fbpx
deMens.nu

“Als ik een keer kan porren, ga ik het niet laten”

Interview met Maaike Cafmeyer

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg6 nr4

Op de langste dag van het jaar ontmoeten we actrice Maaike Cafmeyer. Velen kennen haar van de komische tv-serie Het geslacht De Pauw, maar je zag haar recent ook op het scherm in Eigen kweek en Bevergem. Ze begon haar carrière als leerkracht, om nadien een heel andere weg in te slaan. Maaike vertelt over haar zoektocht naar zingeving en de manier waarop ze die in haar werk aangrijpt. Als moeder van twee dochters zet ze zich bovendien in voor het welzijn van moeders in Afrika. We praten over haar hoop voor een solidaire samenleving en over wat zij belangrijk vindt in het leven.

Jana Peeters

Durven denken

Je bent je carrière gestart met het toneelstuk Wachten op Godot van Samuel Beckett, waarin de personages naar zingeving en verlichting zoeken. Is dat ook op jouw leven van toepassing?

Maaike Cafmeyer © Jeroen Vanneste

Maaike Cafmeyer: Ja, ik denk het wel. Ik leg momenteel zelf de eerste hand aan een toneelstuk en hierin komt de thematiek rond zingeving, en meer bepaald waarheidsbeleving, sterk naar voren. Dat thema houdt me sinds mijn jeugd sterk bezig. Ik ben afkomstig uit het diepe, katholieke West-Vlaanderen, waar de waarheid de waarheid is. Ik kwam er naderhand achter dat dit niet zo blijkt te zijn, wat een soort existentiële crisis met zich meebracht.

Je gaat op zoek naar de waarheid of je gaat op zoek naar de vraag waarom mensen naar de waarheid zoeken. Dat laatste is voor mij een interessant gegeven, waarmee ik graag speel in mijn werk. Ik geniet erg van films en toneelstukken die bij andere mensen vragen oproepen. Toneelstukken zoals die van Beckett zijn vaak niet zo toegankelijk omdat ze diep filosofisch zijn en daardoor onverstaanbaar overkomen. Toch merk ik dat veel mensen hierin op zoek gaan naar het mens-zijn en het alleen-zijn: het zoeken naar een geluksgevoel. Dat is iets wat we allemaal wel kennen. Ik kan die zoektocht naar zingeving op een bijzondere manier aanwenden in mijn werk.

 

Welke waarden wil je aan je publiek meegeven?

Cafmeyer: Ik weet niet of ik per se bepaalde waarden wil meegeven of opdringen, want beide liggen vaak dicht bij elkaar. Wat ik wel leuk vind, is dat mensen getriggerd worden om na te denken over iets of om iets op een andere manier te bekijken, dat ze naar huis gaan en over een bepaald vraagstuk praten.

Ik ben van mening dat het opleggen van een standpunt niet werkt, of dat het verkeerd afloopt. Althans, zo zie ik het. Ik hoop dat mensen die naar mijn werk komen kijken, er op een ongedwongen manier door worden geraakt. Het is erg leuk wanneer mensen zeggen: “Je hebt me een moment gegeven. Ik heb de hele week gewerkt, maar nu heb ik zo hard gelachen. Bedankt daarvoor.” Het gaat niet altijd over de diepste existentiële filosofie, maar die persoon voelt even dat hij er is. Gewoon onnozel doen geeft vaak al een gevoel van verlichting.

 

Vrijheid als hoogste goed

Voel jij je vrij om je mening via je werk te verkondigen?

Cafmeyer: Ik ben van nature nogal timide en eerder diplomatisch ingesteld. Toch heb ik meer en meer de behoefte om mijn mening te ventileren. Soms voel ik mij gewoon genoodzaakt om over bepaalde zaken te spreken als ik daar de kans toe krijg. Een van de momenten waarop ik dat voor het eerst deed, was tijdens het tv-programma Van Gils & gasten. We zaten toen midden in de vluchtelingencrisis en ook Gwendolyn Rutten, voorzitter van Open Vld, was uitgenodigd. Ik had de redactie vooraf laten weten dat ik het tijdens de show graag met haar over de crisis wilde hebben. Ik heb haar het verhaal van Henri Heimans, een gekende oud-magistraat uit het Gentse, verteld. In een artikel schreef hij dat zijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog een vluchteling was. Hij belandde in het gevangen- en doorgangskamp van Breendonk en schreef: “Zoon, niets is wat het op het eerste gezicht lijkt. Maar wat altijd belangrijk is, is menselijkheid. Dat je niet verpulverd wordt door een idee of een goed zonder dat je er kritisch over nadenkt.”

Ik was bijzonder aangegrepen door het feit dat iemand die bijna in een concentratiekamp – dat van Auschwitz – is gestorven, dat standpunt inneemt. Ik heb het met Gwendolyn over de menselijkheid achter de cijfers gehad. Overigens is het aantal vluchtelingen nu niet te vergelijken met toen, laat staan dat er geen geld zou zijn om hen op een menswaardige manier te behandelen. Het merendeel van de mensen zal zijn man, vrouw of kinderen niet achterlaten als hij daar geen goede reden voor heeft. Het heeft me erg opgelucht om dat te kunnen vertellen.

In een politiek debat zou dit met cijfers beargumenteerd worden, maar als actrice kan ik er op een andere manier tegen ingaan. Dat zou ik vroeger nooit gedurfd hebben. Ik was ervan overtuigd dat je mensen die machtiger zijn niet wakker hoeft te maken. Nu ben ik tot het inzicht gekomen dat je nooit bang moet zijn om je mening te verkondigen. Je hebt immers maar één leven. Ik zal nooit de vrouw zijn die met een grote vlag op de barricade gaat staan, maar als ik een keer kan porren, ga ik het niet laten.

 

“Nooit bang zijn om je mening
te verkondigen”

 

Vind je het belangrijk om een kritische houding aan te nemen?

© Jeroen Vanneste

Cafmeyer: Ja, ik ben hier wel bewust mee bezig. Het lijkt soms misschien alsof ik impulsief handel, maar dat is zeker niet het geval. Ik sta bijvoorbeeld erg kritisch tegenover de houding ‘ik tegen de wereld’. Volgens mij is het gevoel van gemeenschappelijkheid iets dat we in onze maatschappij vaak missen.

Die gedachte is beginnen te dagen toen ik als ambassadrice van Broederlijk Delen werd gevraagd. Ik kende de organisatie van toen we als kind geld in zakjes inzamelden. Dat was altijd een groot evenement. Omdat ik de organisatie genegen was en net zelf een ontzettend zware bevalling achter de rug had, wilde ik me inzetten voor het welzijn van moeders in Afrika. Ik heb er voor het eerst mensen ontmoet die helemaal niets hebben, vrouwen die in de jungle moeten bevallen …  Ik heb met Artsen Zonder Grenzen een aantal veldhospitalen in Congo bezocht waar een pingpongtafel als bevallingstafel werd gebruikt. Op de hele kraamafdeling waren twee pijnstillers beschikbaar en wanneer meerdere vrouwen moesten bevallen, kreeg alleen diegene een pijnstiller die het het meest nodig had.

Gelukkig zijn er mensen die het verschil willen maken. Want als er geen wil voor verandering is, dreigt de totale chaos voor deze gemeenschap. Zo ontmoette ik vroedvrouwen die de jungle intrekken om voorlichting over seks en voorbehoedsmiddelen te geven. Dan denk je: zij doen dat gewoon! Ze redden levens door mensen tot inzicht te brengen. Dankzij hen gaan tal van jongeren studeren of worden misschien arts, zodat zij op hun beurt de bevolking bewust kunnen maken van de gevaren. Ook jongeren uit België trekken regelmatig naar ginds om stage te lopen. Het is wel zweten, maar ze doen er een ongelooflijke ervaring op. Dat geeft mij goede hoop. En gelukkig heb je ook initiatieven van lokale boeren die vele mogelijkheden voor de gemeenschap creëren.

Want ondanks de goede bedoelingen van ontwikkelingshulp, maakt die hulp je wel afhankelijk. Daarom is het belangrijker dat de mensen zichzelf emanciperen en binnen hun gemeenschap aan een duurzaam netwerk tegen armoede samenwerken. Ik ben me ervan bewust dat mijn inspanningen als ambassadrice een druppel op een hete plaat zijn, maar het heeft me geholpen om op te komen voor wat ik belangrijk vind in het leven. Het heeft me meer perspectief gegeven, op mijn leven en het leven van anderen. Al bij al hebben we het hier nog niet zo slecht, ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust.

 

Atheïst tot in de kist

Je bent ooit in het onderwijs begonnen. Welke plaats moet zingeving daar volgens jou krijgen?

© Jeroen Vanneste

Cafmeyer: Ik vind het belangrijk dat leerlingen genuanceerd leren te denken, zodat ze weten dat een medaille twee kanten heeft. Kinderen moeten niet zomaar alles aanvaarden, maar moeten zelf aan de slag gaan met wat ze aangereikt krijgen. Het creatief werken met ideeën vond ik in de middelbare school altijd erg fijn.

Ik ben aanvankelijk als leerkracht godsdienst, Nederlands en geschiedenis begonnen. Dat sloot volgens mij mooi aan bij die gedachtegang. Maar als puntje bij paaltje komt, ga je wel uit van dé waarheid en daar heb ik het toch lang moeilijk mee gehad. Ik heb me in die periode vaak afgevraagd hoe je geloof en grote filosofische denkers kan verenigen. Je hebt bijvoorbeeld priesters die Sartre en Levinas onderwijzen. Ondanks de zoektocht naar zingeving als grote gemene deler, vraag ik me toch af hoe je dat met elkaar kan rijmen.

Veel mensen geven zich over aan een geloof. Ik geef me over aan de mensheid en aan het gezond verstand. Het moet fantastisch zijn om troost uit je geloof te putten. En hoewel ik dat niet meer heb, ben ik toch tevreden met de manier waarop ik tot mijn beleving en zingeving ben gekomen. Het idee dat het leven zich hier en nu afspeelt, heeft een belangrijke invloed gehad op de manier waarop ik in het leven sta. De gedachte dat je nu goed moet doen om later in de hemel beloond te worden … daar kan ik me gewoon niet in vinden.

Nadat ik mijn godsdienstige overtuiging verloor, kon ik ze naar mijn gevoel ook niet meer verkondigen. Dat was een moeilijk moment. Achteraf gezien ben ik voornamelijk uit praktische overwegingen in het onderwijs gestapt. Het was een veilige keuze … what can I say. Ik wilde veel liever gewoon iets vertellen of iets maken. Het werd snel duidelijk dat ik een andere weg zou inslaan en in de toneelwereld zou stappen. Het was een drang die kwam bovendrijven. En dat was zeker geen evidente keuze. Niet alle ouders staan te springen wanneer hun kind naar de toneelschool wil gaan. Er bestonden in die tijd nog vele vooroordelen over ‘dat wereldje’.

 

“Ik geef me over aan de mensheid
en aan het gezond verstand”

 

Wat zou jij willen veranderen in de maatschappij? Waar pieker jij over?

© Jeroen Vanneste

Cafmeyer: Dat is een heel moeilijke vraag. (stilte) Enerzijds ben ik gecharmeerd door de intelligentie van de mens. We krijgen het immers voor elkaar om alles in regels en wetten te gieten, zodat we het met elkaar kunnen uithouden. Maar anderzijds pieker ik toch vaak over de afwezigheid van verantwoordelijkheid voor elkaar. Dan doel ik op de verantwoordelijkheid van een persoon binnen de samenleving, en de aandacht voor groepen die het moeilijker hebben. Ik stel me regelmatig de vraag hoe dat komt.

Veel mensen verliezen hun realiteitsbeleving en handelen alsof ze in een surreële wereld leven, zonder na te denken over de gevolgen voor zichzelf en anderen. Als ik iets zou willen veranderen in onze maatschappij, dan is het ons bewustzijn dat er een echte wereld én een denkbeeldige wereld is. In de huidige digitale maatschappij is dat relevanter dan ooit. Ik denk dan aan het verspreiden van naaktfoto’s, zonder na te denken over de gevolgen ervan. Of aan het rijden met de auto alsof je in een computerspel aan het racen bent. Het is erg gemakkelijk om, al dan niet digitaal, je gal te spuwen of op anderen te spuwen. Ik denk dat dit mijn generatieconflict is. Ik vraag me dan ook af wat precies de maatschappij niet kan invullen en waarop wij kennelijk geen antwoord kunnen bieden.

Hoewel ik er mijn vinger niet precies kan opleggen, beginnen die gaten in onze goed georganiseerde samenleving me wel op te vallen. Zo was er in Nederland een rechtszaak omdat iemand een zwarte vrouw voor aap had uitgescholden. Ik ben humoristisch ingesteld en kan een goede mop waarderen, maar er zijn wel grenzen. Dat is geen probleem van humor, dat is een probleem van realiteitsbeleving. Het zijn dat soort kwesties die me intrigeren, in mijn persoonlijke leven en in mijn werk. Het helpt me om er hier en nu iets van te proberen te maken en dit naar het podium te vertalen. Genoeg materiaal voor mijn volgende toneelstuk dus.