fbpx
deMens.nu

Opinie: Iedereen kapitalist!

Wereldwijd smulden media van de GameStop-saga. Duizenden kleine beleggers gaven grote beleggingsfondsen een koekje van eigen deeg. Door gecoördineerd aandelen te kopen van een keten die games verkoopt, deden ze de koers opveren. De big players hadden zwaar ingezet op de omgekeerde trend. En haalden bakzeil. Wall Street reageerde geschrokken. Zelfs het IMF reageerde. In eigen land sprak de hoofdeconoom van BNP laconiek over mensen met teveel tijd om handen door corona. Kleine beleggers moeten worden opgeleid om ‘volgens de regels’ te spelen, klinkt het elders.

Financiële geletterdheid is zeker een manco in de samenleving, we willen inderdaad geen casino-cultuur. Maar dat is net de perceptie die de mensen krijgen als ze de grote jongens aan het werk zien. De burger kan op de beurs vooral een vorm van onontgonnen macht verwerven, en zo een bepaald evenwicht herstellen. Hoe meer mensen aandelen verwerven, hoe beter voor iedereen. Alleen is er een grote koudwatervrees. En die moet worden overwonnen.

 

Arbeid adelt niet langer

De bankencrisis van 2008-2009 veroorzaakte een collectief trauma: de kleine man is altijd de pineut. Ongelijkheid groeide uit tot belangrijk beleidsthema. Big was no longer beautiful, ook in andere domeinen van het leven. Terug naar het authentieke, het ambachtelijke, maar ook het ‘eigene’. Alles met autoriteit deelde in de klappen: politiek, media en supranationale instellingen verloren het vertrouwen. Populisten roken hun kans om het verhaal naar hun hand te zetten. Het begin van de Age of Anger.

De anonieme en institutionele aandeelhouder was uiteraard ook de vijand, zéker bij de gedupeerde huisvaders die voor het eerst (en het laatst) enkele centjes in Fortis, Arco of Kaupthing hadden gestoken. De economie werkte immers alleen voor die op winst beluste fat cat. Kapitaal kan vrijuit de aarde rondreizen op zoek naar het beste rendement en de meest gunstige investerings- en fiscale omstandigheden. Arbeid kan dat veel moeilijker. En dan kwam er ook nog een zekere Piketty op de proppen met een onleesbaar boek – maar wel één dat wel supereenvoudig samen te vatten was: kapitalisme is van nature een spel waarin de kansen niet gelijk zijn verdeeld.

Of er een kapitalistisch complot bestaat, weten we niet. Het is wél een feit dat het inkomen van mensen in de rijke landen al een tijdje stagneert. In de economische literatuur is men er lang van uitgegaan dat de vruchten van economische groei van nature vrij billijk verdeeld worden tussen arbeid en kapitaal. En dat is in de praktijk ook vrij lang zo gebleken, tot rond de eeuwwisseling. De zogeheten “wet van Bowley” gaat niet meer op.

De verklaringen hiervoor lopen uiteen. Afhankelijk van welk petje men op heeft, wijst men naar ‘neoliberalisme’ dat de macht van de vakbonden heeft gebroken, of naar machtige vakbonden die de arbeidsmarkt hebben gebroken. Wat niemand in twijfel trekt, is de impact van technologie. Innovatie in machines, processen en technologie ligt in veel sectoren aan de basis van productiviteitsgroei, vooral in de maakindustrie. De vruchten vloeien dus meer en meer terug naar wie in dat ‘kapitaal’ investeerde of … belegde en minder naar de arbeider.

 

Iedereen vermogend

“De paradox van deze tijd”, noemde Rutger Bregman het: we moeten steeds minder werken om steeds meer welvaart te produceren en toch wordt dat als een gigantisch probleem gezien. Dat is geen kwestie van economische wetten, wel van de manier waarop we als samenleving doelen stellen en een cultuur omheen die doelen creëren.

Zo hebben we mensen aangeleerd om vooral een vaste job te zoeken en te houden en te sparen voor een eigen huis. Nu zouden we beter mensen aanmoedigen om aan vermogensopbouw te doen. Daar zitten steeds vaker de opbrengsten van de economie. En daar zit ook een toenemende vorm van maatschappelijke impact.

Door spaargeld te activeren creëren we vers kapitaal voor grote bedrijven én start-ups. Beide zullen moeten leren rekening houden met de stem van de kleine belegger. Voor wie de rijkdom van bottom-up participatie erkent en weet hoe ze te benutten, is dat een extra voordeel en geen blok aan het been. Laat de nieuwe opvolger van de wet Cooreman – De Clercq maar komen. Net als verdere verbeteringen aan het kader voor werknemersparticipatie, naar succesvol Duits corporatistisch Mittelstand-model.

Op middellange termijn kunnen we naar een echte transitie gaan. Belastingen op arbeid zouden we gradueel kunnen laten uitdoven. De productiefactor staat toch onder druk, waarom ze ook nog eens kapot belasten? Nu wringen we ons in duizend bochten om ‘jobs, jobs, jobs’ te creëren. Alleen maken we ze peperduur en is het perspectief op meer koopkracht beperkt. Om van de vernederende bureaucratie voor werklozen nog maar te zwijgen. De opbrengsten voor de staatskas zijn op het einde van de rit eerder bescheiden – zeker als het citroenpersmodel aan de andere kant van de balans zoveel langdurig zieken blijft creëren.

Een basisinkomen kan wel degelijk een duurzaam alternatief zijn, als een soort vooruitgangsdividend dat door technologische productiewinst wordt gecreëerd. Er zijn ook varianten mogelijk: ongelijkheid ligt vaak immers al bij de baby in de wieg. Om die in te dammen biedt Singapore elke pasgeborene een startpakket cash en gratis onderwijsondersteuning. Wij zouden elke pasgeborene een soort instappakket Bel-20 aandelen kunnen geven, met wat overheidsobligaties erbij. In te wisselen – of zelfstandig te beheren en te traden – vanaf de leeftijd van 16.

 

Aubry Cornelis