fbpx
deMens.nu

De nieuwe schoolstrijd

Hoe de toekomst van het onderwijs ons allen raakt

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr1. Lees hier meer recensies.

Aljosja Van der Straeten

De laatste jaren waren de politieke discussies over het Vlaamse onderwijs niet uit het nieuws weg te denken. De halfslachtige ‘modernisering’ van het secundair onderwijs, ouders die voor schoolpoorten kamperen om hun kinderen in te schrijven, de debatten tussen pedagogen die focussen op vaardigheden en zij die hameren op kennis … allemaal geregeld doorspekt met berichten over hoe onze schoolresultaten serieus achteruit aan het boeren zijn.

Barbara Moens is journaliste en onderwijsspecialiste, en vanuit die hoedanigheid een bevoorrechte getuige van de evoluties in het Vlaamse onderwijslandschap het afgelopen decennium. Met De nieuwe schoolstrijd levert ze een uiterst vlot geschreven en leeswaardig werk af, dat de onderwijsdebatten mooi kadert in de bredere maatschappelijke en politieke evoluties van onze tijd.

De eerste twee hoofdstukken van het boek behelzen de brede geschiedenis van het onderwijs in België en Vlaanderen, van 1815 tot Pascal Smet. Centraal hierin staat het concept ‘vrijheid van onderwijs’, een typisch compromis à la belge waar iedereen het zijne onder verstaat en dat tot op de dag van vandaag het belangrijkste begrip in onderwijsdebatten is. Vooral interessant is het overzicht van de jaren 1988-2014, een periode die Moens als “in de loopgraven” bestempelt. Zonder te raken aan de fundamentele evenwichtsoefening tussen vrij en officieel onderwijs zoals die in het Schoolpact van 1958 bezegeld was, kreeg ons onderwijslandschap in die periode haar huidige vorm.

Moens staat onder andere stil bij de regionalisering van het onderwijs, de (quasi) gelijke financiering tussen de onderwijsnetten, het ontstaan van scholengemeenschappen, de rol van het onderwijsmagazine Klasse, enzovoort. Voor iedereen die een spoedcursus onderwijspolitiek anno 2020 nodig heeft, bieden die hoofstukken een mooie inleiding.

Het is echter in de volgende vier delen dat de these van Moens over ‘de nieuwe schoolstrijd’ vorm krijgt. Hiermee doelt ze op de herpositionering van het Vlaamse politieke landschap binnen het onderwijsdebat. Waar vroeger christendemocraten lijnrecht tegenover liberalen en socialisten stonden, is nu N-VA de grote uitdager die zich opwerpt als verdediger van het klassieke kennisonderwijs (lees: de katholieke ASO-colleges).

Met veel kennis van zaken en op basis van talloze interviews met de hoofdrolspelers, reconstrueert Moens hoe N-VA frontaal de aanval heeft ingezet tegen onderwijsvernieuwers in het algemeen, en de Guimardstraat (de katholieke onderwijskoepel) in het bijzonder. Ze maakt duidelijk hoe de profilering op onderwijs past binnen het bredere N-VA-partijdiscours, op vlak van de economie (kenniswerkers als belangrijkste grondstof van de Vlaamse economie), met betrekking tot het rechten en plichten-verhaal (taalverwerving als motor voor de integratie van nieuwkomers), en in het kader van de bredere aanval tegen het verzuilde middenveld. Tijdens de ambtstermijn van Hilde Crevits als onderwijsminister (2014-2019) was de spanning tussen beide Vlaamse coalitiepartners bij momenten pijnlijk voelbaar. Terwijl Bart De Wever en Lieven Boeve (topman van het katholiek onderwijs) in de media duchtig naar elkaar uithaalden – herinnert u zich de heisa over de dialoogschool nog? – had het kabinet-Crevits de grootste moeite om essentiële hervormingen door te voeren. Gevolg: er is nog steeds geen loopbaanpact voor leerkrachten, hoewel het werkveld hier al jaren om vraagt.

Op basis van die nieuwe breuklijn schetst Moens vervolgens wat de komende jaren de hete hangijzers in het onderwijsdebat zullen zijn. Enerzijds is dat de rol en financiering van de koepels, met als achterliggende vraag: Wat is het juiste bestuursniveau waarop het onderwijs moet worden geregeld? Moeten scholen zelf de voornaamste besluitvormers zijn, of de koepels? Of moet net de overheid directiever te werk gaan? Anderzijds zal het debat zich toespitsen op de kwaliteitsmeting van ons onderwijs: Moeten we naar een systeem van gecentraliseerde toetsen gaan? En gaan we scholen hier dan op afrekenen?

In al die discussies zal het concept van de onderwijsvrijheid centraal blijven staan, maar zoals steeds zal het door de verschillende spelers op verschillende manieren worden ingevuld. Het boek werd gepubliceerd net voor Ben Weyts minister van Onderwijs werd, en het is interessant om zien hoe de beslissingen van het kabinet-Weyts aansluiten op (of net afwijken van) de verwachtingen die de auteur schept.

Als we toch een puntje van kritiek moeten geven, is het dat Moens veel dieper ingaat op het katholiek onderwijs dan op het officieel en het overige vrij onderwijs. Op die manier weerspiegelt het boek – al dan niet bewust – de focus van de vorige Vlaamse regering. Anderzijds is er ook nauwelijks tot geen aandacht voor de andere onderwijsniveaus: het hoger onderwijs, het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, het buitengewoon onderwijs. Over de basiseducatie vind je zelfs helemaal niets terug. Maar eerlijk is eerlijk, de oude schoolstrijd had voornamelijk betrekking op het leerplichtonderwijs, dus is het niet onlogisch dat dit in De nieuwe schoolstrijd ook het geval is. Het is immers hier dat de meeste zieltjes (of stemmen) te winnen zijn.

 

De nieuwe schoolstrijd
Hoe de toekomst van het onderwijs ons allen raakt
Barbara Moens
Polis, 2019
ISBN 9789463104203

Foto bovenaan © Shutterstock.com