fbpx
deMens.nu

‘Waarom de overheid levensbeschouwingen best wel mag financieren’ ?

Professor emeritus Michel Magits, gespecialiseerd in de financiering van erediensten in ons land, reageert op de stelling van Dick Wursten (VPKB) dat de financiering van de erediensten de vrijheid van godsidenst in de weg zit.

Dick Wursten van de Verenigde Protestantse Kerken van België (VPKB) stelt in zijn opiniestuk dat ‘de financiering van de erediensten de vrijheid van godsdienst meer in de weg zit dan ze die bevordert.’ Ik veronderstel dat de heer Wursten in eigen naam spreekt, want bij mijn weten heeft de VPKB nooit gevraagd haar bedienaren voortaan niet meer door de overheid te laten uitbetalen. Wel heb ik weet van haar terechte vraag om de wedden van de dominees op te trekken tot het niveau van de katholieke pastoors.
Met een vechtscheiding voor ogen verklaart de auteur het ontstaan van de huidige financiering in 1831 als een alimentatiegeld voor de rooms-katholieke kerk met de Belgische staat als ex van haar vroegere partner. Een mooie metafoor, maar historisch zit het helemaal fout.

‘Waarom de overheid levensbeschouwingen best wel mag financieren’

De katholieke kerk verloor immers haar bevoorrechte positie tijdens de eerste fase van de Franse revolutie, waarbij haar goederen genationaliseerd werden en de priesters in ruil een overheidswedde ontvingen. In de Belgische gewesten werd het systeem in 1794-1795 ingevoerd, maar al onder Napoleon Bonaparte werd snel een meer gematigde politiek gevoerd, wat in 1801 tot de ondertekening van het concordaat leidde (waarbij de rooms-Katholieke kerk niet meer als staatskerk werd erkend). Napoleon nam ook de beslissing om voor de protestantse en joodse bedienaren een wedde uit te betalen. Dit systeem werd na de val van Napoleon behouden tussen 1815 en 1830 onder Willem I in het Koninkrijk der Nederlanden.
De Belgische revolutionairen hebben dit stelsel in de grondwet van 1831 opgenomen. Bij de besprekingen in de Constituante werd weliswaar het argument van schadeloosstelling voor de genationaliseerde goederen door een aantal katholieke afgevaardigden gebruikt, maar werd door de meeste sprekers vooral de nadruk gelegd op het maatschappelijk nut van de levensbeschouwingen. De verklaring hiervoor ligt wellicht enerzijds in het besef dat de verbeurdverklaring in onze gewesten relatief beperkt was en anderzijds in het feit dat naast de katholieke ook de protestantse en joodse bedienaren van de eredienst werden betaald. De roofzucht van Napoleon is in deze aangelegenheid een mythe en de ergernis van de belangrijkste ex (dixit Dick Wursten) een verzinsel. Ons land heeft sinds 1831 een actief ondersteunend levensbeschouwelijk pluralisme, dat bijdraagt tot een effectief genot van de vrijheid van godsdienst.

Ons land heeft sinds 1831 een actief ondersteunend levensbeschouwelijk pluralisme, dat bijdraagt tot een effectief genot van de vrijheid van godsdienst.

In Europa zijn trouwens de lidstaten die levensbeschouwingen ondersteunen in de meerderheid, hoewel dit zeer verscheiden toegepast wordt, door historische omstandigheden. De Guidelines van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Raad van Europa bevestigen dat een dergelijk systeem conform het internationaal recht is. Het Verdrag over de werking van de Europese Gemeenschap vermeldt in zijn artikel 17 uitdrukkelijk dat de Europese Gemeenschap het statuut van de levensbeschouwingen in de lidstaten erkent en niet zal raken aan die regeling. De Commissie heeft trouwens op regelmatige basis contact met de vertegenwoordigers van die levensbeschouwingen.

Er is een analyse gemaakt van de wetgeving van de Europese lidstaten, die over een stelsel van formele scheiding beschikken, zoals bijvoorbeeld Frankrijk. Daarin werd aangetoond dat daar toch verschillende vormen van rechtstreekse of onrechtstreekse financiering bestaan. Zo is de Parijse grote moskee na de eerste wereldoorlog gebouwd met de hulp van overheidsgeld, is de kathedraal van Ivry grotendeels gefinancierd door de Franse staat, en worden de aalmoezeniers, onder meer in het leger door de overheid betaald.
De financiering van de religies in België betreft trouwens niet alleen de uitbetaling van de wedden van de bedienaren, alsook de tekorten van de publieke instellingen die de materiële en de financiële belangen van de levensbeschouwingen verzekeren (zoals bij voorbeeld de kerkfabrieken), maar ook de vele levensbeschouwelijke instellingen, die werkzaam zijn in het onderwijs, het welzijnswerk en de gezondheidszorg. Wil Wursten ook die financiering schrappen om op deze wijze een duidelijke scheiding tussen de levensbeschouwingen en de wereldlijke overheid tot stand te brengen?

Overwicht van de rijkste levensbeschouwing

Wetenschappelijke sociologische literatuur met betrekking tot de levensbeschouwingen toont aan dat het stopzetten van materiele overheidsondersteuning voor de ethisch levensbeschouwelijke noden van de bevolking nefaste gevolgen kan hebben. Daarbij wordt gewezen op het risico dat de rijkste levensbeschouwing een overwicht zou kunnen krijgen, dat duistere geldstromen zouden kunnen ontstaan en dat de overheid een mogelijkheid zou verliezen van bemiddeling, die nuttig is voor de sociale cohesie. Levensbeschouwingen leveren immers een belangrijke bijdrage tot de overdracht van waarden en de bewaking van de moraliteit van de bevolking.
Ethisch levensbeschouwelijke behoeften hebben een algemeen belang, net als andere vormen van maatschappelijk kapitaal (cultuur, welzijnszorg …). We denken daarbij aan de toename van het aantal zelfmoorden, de isolering van kwetsbare bevolkingsgroepen, de gewelddadige radicalisering binnen bepaalde sectaire groeperingen …
We besluiten dat mensen gelijke kansen geven om een levensbeschouwelijke identiteit te ontwikkelen een valabel argument is om de financiering te behouden. Het niet-financieren van levensbeschouwingen leidt mogelijk tot missionarissengedrag dat zich voornamelijk bezighoudt met geld bij elkaar te zoeken, in plaats van zingeving en sociale cohesie. Dat laatste is vandaag meer dan nodig.

Prof. dr. em. Michel Magits (Vrije Universiteit Brussel)

Onder leiding van onder andere prof. dr. em. Michel Magits werd in 2009 de werkgroep Magits-Christians opgericht, in opdracht van de federale overheid, om zich te buigen over de verdeling van financiering van de levensbeschouwingen en daar adviezen rond te formuleren. Het rapport werd in 2010 voorgesteld, maar er is tot nog toe nauwelijks iets ondernomen om de ongelijkheden in financieringsgelden weg te werken. Michel Magits was tevens voorzitter van de Unie Vrijzinnige Verenigingen/deMens.nu tussen 1997 en 2006. deMens.nu vertegenwoordigt Nederlandstalige vrijzinnig-humanistische verenigingen in Vlaanderen en Brussel.

Lees hier de opinie op Knack.be