fbpx
deMens.nu

Zinvolle volzinnen & warme woorden

De betekenis van afscheidsplechtigheden

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr1

“Woorden zijn als touw, soms dikke koord, soms flinterdunne draad, maar altijd verbinden ze. Ons met werkelijkheid, elkaar, onszelf. We weven er tapijten mee, landschappen van vroeger en nu. Rafels en draden die weer zin worden, krijgen.” Dat schreven we een tijdje geleden voor een uitvaartplechtigheid, en na het interview met Jean-Pierre Leleu dachten we er opnieuw aan.

Anne-Flor Vanmeenen

Wie is Jean-Pierre Leleu? Een man met een groot hart, een gedreven perfectionist en een softie (sic). Hij is al elf jaar vrijwilliger afscheidsplechtigheden bij het huisvandeMens van Ieper. Reeds 189 uitvaarten sprak hij uit, waarvan ongeveer een kwart ook zelf geschreven. Een man met recht van spreken dus …

 

Ontroerd door het persoonlijke

Jean-Pierre Leleu

Hoe het begon? Teksten schrijven en spreken voor publiek was hem niet vreemd. Bij de dood van zijn jongere broer kwam hij in contact met het huisvandeMens. Hij sprak zelf de uitvaartrede uit – een moeilijke, maar wel mooie klus. Eens met pensioen wilde hij iets zinvols doen en spreken op plechtigheden sprak hem aan. Niet veel later was Jean-Pierre en route. Mensen die voor het eerst zo’n vrijzinnig humanistische uitvaartplechtigheid meemaken, zijn dikwijls ontroerd door het warme en persoonlijke ervan. Het gebeurt dat iemand hem zegt: “Als ik kom te sterven, zou ik willen dat jij mijn uitvaart doet.” Een mooi compliment dat Jean-Pierre graag ludiek beantwoordt: “Aan welke datum had je gedacht? Dan kijk ik of ik nog een gaatje in mijn agenda vind.”

Humor relativeert. Het geeft weer wat adem. Zelfs tijdens een uitvaart moet een grappige anekdote kunnen. “Mensen beleven er deugd aan om even te glimlachen bij een grappige herinnering.” Toch bedient Jean-Pierre zich met grote terughoudendheid van retorische vaardigheden. “Je moet een tekst ‘brengen’, niet gewoon aflezen. Daarbij zijn stiltes, mimiek, intonatie even belangrijk als woorden. Wanneer mensen kwetsbaar en ontredderd zijn, mag je hun gevoelens niet bespelen. Als spreker gebruik je alleen retorische middelen om ervoor te zorgen dat de overledene een passend afscheid krijgt waaraan de familie en vrienden een goed gevoel zullen overhouden.”

 

Een zo eerlijk mogelijk beeld

Een evenwichtsoefening, dat is het in vele opzichten. Wat doe je als een slechthorend vrouwtje in het publiek na elke vijf zinnen luidop aan haar buur vraagt: “Wat zegt ie?” Wat als iemand in de zaal onwel wordt? Of als Yves Leterme, toen nog premier, op de eerste rij storend hard praat? Soms moet je minzaam negeren en soms moet je wat krachtdadiger optreden. Improvisatietalent is geen overbodige luxe.

Waar je de poppen echt aan het dansen hebt, is bij familiale spanningen. “Soms gaat het om de overledene zelf, kan iets maar moeilijk benoemd worden. Dat begrijp ik, al schets ik een zo eerlijk mogelijk beeld van de overledene. ‘Van de doden niets dan goeds’ is de gemakkelijkste oplossing, maar ik denk dat je de waarheid geen geweld mag aandoen. Wij hebben allemaal onze fouten en kwaliteiten, dat is precies wat ons mens maakt. Als je iets moeilijks respectvol kan verwoorden, is er gelukkig veel mogelijk. Wat vaker voorkomt, is dat het soms bij de nabestaanden mis zit: spijt, onuitgeklaarde zaken, schuldgevoelens, vragen die blijven. Ik geloof niet dat je rouw altijd kan ‘verwerken’. Er zijn dingen die je nooit meer kan rechtzetten. En die altijd zullen blijven hangen.”

 

Schakel in het rouwproces

Tijdens een uitvaartplechtigheid moet je als spreker een tekst ‘brengen’, maar je mag niet nodeloos op de gevoelens van mensen inspelen die op dat moment heel kwetsbaar en ontredderd zijn © Shutterstock.com

Toch is het niet al kommer en kwel. Een uitvaart is een belangrijke schakel in het rouwproces. Zelfs het gesprek vooraf speelt een rol. “Het gesprek kan een plaats zijn om je gevoelens en gedachten te ordenen. Wat draag je mee van iemand? Wat laat je los? Wat bewaar je? Soms komen nabestaanden zelfs nieuwe dingen te weten. De dochter of zoon die zelden een compliment van vader kreeg bijvoorbeeld en in zo’n gesprek plots verneemt dat vader zo trots op haar of hem was en dat ook aan iedereen vertelde.”

Of dat niet lastig is, al die heftige emoties? Dat behoedzaam aftasten, de plooien helpen gladstrijken en tegelijk ‘de kool en de geit sparen’, zoals Jean-Pierre dat zo kleurrijk benoemt. “Er zijn plechtigheden die meer in je kleren kruipen dan andere. Al moet ik toegeven dat elk afscheid me raakt. Die empathie vind ik ook nodig. Als ik die niet meer voel, stop ik ermee. Je mag trouwens nooit bang zijn om je eigen gevoelens te tonen. Vóór elke plechtigheid spreek ik met de familie en op het einde condoleer ik hen nog eens persoonlijk. Ook ik heb mijn rituelen: voor ik huiswaarts trek, neem ik telkens de tijd om te ‘decompresseren’ bij een koffietje.”

Mogelijk is onze blik op rituelen wel wat eng? De plechtigheid zelf, dat is zeker een keerpunt. Daar benoem je echt publiek dat een leven voorbij is, de overgang wordt gemaakt. En natuurlijk, na afloop volgt een lang rouwproces. Maar eigenlijk is heel de aanloop ernaartoe óók al therapeutisch. Het zoeken van beelden, woorden, muziek. Het terugdenken en op een rijtje zetten …

 

Verbinding en samenhang geven

Misschien gaat het uiteindelijk allemaal om verbinding? Met de overledene, met onszelf en onze nieuwe realiteit, met elkaar in al onze verschillende belevingen van de feiten. Verbinding tussen schrijver, lezer, familie en overledene om samen op eenzelfde soort golflengte te komen waar de dingen ‘kloppen’. “Als je van iemand na de plechtigheid hoort: ‘Je moet die mens goed gekend hebben’, terwijl je eigenlijk over een quasi onbekende sprak, dan is dat een mooi compliment. Dan weet je dat alles goed zat.”

Maar verbinden betekent ook: je openstellen. Je voelsprieten laten werken, zachtjes sturen waar nodig en laten komen zoals het komt. Het doet ook iets met je. “In het verhaal van de mensen zie je wel eens dingen uit je eigen leven. Maar net zo goed omgekeerd: naast de ruimte voor het verhaal van de overledene zelf, zit er ook iets van mij in die tekst. Het stroomt in twee richtingen.”

Verbinding dus, en waarschijnlijk net daarom ‘werken’ die afscheidsrituelen. Er is geen eeuwenoude traditie, geen bedding van vertrouwde teksten of symbolen waarop wij kunnen terugvallen. Het is eigen aan vrijzinnig humanistische uitvaarten dat ze allemaal nét iets anders zijn en dat we telkens opnieuw een gepaste invulling zoeken. Maar er is wel een diepmenselijke connectie. Eigenlijk zijn we een soort tapijtenknopers die losse eindjes weer wat samenhang geven. Met onze woorden weven we nieuwe verbindingen, touwtjes van taal. Dan hoeven we onszelf, elkaar, onze doden nooit kwijt te raken.

Meer weten?

  • Meer informatie over afscheidsplechtigheden vind je hier.
  • Op zoek naar een huisvandeMens? Klik hier.

 

Sprekers op afscheidsplechtigheden zijn eigenlijk een soort tapijtenknopers die losse eindjes weer wat samenhang geven: met hun woorden weven ze nieuwe verbindingen © Shutterstock.com