwing, de termen duiden op een nieuwe manier van omgaan met rituele elementen. Daarbij horen vervlakking en vermenging, maar net zo goed een zekere reflectie en bewustzijn. De keuze is natuurlijk niet onbeperkt. Als postmodernen vallen we dan misschien wel buiten een ‘dominant verhaal’, maar we zijn nog steeds gebonden aan onze eigen tijd, plaats en cultuur. Sommige dingen zijn gepast (met een grote grijze zone vol discussies) en andere niet. Onvrijwillige lichaamsverminkingen kunnen bijvoorbeeld steeds minder – gelukkig maar. De ‘spirituele humus’ waarop wij gedijen heeft een bepaalde en begrensde samenstelling.

 

Zoeken naar antwoorden

De nood aan rituelen is niet bij iedereen even sterk, maar de zoektocht naar betekenisvolle antwoorden en transformerende handelingen bij levensvragen en crisismomenten is universeel menselijk, en zo heeft elk ritueel zijn boodschap en betekenis © Shutterstock.com

Met De Dijn zijn we het wél eens dat wij rituele wezens zijn. We móéten ons verhouden tot de mysteries en wond(er)en van het leven, daar valt niet aan te ontkomen. Hoe wetenschappelijk, rationeel of economisch we ook geworden zijn, zingeving is nog steeds cruciaal in ons bestaan. Denk aan de woorden van Viktor Frankl, psychiater en Holocaustoverlevende, die zin als levensreddend beschouwde. Als je het nuchter bekijkt, zijn rituelen complete waanzin. Je praat tegen dingen die er niet zijn, je doet rare handelingen en, vreemder nog, je besteedt er soms een half spaarboekje aan. Wat een verspilling van tijd en middelen. Het is toch dat ze érgens over moeten gaan? Dat ze aansluiten op een vrij primaire behoefte? Dat betekenisgeving geen luxeproduct is?

Als je namen noemt bij een dodenherdenking in het leger, dan benoem je ook opnieuw het ‘waarom’. Die mensen zijn gestorven voor onze vrede en vrijheid, en daarmee is hun dood (en in één adem ook het werk van hun nog levende collega’s) niet zinloos. Zoiets is intrinsiek motiverend. Of als je een scheidingsritueel uitvoert, dan verbind je (gek genoeg). Je schept een nieuw gedeeld kader om samen als gescheiden gezin in verder te gaan. Een studentendoop zegt dan weer: welkom in onze groep.

En zo heeft elk ritueel zijn boodschap. Dat heeft in essentie niets met geloof te maken, vandaar dat ook vrijzinnig humanisten er waarde aan hechten. Uiteraard is de nood aan rituelen niet bij iedereen even sterk, maar de zoektocht naar betekenisvolle antwoorden en transformerende handelingen bij levensvragen en crisismomenten is universeel menselijk. Wat je levensvisie ook is, niemand ontsnapt aan de nood om een zekere samenhang en logica in het leven en de wereld te ervaren. In het arsenaal aan middelen om dat te bereiken, te bewaren of te herstellen, staan rituelen met stip voorop.