fbpx
deMens.nu

Aan het loket hoort god noch partij

Geachte Premier
Geachte Ministers-presidenten
Geachte Burgemeesters

Opnieuw staat de neutraliteit van de overheid ter discussie en gaan er stemmen op om overheidsambtenaren toe te laten om levensbeschouwelijke en ideologische symbolen te dragen bij het uitoefenen van hun ambt. Het ontbreken van een duidelijke, federale richtlijn hierover heeft de voorbije weken de discussies opnieuw nodeloos gevoed en aanleiding gegeven tot misverstanden allerhande. Een verbod op het dragen van levensbeschouwelijke en ideologische symbolen door ambtenaren is echter een noodzakelijke voorwaarde voor de sociale cohesie binnen een door diversiteit gekenmerkte samenleving.

We vragen u dan ook met aandrang om het neutraliteitsprincipe niet op te geven. Integendeel, u moet het seculiere karakter van de overheid versterken om zo het samenleven alle kansen te geven. Want het is precies de neutraliteit van de overheid die vrije burgers verbindt met een centraal gezag en hen aanzet om gedeelde waarden en normen loyaal na te leven. Indien u de neutraliteit opgeeft, zet u ook het harmonieuze samenleven op het spel.

In een open samenleving staat de vrijheid van de mens centraal. Ongeacht huidskleur, geslacht, geloof of seksuele geaardheid heeft iedereen het recht om over zijn eigen leven te beschikken. Mensen hebben dan ook de meest uiteenlopende opvattingen over wat ze mooi, goed of waardevol vinden. Die diversiteit en vrijheid zijn positief. De vrijheid stelt ons in staat om een leven te leiden op de maat van onze eigen voorkeuren en inzichten. De diversiteit verruimt onze blik en stimuleert wederzijdse aanvulling.

Maar tegelijk stellen die vrijheid en diversiteit ook problemen. Ze zetten de tegenstellingen tussen verschillende visies immers ook op scherp en doen twee vragen rijzen. Hoe kunnen mensen die fundamenteel andere antwoorden formuleren op dezelfde zingevings- en geluksvragen, überhaupt nog samenleven? En welk gezag wordt door vrije mensen nog aanvaard? Het is precies op die vragen dat een seculier samenlevingsmodel een antwoord biedt.

Een open samenleving wil de angel uit scherpe levensbeschouwelijke en ideologische tegenstellingen halen door volop in te zetten op pacificatie. Men is op zoek gegaan naar een manier om tegengestelde visies met elkaar te verzoenen en toch maximaal rekening te houden met de individuele vrijheid.

Men koos er voor om de vrijheid in verschillende domeinen af te bakenen. In de beslotenheid van je eigen huis ben je vrij om te doen en te laten wat je zelf wil. Iets analoogs geldt binnen de beslotenheid van een ruimte (kerk, moskee, tempel) voorzien voor gelijkgezinden. Maar eenmaal buiten, in de publieke ruimte, de ruimte die we delen met anderen mensen, liggen de zaken anders. Daar kan de persoonlijke vrijheid in principe begrensd worden door het feit dat anderen hetzelfde recht genieten. Kortom, uw vrijheid eindigt daar waar de vrijheid van anderen begint. Toch wordt ook in de publieke ruimte, (met uitzondering van het boerkaverbod) maximaal met de menselijke vrijheid rekening gehouden. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienstbeleving blijven er onverminderd gelden. Zonder gebruik te maken van geweld of dwang mag men zijn levensbeschouwelijke, ideologische en persoonlijke voorkeuren etaleren en publiek verdedigen.

Om het samenleven mogelijk te maken kiezen we, via democratische besluitvorming, de regels en normen die voor iedereen gelden. En uit respect voor de diversiteit wordt er over gewaakt dat uit die regels geen exclusieve voorkeur blijkt voor een of andere visie. De regels mogen dus niet discrimineren. Op die manier wordt gegarandeerd dat iedereen zich als burger gelijk behandeld voelt.

De overheid speelt in de goede werking van een open samenleving een belangrijke rol. Zij organiseert het politieke debat; voert de gemaakte afspraken uit door een publieke dienstverlening aan te bieden en controleert de naleving van de afspraken. De overheid beschikt daarom over macht. Als enige heeft ze het recht om, indien nodig, politiegeweld te gebruiken en mensen van hun vrijheid te beroven. Ze krijgt die macht van de burgers. Zij aanvaarden het gezag van de overheid op voorwaarde dat de overheid zich ten aanzien van hen dienstbaar opstelt en zij op het gebruik van die macht democratische controle kunnen uitoefenen. In essentie komt het hier op neer: in een open samenleving zal de macht van de overheid enkel als legitiem worden ervaren wanneer ze de vrijheid van de burger ten volle respecteert.

Dat respect manifesteert zich in de neutraliteit van de overheid. Door levensbeschouwelijk en ideologisch onbevooroordeeld te zijn en elke zweem van partijdigheid te vermijden, plaatst ze de menselijke vrijheid centraal.

Precies daarom moet de overheidsambtenaar er van afzien om zijn eigen levensbeschouwelijke of ideologische voorkeuren te etaleren. Hij moet er zich van bewust zijn dat dergelijke symbolen de vrijheidsbeleving van de burger negatief kunnen beïnvloeden en de indruk kunnen wekken dat de geboden dienstverlening er door gekleurd is. De ambtenaar staat ten aanzien van de burger in een relatie van dienstbaarheid. Zijn persoonlijke visie is tijdens de duur van zijn werkzaamheden ondergeschikt aan die van de burger. Door zijn levensbeschouwelijke en ideologische overtuigingen tussen haakjes te plaatsen, betuigt de overheidsambtenaar intercultureel respect ten aanzien van de vrijheid van de burger. Deze brief heeft dus betrekking op overheidsambtenaren en niet op politieke (verkozen) mandatarissen. Die hebben net als alle andere burgers, het recht om hun eigen levensbeschouwelijke en ideologische voorkeur te etaleren. Ze vertegenwoordigen immers niet de overheid als instelling maar wel de kiezers die voor hen hebben gestemd. Zij zijn dus bij definitie partijdig.

Het streven naar neutraliteit door de overheid is geen miskenning van de waarde en kracht van levensbeschouwelijke overtuigingen. Wel integendeel. Het is precies omdat men ten volle erkent dat ze bepalend kunnen zijn voor de manier waarop we met elkaar omgaan, dat men er zo omzichtig mee omspringt. Een verbod op het dragen van levensbeschouwelijke en ideologische symbolen door ambtenaren bagatelliseert de kracht van die symbolen dus niet.

Tot slot, het harmonieuze samenleven is evident van bovenlokaal belang, een regeling op het hoogste niveau dring zich op. Het installeren van een federaal verbod op het dragen van levensbeschouwelijke en ideologische symbolen door ambtenaren bij het uitoefenen van hun ambt, stelt de vrijheid van de burger en de dienstbaarheid van de overheid centraal en zet in op pacificatie. Zo bouwt men aan een samenleving waar mensen elkaar in vrijheid en als gelijken kunnen ontmoeten en die iedereen kansen biedt om het geluk te vinden. Een open samenleving is er niet alleen door mensen maar ook – en misschien vooral – voor mensen. Om onze vraag kracht bij te zetten, organiseren we een petitie waarin we het volgende vragen:

  • Installeer een verbod op het dragen van levensbeschouwelijke en ideologische symbolen door overheidsambtenaren bij het uitoefenen van hun ambt.
  • Waardeer de neutraliteit van de overheidsambtenaar als een positieve uiting van dienstbaarheid.
  • Versterk het seculiere karakter van de overheid.

De petitie vindt u HIER.

Deze tekst vindt u ook HIER

Met de meeste hoogachting, Jurgen Slembrouck – Universiteit Antwerpen – Vrijzinnige Dienst

Ondertekenaars:
Em. Prof. Etienne Vermeersch (Universiteit Gent), Prof. Paul Cliteur (Universiteit Leiden), Prof. Johan Braeckman (Universiteit Gent), Prof. Jan Verplaetse (Universiteit Gent), Prof. Maarten Boudry (Universiteit Gent), Prof. Dirk Verhofstadt (Universiteit Gent), Ann Brusseel (voorzitter R.A.P.P.E.L.), Em. Prof Baron Rudi Verheyen (Universiteit Antwerpen), Prof. Geert Lernout (Universiteit Antwerpen), Prof. Han Asard (Universiteit Antwerpen), Prof. Bas Engelborghs (Universiteit Antwerpen), Prof. Willy Van Parys (HZS Antwerpen), Em. Prof. Mark Nelissen (Universiteit Antwerpen), Em. Prof. Jef Van Landuyt (Universiteit Antwerpen), Em. Prof. Frits De Vree (Universiteit Antwerpen), Em. Harry Van Onckelen (Universiteit Antwerpen), Em. Prof. Willy Winkelmans (Universiteit Antwerpen – ITMMA), Em. Prof. Walter Decleir (Universiteit Antwerpen), Prof. Gustaaf Cornelis (Vrije Universiteit Brussel), Em. Prof. Michel Magits (Vrije Universiteit Brussel), Em. Prof. Peter De Coninck (Vrije Universiteit Brussel), Gert De Coorde (Directeur Uitstraling Permanente Vorming vzw), Prof. Ester Struelens (Hogeschool Gent), Em. Prof. Magda Michielsens (ex-professor vrouwenstudies, feministe), Mario Van Essche (Voorzitter Humanistisch Vrijzinnige Vereniging), Marieke Höfte (Oud-voorzitter Humanistische Vrijzinnige Vereniging), Jacinta De Roeck (gewezen senator), Roland Duchâtelet (Ondernemer), Luc Vermeire (ondernemer), Leander De Cauter (Ondernemer), Eric Rombaut (Ondernemer), Kurt Defrancq (acteur), Dr. Geerdt Magiels, Marie-Jeanne Maes (fotograaf), Jeannine Fret (ambtenaar op rust, Universiteit Antwerpen), François Peeters (ambtenaar op rust, Universiteit Antwerpen) …

Jurgen Slembrouck was ook te horen op Radio 1.