Onzichtbare rolmodellen
Het rolmodel in elk van ons
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr3
Op het geboortekaartje van mijn jongste neefje staat: “Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein. Je hoeft ze niet te zoeken, je kan ze ook zijn.” Hetzelfde denk ik over rolmodellen. Natuurlijk kunnen Michelle Obama of Greta Thunberg erg inspirerend zijn, maar de voorbeelden naar wie ik het meest opkijk, ontmoet ik in mijn dagelijks leven, vaak op mijn werk.
Lieve Goemaere
Als vrijzinnig humanistisch consulent ontmoet ik vaak inspirerende mensen in het huisvandeMens. Omdat ik hun huwelijksceremonie ga schrijven, of de afscheidsdienst van hun vader, omdat ze op zoek zijn naar informatie over de levenseindewetgeving, of willen stilstaan bij de trage vragen. De luxe in mijn job is dat ik daar tijd voor mag nemen. Niet alles moet er haastje-repje doorgejaagd worden.
Ik krijg de kans om mensen te leren kennen, te bevragen, te ontdekken wie iemand echt is. Soms ontmoet ik echte pareltjes. Mensen aan wie ik jaren later nog terugdenk, van wie ik bepaalde zaken heb geleerd. Personen die, ook in kortstondige ontmoetingen, een dusdanige indruk hebben gemaakt dat ik ze soms als een moreel kompas zie. Eén vast rolmodel heb ik niet, maar van veel mensen heb ik al zoveel kleine dingetjes geleerd. Kleine dingen die de grootsheid van een mens illustreren.
Altijd baas over je eigen leven
Zo herinner ik me een gesprek voor een huwelijksplechtigheid, waarbij een van mijn eerste vragen altijd is: “Vertel eens iets over je thuissituatie in je jeugdjaren. Wie was de jonge jij?” Ik merkte het meteen aan de fysieke reactie van de bruidegom op mijn vraag: er scheelde iets. Hij bleef aanvankelijk wat op de vlakte, wat ik tegenover een wildvreemde ook zou doen. Maar zo’n gesprek duurt best wel een hele poos, je tast elkaar af en schat elkaar in, en ik merkte dat zijn voorbehoud aan het verdwijnen was.
En hij vertelde over zijn vader die hij al jarenlang niet meer had gezien, en ook niet meer wilde zien. Over de ontelbare klappen die hij als kind had gekregen. Over de riem. Over zijn kleerkast voor zijn slaapkamerdeur, om toch maar even veilig te zijn. En dan, met heel veel schroom: hoe hij zijn vader soms in zichzelf ziet en voelt. Hoe hij kan uitbarsten tegenover zijn partner en hun kinderen, buiten proportie. Hoe hij dan eigenlijk bang is van zichzelf, en zichzelf veracht achteraf. Hoe dat de grootste vrees in zijn leven is: net zoals zijn vader worden.
Geloof me, je wordt er stil van wanneer een stoere kerel zo zijn hart op tafel legt, terwijl hij dat in de verste verte niet van plan was. En dan het moment waarop zijn toekomstige echtgenote haar hand op zijn hand legt, en zegt: “Jij bent je pa niet. De kinderen aanbidden je. We zien je graag.” Ik kreeg er kippenvel van. Je moet het maar doen: weten hoe het niet moet, en er alles aan doen om je kinderen niet door diezelfde hel te sturen. Al mijn bewondering voor die bruidegom die me leerde hoe je altijd zelf baas over je eigen leven bent.
Weten wat er echt toe doet
Het omgekeerde krijg ik gelukkig veel meer te horen: hoe ouders het geweldig goed hebben gedaan met hun kinderen. Een hele tijd geleden ontmoette ik de zes kinderen van Lucien (om privacyredenen is Lucien een schuilnaam, red.) die zijn afscheidsplechtigheid kwamen regelen. Lucien was geen heilige, integendeel. Elk kind had verschillende keren een vuist in zijn zak moeten maken. Die vader van hen, daar kon je soms van tegen de muren opvliegen, met zijn brute taal en zijn zwart-witgedachten. Lucien had ook altijd gelijk, en was vaak niet voor rede vatbaar.
Maar nu ze bij mij zaten om zijn begrafenis te regelen, was het zo klaar als een klontje: de balans was positief. Hun vader, een eenvoudige mens die op zijn veertiende begon te werken, had hen zoveel bijgebracht over het leven en hoe het te leiden. Over relativeren, over weten wat er echt toe doet, over er onvoorwaardelijk zijn voor elkaar, ook na ruzies en discussies.
Ik ontmoette een familie met groot en oprecht verdriet, mensen die dankbaar konden terugblikken, een familie die klaar was om samen te rouwen. En dat konden ze door hun vaak irritante en tegelijk onmisbare rolmodel: clanvader Lucien. Dat hij het godverdomme goed had gedaan als vader, schreef ik in zijn afscheidsdienst, want Lucien doorspekte ook elke zin die hij uitsprak met vloekwoorden.
Mensen die de wereld doen draaien
Ik smul van dergelijke verhalen, echt waar, en leer er veel door. Ik hoor verhalen van mensen die de grootste tegenslagen hebben meegemaakt, en die nog steeds de kracht vinden om door te gaan. Ik bewonder de veerkracht van zoveel personen die ik al heb gesproken.
Je kind verliezen, en in dat allesoverheersende verdriet toch nog de drive vinden om er het beste van te maken. Terminaal ziek zijn, en zelf de mensen om je heen troosten, de kracht geven om verder te doen zonder jou, terwijl jij wel diegene bent die gaat sterven. Geconfronteerd worden met beperkingen, en jezelf telkens opnieuw uitvinden. Altijd voor de beste versie van jezelf gaan. Je leest niet in de krant over die mensen, er worden geen boeken over hun leven geschreven, en de loop van de rivier veranderen ze niet. Maar ze verleggen veel stenen.
En dan zijn er nog die talloze vrijwilligers bij ons in het huisvandeMens naar wie ik opkijk. Een deel van hen is gepensioneerd, en dan denk ik: je moet het maar doen, na je professionele leven opnieuw zo’n engagement aangaan. Maar ook de jongere vrijwilligers die zomaar, belangeloos en voor niets een stukje van hun kostbare vrije tijd opofferen om anderen en ons bij te staan. Die iets willen doen voor hun medemens, zonder daarvoor iets in ruil te verwachten.
Niet dat ze niets terugkrijgen. Ik hoor veel vrijwilligers enthousiast vertellen over hoe hun engagement hun leven verrijkt, hoeveel deugd het hen doet iets voor een andere mens te kunnen betekenen.
Lucien zou hebben gezegd: “Het zijn die mensen die de wereld doen draaien.” En hij zou nog maar eens gelijk hebben gehad.
Op zoek naar een huisvandeMens in je buurt? Neem hier een kijkje.