Het einde der tijden
Vermijden dat de bom valt
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr4. Lees hier meer artikels over ‘tijd’.
“Want stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.” De auteurs van het Bijbelboek Genesis wisten het al: aan alle mooie liedjes komt een einde. Onze planeet en al het leven op aarde zullen ooit vergaan. Maar in plaats van ons op profetieën te baseren, kunnen we beter nagaan welk perspectief de wetenschap ons op het einde ter tijden biedt.
Bert Goossens
Het idee van een eindtijd
Stel het je maar eens voor. Je bent een oermens die naar een pikzwarte hemel tuurt. De wind giert door je houten beschutting. Bliksemschichten luiden een krachtige donderknal in, de kinderen kruipen dicht tegen hun ouders aan. Wanneer in de verte een boom vuur vat, begint het familiehoofd te bidden voor een goede afloop.
In een tijd waarin er nog geen wetenschap, onderwijs en media waren om mensen van natuurkundige informatie te voorzien, is het normaal dat fantasieën over het einde van de wereld welig tierden. Een storm, vulkaanuitbarsting of zonsverduistering laat nog altijd een sterke indruk na.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het idee van een eindtijd in religieuze geschriften opdaagt. Zowel in de Koran als in de Hebreeuwse en de christelijke Bijbel is het einde van de wereld een prominent thema. Denk maar aan het verhaal van de zondvloed, waarbij Noach een ark moet bouwen om zijn familie en twee exemplaren van elke diersoort van de verdrinkingsdood te redden.
De Bijbelse eindtijd wordt steeds aan een nieuw begin gekoppeld. Het boek Daniël beschrijft een tijd van grote verdrukking en de uiteindelijke opstanding van de doden. Ook in het Nieuwe Testament lezen we gelijkaardige profetieën. In verschillende evangeliën beschrijft Jezus oorlogen, hongersnoden, aardbevingen en vervolging van gelovigen als voorteken voor de laatste dagen. Daarop volgt de ‘dag des oordeels’. De doden worden opgewekt, mensen worden beoordeeld op hun daden en ontvangen daarbij een ticketje richting hemel of hel. De christelijke eindtijd heeft als doel om zin te geven aan het tijdelijke leven op aarde.
Het idee dat het einde nabij is, steekt regelmatig weer de kop op. In 2012 leidde een enge interpretatie van de eeuwenoude Mayakalender tot tal van esoterische theorieën die stelden dat het einde van de wereld zich zou voltrekken.
Het einde der tijden is door de geschiedenis heen al vaak aangekondigd, maar is vooralsnog niet gekomen. Wat niet wegneemt dat er reële gevaren op de loer liggen. (lees verder onder de foto)
Klimaat en andere natuurrampen
Onze planeet is 4,56 miljard jaar oud. Het eerste leven verscheen tussen 4 en 3,6 miljard jaar geleden. Sindsdien heeft de aarde veel grote natuurrampen en klimaatschommelingen gekend, waarbij talloze soorten uitstierven. De bekendste massa-extinctie vond 66 miljoen jaar geleden plaats, toen de dinosauriërs ten gevolge van een meteorietinslag van onze aardbol verdwenen. Ook vulkaanuitbarstingen hebben in het verleden een grote impact op het leven op aarde gehad.
Vandaag ligt menselijke activiteit aan de basis van het verdwijnen van diverse levensvormen. Klimaatopwarming, verstedelijking, milieuverontreiniging en ontbossing dragen bij tot het dalen van de biodiversiteit.
In zijn boek Code rood: over wereldrampen die ons kunnen overkomen en hoe ze te overleven zoomt wetenschapscommunicator Toon Verlinden in op enkele reële bedreigingen voor het leven op aarde. In een luchtige stijl neemt hij de lezer mee in de gevaren die zonnestormen, vulkanen, meteorieten en epidemieën met zich kunnen meebrengen. De rode draad daarbij is dat al die fenomenen een zeer ernstige impact op onze wereldsamenleving kunnen hebben. Weinig mensen liggen wakker van een zonnestorm, toch zou dat natuurfenomeen het elektriciteitsnetwerk van een volledig land voor een lange periode kunnen platleggen. Doordat onze aarde zeer dichtbevolkt is geworden, stijgt de kans dat een natuurramp de mens treft.
We hoeven niet ver terug in de tijd te gaan om in te zien hoe een natuurlijk fenomeen onze wereldsamenleving op z’n kop kan zetten. Het coronavirus laat nog steeds z’n littekens na. Er is maar één zekerheid voor epidemiologen: in onze drukbevolkte wereld is een volgende grootschalige virusuitbraak een kwestie van tijd. De coronapandemie lijkt voor velen ondertussen iets uit een ver verleden. Enerzijds is dat positief: we zijn als mens in staat om na een ramp onze rug te rechten en opnieuw tot de orde van de dag over te gaan. Anderzijds is er een keerzijde: de aandacht voor een volgende potentiële ramp verslapt.
Ondanks alle vernuftige apparatuur is het voorspellen van natuurrampen aartsmoeilijk. Als een komeet bijvoorbeeld vanuit de verkeerde richting komt, kunnen we die maar kort op voorhand waarnemen. Het voorspellen van een vulkaanuitbarsting lijkt al helemaal onbegonnen werk. We staan evenwel niet machteloos tegenover natuurrampen, aldus Verlinden. Tegen een zonnestorm kan je het elektriciteitsnetwerk deels beschermen. De baan van een asteroïde die ons dreigt te vernietigen, kan je met een ruimtetuig nog afbuigen. Het onderzoek is er wel, maar de fondsen volgen niet altijd even gemakkelijk. Politici kijken helaas meestal geen eeuw vooruit. (lees verder onder de foto)
Voordat de bom valt
“Carrière maken (voordat de bom valt). Werken aan m’n toekomst (voordat de bom valt). Ik ren door m’n agenda (voordat de bom valt). Veilig in het ziekenfonds (voordat de bom valt).”
Het liedje De bom van de popgroep Doe Maar haalde in 1982 de hitlijsten in België en Nederland. Het werd geschreven als aanklacht tegen de Koude Oorlog en het plaatsen van kernraketten op Nederlandse bodem. Op 23 oktober 1983 trokken er 400.000 mensen door de straten van Brussel om te betogen tegen de plaatsing van Amerikaanse atoomwapens in België. Het sentiment van dat protest was glashelder: welke zin heeft het leven op aarde als er elk moment een allesverwoestende atoomoorlog kan losbarsten?
Met de opheffing van het IJzeren Gordijn, dat de opdeling tussen het kapitalistische West-Europa en het communistische Oostblok aangaf, hebben de Verenigde Naties ingezet op de afbouw van kernwapens. De laatste jaren zijn de relaties tussen het Westen en Rusland opnieuw bekoeld – om het zacht uit te drukken. De Russische president Vladimir Poetin en zijn entourage hebben na de inval in Oekraïne al meermaals met de inzet van kernwapens gedreigd. Bluf, aldus de meeste analisten, maar niemand durft er zijn hand voor in het vuur te steken dat er in de toekomst geen kernwapen wordt ingezet in een hopeloos conflict.
Wie graag thrillers leest, moet zeker in het boek Kernoorlog: het scenario van Annie Jacobsen duiken. De Amerikaanse onderzoeksjournalist schetst een scenario waarin Noord-Korea een kernwapen op Washington afvuurt. Voor haar nagelbijtend relaas heeft ze geput uit interviews met wetenschappers, nationale veiligheidsadviseurs, kernwapenontwerpers, onderzeebootcommandanten, CIA-officieren, militaire historici en vele andere experts.
Ze begint het boek met minutieus te beschrijven wat er zal gebeuren in de 24 minuten tussen de druk op de knop in Pyongyang en de explosie in Washington DC. Alvast een kleine spoiler: met een onvoorstelbare snelheid zou een groot deel van de menselijke populatie van de kaart geveegd worden. Diegenen die het ‘geluk’ hebben om niet meteen om te komen, zullen in een nucleaire winter terechtkomen. De atmosfeer wordt met fijnstof gevuld, wat tot duisternis, koude en ernstige voedselschaarste leidt. Omstandigheden die de dinosauriërs ook hebben meegemaakt.
Met megalomane wereldleiders zoals XI Jinping, Kim Jong-un, Vladimir Poetin en binnenkort opnieuw Donald Trump aan de knoppen, is het moeilijk om je als burger helemaal veilig te voelen. Willen we een eindtijd voorkomen, dan zullen we als mensheid verschillende bruggen moeten bouwen. Samenwerking op wereldschaal en een langetermijnvisie zijn nodig om natuurrampen te voorkomen. Om grote militaire conflicten te ontmijnen en te vermijden, moeten we blijven investeren in onze democratieën; in onderwijs, burgerschap en gelijke kansen. Het Europese samenlevingsmodel kan alleen geloofwaardig en overtuigend zijn als beleidsmakers consequent mensenrechten als moreel kompas blijven hanteren, ook met betrekking tot het buitenlandbeleid.