Elke ongewenste zwangerschap is een verhaal
Beste Joachim Coens,
U bent gekant tegen een wetsvoorstel dat abortus volledig uit de strafwet wil halen en de termijn van twaalf naar achttien weken wil verlengen. De verplichte bedenktijd zou ingekort worden en er zouden strafsancties komen voor wie abortus verhindert. U gooit deze abortuskwestie bij de regeringsonderhandeling op tafel. Het is zonder dat wetsvoorstel of zonder de CD&V, zegt u.
Heleen Debruyne
Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd in De Morgen (9/09/2020).
Foto ©Johan Jacobs
Maar stel u voor. U bent een vrouw met twee kinderen. Elke maand vraagt u zich af hoe u de rekeningen zal betalen. U slikt de pil. Al drie maanden heeft u niet meer gemenstrueerd, maar dat komt, denkt u, door de pil. Of misschien durft u zich niet af te vragen wat er aan de hand is. Tot u toch een zwangerschapstest koopt. U bent zwanger. Veertien weken, zegt de arts. U bent in paniek. De arts raadt u aan naar Nederland te reizen, daar kan een zwangerschapsonderbreking nog wel. Maar de treinreis is zo duur.
Of u bent een studente. Kinderen, ooit, misschien wel, maar zeker niet nu. Het condoom knapt. U doet een zwangerschapstest. U bent zwanger. Uw partner zegt, geen zorgen. Hij zal werk zoeken, u kan verder studeren, belooft hij. U aarzelt, maar u bent verliefd. U besluit het kind te houden. Tot uw partner laat weten dat hij niets meer met U of het kind te maken wil hebben. U bent ondertussen vijftien weken zwanger. U bent in paniek. De arts raadt u aan naar Nederland te reizen. Dat is duur, en de reis moet twee keer gemaakt worden, een keer voor de eerste consultatie, en een keer na de bedenktijd van vijf dagen. U spreekt uw spaargeld aan. De ingreep is zwaar, fysiek en mentaal. U denkt nog vaak aan het kind dat er nu nooit meer zal zijn, soms met spijt. Het maakt u verdrietig, u voelt zich schuldig. Maar wanneer u twee jaar later afstudeert, beseft u dat u op dat moment geen andere keuze had kunnen maken.
Of stel u voor. U mag van uw echtgenoot alleen de deur uit om te gaan werken. U weet dat u al zo’n tien weken zwanger bent, u bent van plan om na het werk stiekem naar een abortuskliniek te gaan, een kind zou betekenen dat u nooit meer van uw manipulatieve partner los komt. Maar u wordt ontslagen. En dus mag u niet meer naar buiten. Weken later vergeet uw echtgenoot de deur op slot te doen en glipt u naar buiten. U bent zestien weken zwanger, zeggen ze in de abortuskliniek. U moet naar Nederland. U bent in paniek.
Elke ongewenste zwangerschap is een verhaal. Elke late zwangerschapsafbreking heeft een context. En als u zich niet wil laten raken door deze anekdotiek, mag u mij komen uitleggen waarin een foetus van twaalf weken op ethisch vlak verschilt van een foetus van achttien weken. (Ter voorbereiding verwijs ik u graag door naar de Practical Ethics van Peter Singer.)
Als u tegen het wetsvoorstel blijft fulmineren, moet u aan uzelf toegeven dat u eigenlijk tegen het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw bent.
Deze tekst werd oorspronkelijk gepubliceerd in De Morgen (9/09/2020).