Blikvanger: Ik heb nooit begrepen waarom de wereld niet gewoon van iedereen is
In onze rubriek Blikvangers bieden we een platform aan kritische collega’s, vrijwilligers en stagiairs die graag hun blik werpen op de mooie en minder mooie kantjes van onze samenleving.
Met mijn Belgisch paspoort kan ik zonder al te veel problemen overal naartoe reizen. Ik moet maar voor 19% van de landen in de wereld een visum aanvragen. Syriërs daarentegen moeten een visum aanvragen om binnen te mogen in 86% van de landen. Om te werken en me permanent te settelen zal er mogelijks wat meer papierwerk bij komen kijken. Maar de kans dat ik in mensonterende detentiecentra terecht zal komen of uit pure wanhoop in honger/dorststaking zal moeten gaan om tot een oplossing over mijn verblijfsstatus te komen is nihil.
Ik stel mij dus de vraag waarom ik dat wel kan en anderen niet? Het helpt natuurlijk dat ik uit 1 van de rijkste regio’s ter wereld kom en dus eigenlijk nergens voor zou willen of moeten vluchten. Maar dus enkel en alleen omdat ik de ‘juiste’ papieren – een Belgisch paspoort – op zak heb kan ik vrij kiezen waar ik naartoe wil. Dat wringt bij mij, dat privilege dat ik heb omdat ik toevallig op de juiste plaats op deze wereldbol ben geboren. De juiste plaats volgens wie, wie maakt die rangschikking tussen mensen, en waarom?
“Goederen, diensten en kapitaal vliegen de wereld rond. Alleen voor mensen bestaan er nog grenzen.” Schrijft Naima Charkaoui in haar boek ‘Het opengrenzenmanifest’. Ze kaart het taboe aan dat zelfs maar nadenken over open grenzen geworden is. Stel je een vraag, of sluit je open grenzen in de toekomst niet a priori uit, dan moet je wel een lid zijn van die mysterieuze opengrenzenlobby. Uiteraard is het niet zo simpel als gewoon zeggen ‘vrijheid blijheid’ en we zetten alles open. Maar open grenzen bij voorbaat uitsluiten als mogelijke toekomstpiste is accepteren dat bepaalde mensen(levens) meer waard zijn dan anderen. En dat zal ik nooit doen.
De huidige Europese en Belgische spelregels willen mensen kost wat kost buiten houden. En dat terwijl de EU eigenlijk het schoolvoorbeeld is van de economische welvaart die open grenzen kunnen betekenen. Zo geeft de EU jaarlijks 25.7 miljard (!) euro uit aan migratie en grenscontrole. Vorig jaar bedroeg het budget van Frontex, de Europese grenswacht, al 460 miljoen euro. De komende jaren loopt dat op naar 900 miljoen. En dat terwijl de Europese Rekenkamer onlangs nog stelde dat het betwijfelt dat Frontex in staat is het toezicht op de buitengrenzen van de Unie doeltreffend uit te voeren.
Dat is wel heel veel geld, voor bitter weinig resultaat. Tenzij iemand een dodental van 34.361 mensen – and counting – sinds 1995 als een goed resultaat beschouwd? Nu kunnen we het over veel oneens zijn maar ik ben er van overtuigd dat niemand dat als resultaat wil. En toch is dat wat het huidige systeem ons oplevert. En hoe zeer we het niet willen zien, horen of voelen ontsnapt niemand van ons aan de morele verantwoordelijkheid voor dit resultaat. Dus waarom zouden we ons de vraag niet stellen of het misschien anders kan? Of dat geld niet voor iets anders gebruikt kan worden?
Nu, als we vertrekken vanuit ons huidige sociale zekerheidssysteem zijn open grenzen onbetaalbaar. Dit is een argument dat ik vaak hoor en ook begrijp. Er zijn ook veel hardwerkende mensen die in België geboren en getogen zijn, die enorm hard werken en het ook moeilijk hebben. En dus willen we de vele voordelen van onze sterke welvaartstaat niet verliezen. Maar wie is ons aan het wijsmaken dat die mensen in een open systeem het weinige dat ze hebben ook zouden kwijtraken? Hét open grenzen experiment bij uitstek, de Europese Unie, toont net dat de gemiddelde welvaart er voor iedereen op vooruit ging. Het is niet zo dat iedereen een kleiner stukje van de taart krijgt. De taart wordt groter zodat iedereen een lekker stukje kan meepikken.
Er valt natuurlijk zeker iets te zeggen over het principe dat je eerst sociale rechten opgebouwd moeten worden alvorens je van de voordelen van onze sterke welvaartstaat kan ‘profiteren’. Maar dan moet het natuurlijk wel mogelijk zijn om deze rechten op te bouwen, en daar knelt momenteel het schoentje. Een aanzienlijk deel van de hongerstakers in Brussel waren bv. aan het werk. Allemaal in het zwarte circuit, omdat ze geen geldige verblijfspapieren hadden. En dat gaat dan gepaard met uitbuiting, hongerlonen en geen enkele opbouw van sociale rechten. We willen dus dat mensen die naar hier komen bijdragen, maar die mensen die dat effectief (willen) doen, wordt het onmogelijk gemaakt.
In de opinie van Lode Cossaer stel hij dat een uitbreiding van onze werkende bevolking onze productiviteit enkel maar zal verhogen. Na een bepaalde periode zal ook de druk op de lonen verdwijnen zodat die -voor alle werkenden- kunnen stijgen. Dit als gevolg van de nieuwe welvaart die er kwam door de extra arbeidskracht van migranten. Hij durft te beweren dat open grenzen een win-win situatie kan zijn. Ik ben geneigd om die stelling te aanvaarden.
Ik stel hier dus de volgende oprechte vraag aan mijn mede-humanisten: Wat is er nu eigenlijk zo verkeerd aan open grenzen? Laten we hierover het debat voeren waarbij we boven de emoties en huidige niveau van het migratiedebat stijgen. Is een toekomst van zonder grenzen wenselijk en haalbaar? Welke drempels zijn er echt en waarom willen sommige mensen dit onderwerp a priori onbespreekbaar maken? Laten we hierover durven nadenken. Want ik heb nooit begrepen waarom de wereld niet gewoon van iedereen is …
Boeiende lectuur:
Wordt het geen tijd om na te denken over open grenzen? – Lode Cossaer
Harriet Taylor
Pseudoniem