fbpx
deMens.nu

De Dijle is uit haar oevers getreden? Het OCMW Leuven laat levensbeschouwelijke tekens toe, ook voor het loket

Neen, de Dijle is niet uit haar oevers getreden. Toch moeten de Leuvenaars zich ernstige zorgen maken. De OCMW-raad heeft immers beslist dat haar personeelsleden levensbeschouwelijke tekens mogen dragen en hun levensbeschouwelijke overtuiging zelfs ter sprake moeten brengen wanneer ze tijdens hun pauzes bij de cliënten thuis willen bidden.

Jurgen Slembrouck – Universiteit Antwerpen – Vrijzinnige Dienst

De dijkbreuk waarvan sprake, is dan ook van morele en principiële aard. De idealen die onze samenleving schragen, dreigen door deze recente beslissing te worden weggespoeld. Blijkbaar had het OCWM-personeel al langer de vrijheid om levensbeschouwelijke tekens te dragen. Daarover rezen echter vragen. Zo vroegen verschillende klanten van een maatschappelijk werkster of zij het recht had om een hoofddoek te dragen?

En er waren ook incidenten. Een gezinshulp trok zich terug in de slaapkamer van een oudere dame om te bidden. Een islamitische verzorgende weigerde om voor een klant alcohol te kopen. Een verpleegkundige van een woonzorgcentrum probeerde een patiënt te overtuigen om geen euthanasie aan te vragen.

Omwille van deze problemen werd het interfederaal gelijkekansencentrum UNIA gecontacteerd dat deze problemen in kaart bracht en stelde dat het mogen dragen van levensbeschouwelijke tekens “zonder dat dit een expliciete beleidskeuze is, ruimte laat voor interpretatie en zorgt voor onduidelijkheid, zowel bij personeel als bij cliënten.”

Met andere woorden UNIA wees op de politieke nalatigheid om de neutraliteit van de overheid duidelijk af te lijnen en consequent toe te passen. De OCMW-raad vroeg daarop UNIA om haar te begeleiden bij het ontwikkelen van een beleidskeuze.

Van een interfederaal gelijkekansencentrum verwacht je dat het uitgaat van de belangen van de meest kwetsbare: de zorgbehoevenden die een beroep doen op het OCWM. Helaas is dat niet het geval.

De oorzaak van het probleem, de politieke nalatigheid wordt als uitgangspunt aanvaard:

“Gezien de actuele stand van zaken binnen OCMW/ Zorg Leuven, waarbij religieuze symbolen de facto worden toegestaan, gaan we niet verder in op de hypothese dat OCMW/ Zorg Leuven zou kiezen voor een algemeen verbod op het dragen van zichtbare tekens van politieke, filosofische en religieuze overtuigingen.”

Een model van exclusieve neutraliteit wordt dus op voorhand gediskwalificeerd als een volwaardig alternatief. Niet voor het eerst stelt UNIA zich – o ironie – partijdig op.

Kwetsbaren?

Die vaststelling is des te pijnlijker omdat het verslag van de begeleiding aangeeft wat de precaire situatie van de “cliënten” is.

“Zij bevinden zich in een kwetsbare positie waarin zij voor bepaalde basisbehoeften afhankelijk zijn van de dienstverlening van OCMW/ Zorg Leuven en in hun vrije keuze beperkt zijn.”

De term “cliënten” is in deze context dan ook misleidend. Precies omwille van hun vaak extreme zorgbehoevendheid hebben deze zogenaamde “cliënten” geen echte keuzevrijheid. Kan je van hen oprecht verwachten dat ze zich weerbaar opstellen wanneer een hulpverlener tijdens de pauze wil bidden?

Ronduit stuitend is de onbarmhartigheid van het OCMW ten aanzien van de zorgbehoevende die na bemiddeling de beleidsvisie verwerpt:

“Indien de klant hiervoor niet openstaat, dan kan OCMW/ Zorg Leuven beslissen de samenwerking stop te zetten.”

Wel positief is de bevestiging dat de geboden dienstverlening neutraal moet zijn.

“Niettegenstaande het respect van de organisatie voor de eigenheid van iedere medewerker, kan een medewerker niet weigeren onderdelen van zijn takenpakket uit te voeren omwille van zijn eigen principes, geloof of levensbeschouwing.”

Maar dit is slechts een minimum en onvoldoende om de neutraliteit te waarborgen.

Een symbool

Gewoon al de confrontatie met levensbeschouwelijke symbolen kan de vrijheid van de burger beperken of het vertrouwen in de dienstverlening aantasten.

Ter illustratie: een devote moslim die voor zijn toilet en intieme hygiëne geholpen moet worden door een hulpverlener die een regenboog T-shirt draagt.

Of wat met een lesbische vrouw die haar geaardheid altijd heeft onderdrukt omdat ze opgegroeide in een tijd waarin de katholieke kerk homoseksualiteit verketterde. Stel dat zij amoureuze gevoelens ontwikkelt voor een medebewoonster van haar rustinstelling. Bewijs je haar dan een dienst wanneer de hulpverleners een halsketting met een houten kruis dragen?

Of stel dat een verzorgende een chador draagt en een “cliënt” alcohol weigert. Doet ze dat dan omdat ze islamitisch is of omdat het ongunstig is voor de werking van de medicatie van de “cliënt”?

Wiens vrijheid?

Een model van inclusieve neutraliteit waarin OCMW-medewerkers de vrijheid hebben om levensbeschouwelijke symbolen te dragen, verplicht de overheid om de morele bakens uit te zetten waarbinnen de godsdienstvrijheid en het vrij onderzoek gevoerd mag worden.

Helaas blijken deze bakens de vrijheid in Leuven te beknotten.

De beleidsvisie stipuleert namelijk dat “veruiterlijkingen niet schokkend of oneerbaar mogen zijn bv. T-shirt ‘I hate Jezus’”. Maar wie zal bepalen wat schokkend of oneerbaar is? De OCMW-raad?

Deze bepaling is flagrant in strijd met de vrijheid van meningsuiting zoals ze door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt begrepen en die bepaalt dat

“Freedom of expression…(also) is applicable to ‘information’ or ‘ideas’ … that offend, shock or disturb the State or any sector of the population.”

De OCMW-raad heeft blijkbaar geen probleem met de hoofddoek. Op die manier bepaalt ze dus dat burgers een hoofddoek niet als schokkend mogen ervaren. De ironie wil echter dat de concrete gevallen die door UNIA werden gedocumenteerd precies het tegendeel aangeven.

Enkele vragen voor de OCMW-raad van Leuven

  1. Mag een OCMW medewerker een T-shirt dragen met de daarop een tekst die geen appreciatie uitdrukt maar wel een feit vaststelt zoals “God bestaat niet”?
  2. Als de hoofddoek is toegelaten mag dan ook een chador of mogen dan ook mannelijke medewerkers een hoofddoek dragen?

De onaanvaardbare schending van de neutraliteit door het OCMW van Leuven laat zien dat in Vlaanderen de neutraliteit onvoldoende wordt beschermd. Oorzaak is de versnippering van de overheidsmacht binnen verschillende lokale en bovenlokale beleidsniveaus of binnen al dan niet verzelfstandigde overheidsinstellingen.

Hoewel alle ambtenaren het algemeen belang dienen, hebben sommigen op het terrein meer vrijheid dan anderen. De neutraliteit van de overheid is echter wezenlijk voor de bescherming van de vrijheid van de burgers en is daarom evident van bovenlokaal belang. Politici die de neutraliteit verwaarlozen, ondermijnen zo het harmonieuze samenleven. Dit is onaanvaardbaar.