fbpx
deMens.nu

Een zinnig gesprek

Discussie en debat over vrede

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg7 nr4

Christenen hebben de Bijbel, joden de Thora en moslims de Koran. Vrijzinnig humanisten steunen niet op een enig en ultiem boek om hun leven zin te geven. Zij baseren zich op miljoenen boeken om hun meningen te laten botsen en af te toetsen. Discussie, gesprek en debat zijn hun rituelen. Elke bibliotheek is voor hen een heilige plaats. Duizenden teksten van filosofen, wetenschappers, kunstenaars, politici … zijn er opgeslagen.

Joke Goovaerts – foto’s deMens.nu & Joke Goovaerts

De bibliotheek van Het Pand in Gent is daarom het uitgelezen decor voor de opname van Een zinnig gesprek. Kurt Van Eeghem nodigde drie sprekers uit om te discussiëren over het thema vrede. Rond de tafel zitten Christa Compas, directeur van het Humanistisch Verbond in Nederland, Jeffrey Tyssens, hoogleraar hedendaagse geschiedenis aan de Vrije Universiteit Brussel, en Christophe Busch, criminoloog en directeur van Kazerne Dossin: memoriaal, museum en documentatiecentrum over Holocaust en mensenrechten. Hieronder kan je een korte weergave van de opname vinden. De video reist mee met de tentoonstelling Nooit meer oorlog herdenken en is op de website van deMens.nu te bekijken.

De sprekers kwamen samen in de bibliotheek van Het Pand te Gent

Kurt Van Eeghem: Laten we even naar de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) kijken. We vieren dit jaar haar zeventigste verjaardag. In hoeverre spelen humanisten hierbij een rol?

Christa Compas: In mijn land werd de UVRM omarmd als een in wezen echt humanistisch project, als een kern van wat mensen op deze wereld met elkaar moeten doen. In Nederland wordt door de humanisten het verhaal gekoesterd dat de Nederlandse regering in het begin toch wel wat moeite had om de verklaring te ondertekenen, omdat God er helemaal niet in werd genoemd. Daarom zeggen humanisten dat deze verklaring bij uitstek humanistisch is. Ze gaat over godsdiensten en levensbeschouwingen heen, en stelt de menselijke vermogens centraal.

 Van Eeghem: Het woord universeel in deze verklaring, is dat wel het juiste woord? Is die hele verklaring niet westers?

Jeffrey Tyssens: Je moet beseffen dat heel wat mensen buiten de westerse beschaving heel blij zijn met dit soort van rechten, die daar ook wel verdedigd worden. Zij zouden heel gelukkig zijn indien die rechten in hun samenlevingen effectief zouden worden toegepast. Men denkt al te gemakkelijk dat het alleen een West-Europees verschijnsel is. Wel, ik kan je bijvoorbeeld zeggen dat India een heel sterke, interessante humanistische beweging heeft. En die heeft zeker geen bezwaren tegen dat soort van verklaringen. Integendeel, ze gebruiken die universele teksten als een belangrijk wapen op het terrein van emancipatie, voor vrouwen bijvoorbeeld.

Compas: Dat deze afspraken over de hele wereld gekoesterd worden en ons verder zouden kunnen brengen, dat vind ik toch wel een belangrijke constatering. De verklaring is universeel, niet in de zin van een absolute waarheid die altijd en overal geldt, maar wel als een krachtige afspraak die je met elkaar kan maken.

 

“De mens is in staat tot het goede, maar dat betekent niet dat die altijd het goede doet”

 

Van Eeghem: Ik hoor al zeker geen pleidooi voor een aanpassing van deze tekst. Maar dat brengt mij natuurlijk op het volgende: is de tekst wel voldoende bekend? Ik kijk even naar iemand die de museale behandeling van al dat soort zaken doet. Moeten wij die tekst niet terug in het onderwijs binnenbrengen?

© deMens.nu Christophe Busch: “Ik wil ook de illusie van een ultiem vredevolle samenleving, waar eigenlijk iedereen in perfecte harmonie samenleeft, doorprikken. Dat is een utopisch beeld. Het is belangrijker om te kijken wat je kan doen, hoe je kan interveniëren bij spanningen om de schade minder groot te maken.”

Christophe Busch: Absoluut. Wat wij eigenlijk merken in de museale context, waar duizenden jongeren de Belgische case van de Holocaust komen bestuderen en waar we een brug naar mensenrechten slaan, is dat ze veel te weinig gekend zijn. Ik herinner mij een debat waar ik ooit aanwezig was en waar een filmpje werd vertoond. In dat filmpje werd aan mensen op straat gevraagd: “Welk recht denk je dat zou moeten worden toegevoegd en indien je er één toevoegt, welk recht moet dan verdwijnen?” De antwoorden waren echter wel bijzonder problematisch, in de zin van: “We zouden recht op wifi moeten toevoegen.” Dan denk ik: ja, oké, die verbondenheid en informatie … misschien iets om over na te denken. Maar dan het tweede, het recht dat weg moest, dat was: “Het recht tegen folteren.” Folteren is geen probleem meer in onze samenleving, dus halen we dat er dan maar uit. Dergelijke uitspraken zijn wel verbijsterend. Conclusie is dat we terug naar de waarden van die rechten moeten. Waarom zijn die rechten er gekomen? Welke groepen in onze samenleving hebben die rechten niet? Dit alles is niet genoeg gekend en dat is iets waar het onderwijs maximaal moet op inzetten. Wat is de oorsprong, de geschiedenis? Wat is de doelstelling voor jou en je omgeving?

© deMens.nu Kurt Van Eeghem: “We vieren dit jaar de zeventigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In hoeverre spelen humanisten hierbij een rol?”

Van Eeghem: Die tekst is bij niemand nog gekend. Als directeur van het Humanistisch Verbond in Nederland is het, denk ik dan, ook voor jou een taak om die te brengen?

Compas: Ja, meneer, en die zaak pak ik ook graag op. (lacht) Wij willen die teksten ook zeer nadrukkelijk weer terugbrengen in Nederland, in de dagelijkse sfeer. En dan met name artikel één, dat ik echt een prachtig artikel vind: “Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.” Die tweede zin vind ik ontzettend belangrijk, want die wijst op verantwoordelijkheid tegenover elkaar.

Van Eeghem: Het Verenigd Europa is nu zo’n zeventig jaar vredevol, zouden we kunnen zeggen. Dat is de langste periode van vrede in onze Europese geschiedenis. Nu, oorlog is nooit veraf. Hoe kan humanisme een belangrijke rol spelen bij peacekeeping?

Tyssens: Het integrale pacifisme van geen geweld, geen wapens, geen legers is binnen de vrijzinnig humanistische tradities heel marginaal. Zelfs bij diegenen die heel ver gingen, in termen van internationalisme, is er toch nog altijd een stok achter de deur, in eerste instantie als zelfverdediging. Of als interventiemacht voor het geval iemand bijvoorbeeld de internationale rechtspraak aan zijn laars lapt. Je moet effectief de middelen hebben om orde op zaken te stellen voor diegenen die niet volgens de regels spelen. Het zou ongetwijfeld mooier zijn zonder, maar je moet ook niet naïef zijn uiteraard.

© deMens.nu Voorbereidingen voor de opname van Een zinnig gesprek in de bibliotheek van Het Pand in Gent: rond de tafel zitten Jeffrey Tyssens, Christa Compas, Kurt Van Eeghem en Christophe Busch

 

Compas: Inderdaad, geen naïef humanisme. Ook in Nederland is die pacifistische traditie in het humanisme niet heel groot. Ik denk: de mens is in staat tot het goede, maar dat betekent niet dat die altijd het goede doet. Het humanisme heeft ook kloten nodig, hè: er moet een stevig debat gevoerd worden. Wij hebben in Nederland humanistisch geestelijk verzorgers in het leger, en die mensen gaan ook mee op missie. Die zitten nu in Mali, in Jordanië …  Zij gaan juist in de dagelijkse praktijk van die geweldsituatie het gesprek met de soldaten aan. Zij stellen levensvragen over hoe je met de dingen moet omgaan. Ik sprak onlangs met een geestelijk verzorger die op missie was geweest. Op zijn laatste dag was een suicide bomber het kamp binnengekomen. Er vallen slachtoffers en hij houdt een bezinningsbijeenkomst. En hij zegt tegen mij: “Ik heb overwogen om die suicide bomber ook een menselijk gezicht te geven en uiteindelijk durfde ik het niet.” Het kon niet in die context, waar er in de groepsdynamiek behoefte is je eigen veiligheid te beleven.

Busch: Ik wil ook de illusie van een ultiem vredevolle samenleving, waar eigenlijk iedereen in perfecte harmonie samenleeft, doorprikken. Dat is een utopisch beeld. Het is belangrijker om te kijken wat je kan doen, hoe je kan interveniëren bij spanningen om de schade minder groot te maken. Ik herinner mij een collega van het Staatsmuseum Auschwitz-Birkenau, waar twee miljoen bezoekers op jaarbasis passeren, die de vraag kreeg: “Welk effect heeft dat op de mens?” Zijn antwoord daarop was: “Als de wereld iets minder gewelddadig of iets meer beredeneerd naar een aantal conflicten kan kijken en dan kan interveniëren, dan denk ik dat we een enorme stap vooruit zijn.” En ik denk natuurlijk, als je de zaken ook een beetje vanuit biologische achtergrond benadert, dat je dan zal zien dat oorlog en conflict een situatie is van wanorde op orde. Ik zie dat heel systemisch. Als je zoveel miljarden mensen op de wereldbol hebt en je hebt ook beperkte resources, middelen, voedsel, energiebronnen … dan implodeert dat. Het is altijd belangrijk dat je die mechanismen en patronen herkent.

© deMens.nu De bibliotheek van Het Pand in Gent, het uitgelezen decor voor de opname van Een zinnig gesprek

 

Mijn grote lieveling

Voor deze opname brachten de deelnemers aan het debat – op vraag van de redactie – elk een boek of voorwerp mee om te bespreken. Kurt Van Eeghem zelf had, naar aanleiding van het einde van de Grote Oorlog, het boek Oorlogsenthousiasme van Ewoud Kieft mee. Die Nederlandse historicus heeft het over de aanzuigende kracht die oorlog op mensen heeft. Jeffrey Tyssens: “Oorlogsenthousiasme was bij velen aanwezig. Tot een heel eind na de Eerste Wereldoorlog kan je vaststellen dat het revanchisme ten aanzien van de Duitse bezetters zeer groot was. Het is natuurlijk ook niet onbegrijpelijk, als je nagaat welk trauma die bezetting in België heeft nagelaten. Het land werd grotendeels ontmanteld en er werden wreedheden gepleegd.”

Christophe Busch bracht het boek 2020 Warning van Ingo Piepers mee, een Nederlandse militair die aan de Universiteit van Amsterdam doctoreerde. Piepers bestudeerde honderden kleine en grote conflicten tussen 1495 en 1975, aangevuld met recent materiaal. Christophe Busch: “En dan zie je dus die cyclische terugkeer van conflicten. De essentie van zijn boek is waar hij zegt: ‘Als ik die patronen bekijk en ik projecteer die op de toekomst, dan verhoogt de kans op een groter systeemconflict.’ Het is dus goed dat we in het stadium zijn gekomen waarin we die bijzondere complexiteit iets beter kunnen bevatten. En ik hoop dat we met een voldoende aantal mensen ook wel perspectieven kunnen gaan bieden om oplossingen te genereren, niet voor ultieme vrede, maar toch in de hoop dat je wat schade kan beperken.”

Voor deze opname brachten de deelnemers aan het debat – op vraag van de redactie – elk een boek of voorwerp mee om te bespreken

Jeffrey Tyssens moest het boek van zijn keuze in de bibliotheek laten, omdat het te kostbaar is en niet getransporteerd mag worden. De Magnissima Charta is een boek van Henri La Fontaine. Hij werd geboren in 1854, was een Brusselse advocaat en kreeg de Nobelprijs voor de Vrede in 1913. De Magnissima Charta verscheen zevenhonderd jaar na de Magna Charta. De Magna Charta regelt het vreedzame leven tussen individuen binnen de staat. De Magnissima Charta waarborgt het vreedzame leven tussen de staten. Jeffrey Tyssens: “Ik geef meteen toe dat La Fontaine mijn grote lieveling is. Hij heeft het boek tijdens de Eerste Wereldoorlog geschreven. Zo was hij, zoals de anderhalf miljoen Belgen die gevlucht waren, het land uitgetrokken. Eerst naar Londen en dan in 1915 gaat hij het grote water oversteken om de rest van de oorlog in Amerika actief te zijn. En het is op de boot dat hij aan zijn Magnissima Charta is beginnen te schrijven. Je kan het omschrijven als een essay, als een soort wereldgrondwet. Een soort VN-charter avant la lettre, waar er effectief een wereldparlement zou moeten groeien, een uitvoerende macht en vooral – en daar zat de kern van de zaak – ook een rechterlijke macht, die in geval van conflicten zou kunnen beslechten en wiens jurisdictie ook verplicht zou zijn.

Christa Compas bracht geen boek mee, maar wel een theepotje. “De theepot staat symbool voor Eleanor Roosevelt. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld bij het tot stand brengen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Een hele grote groep visionaire mannen kwam bij elkaar en als het moeilijk werd tussen die mannen met grote visies en grote ego’s, dan ging Eleanor Roosevelt thee schenken. Zoiets dagelijks heeft die verklaring mee tot stand gebracht. Even ruimte nemen om thee te drinken, de boel bij mekaar te houden en met elkaar in gesprek te blijven.”

Dat was een prachtige uitsmijter van een verhelderend gesprek. Kurt Van Eeghem sluit Een zinnig gesprek af met: “Ik heb heel veel ideeën gehoord. Utopistische ideeën, mag ik ook wel zeggen. Als we er niet uitkomen, laat ons dan eerst een kopje thee drinken en mekaar beter leren kennen.”

Redactie van Een zinnig gesprek: Kurt Van Eeghem, Jurgen Slembrouck en Joke Goovaerts. Opname en montage: acTVty.