fbpx
deMens.nu

Een feest voor het gehemelte

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg14 nr1. Lees hier meer columns.

Kurt Van Eeghem

Vroeger was alles beter, hoor ik al te vaak op klagende toon verkondigen. Onzin natuurlijk. In de vorige eeuw stierven tientallen miljoenen mensen in twee wereldbranden, tot diep in de eeuw heerste er in Vlaanderen armoede, honderden geestelijken deden ongepaste dingen met kinderen en in de meeste gezinnen werd elke frank twee keer omgedraaid. Ik bekijk een foto uit de jaren zestig waarop ik naast mijn broertjes prijk – drie jongens, keurig in de terlenkabroekjes, maar de verveling spat in het rond. Ook toen waren sommige mensen vriendelijk en andere niet en als je iets nodig had – een job, een telefoonaansluiting, whatever – dan kon het altijd sneller dankzij de lange arm van een politicus. Pf, vroeger was alles zeker niet beter.

Het klimaat, zal je zeggen, daar moest de grootste ellende nog beginnen, al wist de Club van Rome al in 1972 dat er narigheid op komst was. Maar toch, winters waren winters en zomers zomers. Wat ook leuk was, ik kon overal in mijn dorp spelen als ik maar voor zonsondergang aan de keukentafel zat. Dat veranderde na Dutroux. Sindsdien mogen tienjarigen in realtime naar de andere kant van de wereld surfen op de iPhone, maar laat ze geen dertig meter verwijderd van de voordeur spelen of mama belt Child Focus.

Van één ding ben ik zeker, het eten smaakte stukken beter. Wacht vooraleer tegen te stribbelen, ik verklaar me nader. Ja, onze chefs komen steeds vernuftiger uit de hoek en technisch zijn we wereldtop, onze gastronomie schittert. Ik heb het over de dagelijkse kost en dan vooral over de matière de base. De producten waarmee wij tegenwoordig verplicht worden om te koken, trekken op niets. Ik kan mij nog de geur van een verse prei voor de geest halen, zo’n prei die dezelfde ochtend uit de ‘lochting’, de moestuin van mijn grootvader was getrokken. Jongens, het hele huis rook ernaar. Als mama dan kundig de prei in uniforme stukjes voor de soep sneed, druppelden de tranen uit haar ogen. Maak je nu een julienne van prei dan blijven de ogen droog, je ruikt niet eens een fractie van wat een prei destijds vermocht.

Ook het vlees doorstond een wonderlijke tocht richting smakeloos. Een stukje uit de hesp van het varken was vroeger een feest voor het gehemelte, de geur van gebraad maakte me instant gelukkig. Dat genoegen zijn we ergens onderweg verloren. Een hesp verpietert tegenwoordig in de pan omdat het vele vocht er bij verhitting uit loopt tot er een droog stukje leder overblijft. Ben je ziek, eet dan kip. Onze gevederde vrienden krijgen tijdens hun veel te korte bestaan massa’s antibiotica toegediend. Wellicht blijft er voldoende residu op je bord om een griep te verslaan. Ook vetmesters leiden dikbillen naar de slachtbank die amper kunnen lopen door een te veel aan groeihormonen.

Inkopen neemt nu meer tijd in beslag dan koken. Voor een brood zonder overtollige broodverbeteraars moet ik kilometers naar de betere bakker fietsen. Antwerpen mag van zichzelf denken dat het een grootstad is, maar een viswinkel waar verse, niet-gekweekte vis in de toog ligt, is er slechts op een paar adressen te vinden. Even zeldzaam zijn de slagers die hun ‘kwartieren’ bij bevriende kwekers halen, alweer een halfuur omrijden. Voor correct geteelde groenten moet ik naar de biowinkel, weeral tijdverlies. En duur. Wie kwaliteit wil, zal er voor betalen.

De huishoudens van de eenentwintigste eeuw betalen niet graag voor eten. Onze huisgezinnen geven zelfs te weinig geld uit aan eten. Een halve eeuw geleden kostte dat een kwart van het budget, nu is dat nog dertien procent. We besteden ons geld liever aan cosmetica, reizen, wonen, iPhones, rommelkleding, Netflix en Bol. Daar bestaat een naam voor, de wet van Engel. Ernst Engel, een statisticus uit de negentiende eeuw, stelde in die onverdachte jaren reeds vast dat we minder aan voeding uitgeven naarmate we rijker worden.

Ons land is rijk, dus kan het zijn burgers niet schelen dat de matière de base door geavanceerde productiemethoden, krachtige meststoffen en lang niet altijd onschuldige toegevoegde rommel haar smaak verliest. Welnu, ik wil nog eens blètend een prei snijden zonder daarom zelf in een moestuin te moeten spitten.

Kurt Van Eeghem is presentator, acteur en schrijver. Meer lezen?

Bekijk ook ‘Het pleidooi’, een programma van deMens.nu, met onder anderen Kurt Van Eeghem.

Foto bovenaan © Isabelle Pateer