fbpx
deMens.nu

‘Dat alle nieuwkomers onze taal volledig zullen leren is onrealistisch en blijkt ook niet nodig’

‘Het is volkomen terecht dat we van nieuwkomers verlangen dat ze onze taal leren’, schrijft het Vermeylenfonds. ‘Maar het mag niet verplicht worden. Taal is een middel tot deelname en geen doel op zich.’

Artikel verschenen op Knack.be

Telkens als het over nieuwkomers gaat die moeilijk aan werk geraken, beklemtonen onze Vlaamse politici dat ze daarvoor Nederlands moeten leren. Dit weekend hamerde Vlaams Parlementslid Robrecht Bothuyne van CD&V daar opnieuw op en Vlaams minister Philippe Muyters (N-VA) sprak hem in de grond van de zaak niet tegen. Ook het Vermeylenfonds vindt het belangrijk dat nieuwkomers onze taal leren om deel te nemen aan onze samenleving, maar wil er wel voor pleiten dat ze daarbij niet als een extra drempel mag worden opgeworpen door ze verplicht te stellen en op te leggen.

Het is volkomen terecht dat we van nieuwkomers verlangen dat ze onze taal leren, zeker als ze hier langer willen blijven en ten volle deel willen nemen aan onze samenleving. Dat dient een wederzijds belang, want daar wordt iedereen beter van. Nieuwkomers krijgen betere kansen om hier een nieuw leven op te bouwen en voor huidige bewoners blijft een bindmiddel in onze samenleving behouden.

Het is echter onterecht dat we dat wederzijds belang gaan opleggen als een eenzijdige verplichting, die zelfs tot uitsluiting kan leiden wanneer er niet of onvoldoende aan wordt voldaan. Zo werkt het niet en zo zou het niet mogen zijn. Taal is een middel tot deelname en geen doel op zich, en mag als doel op zich zeker geen middel tot uitsluiting worden. Dat is een perverse doel-middelverdraaiing die geen enkel menswaardig doel meer dient en alleen maar meer menselijke ellende kan veroorzaken.

In haar proefschrift Conditional Belonging uit 2017 toont Tamar de Waal van de Universiteit van Amsterdam haarfijn aan dat het thuishoren van nieuwkomers in onze West-Europese landen steeds meer als voorwaardelijk wordt geframed en gepercipieerd. Ook al voldoen nieuwkomers aan alle internationaal en nationaal geldende regels en wetten om volkomen legaal in onze westerse landen te verblijven, dan nog worden ze met bijkomende voorwaarden en extra eisen geconfronteerd.

Het is in onze westerse landen de heersende teneur geworden dat nieuwkomers onze taal volledig moeten beheersen, vooraleer ze echt in onze samenleving kunnen worden opgenomen. Ook al zullen ze dan nog steeds als een van oorsprong vreemdeling worden herkend. Het is niet realistisch dat alle nieuwkomers onze taal volledig zullen leren en het blijkt in de praktijk ook niet nodig te zijn. Denk maar aan de vele expats die in Vlaanderen volledig in het Engels functioneren en de Poolse en Roemeense medewerkers die door bouw- en transportbedrijven naar hier worden gehaald zonder ze onze taal te laten leren. Bovendien beschikt niet iedereen over een even grote talenknobbel en zijn er ook mensen met communicatieve beperkingen. Dat geldt ook voor onze huidige bewoners. Die willen we op grond van hun taalbeheersing evenmin uitsluiten, laten we dat dan ook niet met nieuwkomers doen.

Het volledig kunnen beheersen van onze taal kadert in wat vroeger assimilatie werd genoemd, maar nu als integratie wordt versleten. Het is veeleer gericht op het eenzijdig behoud van de gekende samenhang in onze eigen samenleving, dan op het wederzijds belang van een nieuwe gedeelde toekomst. Een eis tot insluiting kan ook tot uitsluiting leiden. Daarom mag het leren van onze taal wel als middel voor deelname worden ingezet, maar nooit tot doel op zich worden verheven of als voorwaarde aan deelname worden gesteld. Laten we onze taal dus vooral delen in plaats van ze te laten verdelen.

Het Vermeylenfonds en iedereen die dit opiniestuk mee wil ondertekenen, pleiten ervoor onze taal actief in te zetten om de kansen van nieuwkomers op deelname aan onze samenleving te vergroten en zeker niet te misbruiken om hen kansen te ontnemen of weg te zetten. Niemand is gebaat bij falende deelnames aan onze samenleving, of het nu door nieuwkomers of huidige bewoners is. Iedereen heeft er baat bij dat zo veel mogelijk mensen zo goed mogelijk kunnen deelnemen aan onze samenleving, dat komt niet alleen de individuen zelf ten goede, maar onze samenleving als geheel.

Maak hier werken, wonen en leven dus nooit afhankelijk van één of andere abstracte taalverplichting, maar zet vooral in op concrete initiatieven om onze taal met álle nieuwkomers te delen, dus ook expats en werknemers die we zelf hebben uitgenodigd.

Namens het Vermeylenfonds,
Carl De Strycker ( Poëziecentrum)
Pascal Debruyne (UGent)
Gita Deneckere (UGent)
Patrick Humblet (UGent)
Koen Goethals (Vermeylenfonds)
Sylvain Peeters (deMens.nu)
Piet Van de Craen (VUB)
Koen Lombaerts (VUB Educatiewetenschappen en Citizenne Vormingplus Brussel)
Rik Pinxten (antropoloog)
Wim Vermeersch (Samenleving & Politiek)
Ico Maly (Tilburg University)
Farah Focquaert (UGent)
Gily Coene (VUB)
Jean Paul Van Bendegem (VUB)
Jan Blommaert (Tilburg University)
Caroline Copers (ABVV)