fbpx
deMens.nu
Kurt Van Eeghem

Kunst is van levensbelang

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg9 nr3

Kurt Van Eeghem

Drie maanden na aanvang van de coronacrisis ontdekte de Vlaamse overheid de noden van de podiumkunstenaars. Zij, die als eersten moesten sluiten en als laatsten zullen openen, waren blij. De minister-president schraapte 65 miljoen uit de schatkist om de culturele instellingen, organisaties en … individuen te helpen. Dat is verheugend, ook al is het niet overdreven veel en komt de hulp zeer laat. Niet zeuren nu, we tellen mee.

Vlaanderen lijdt aan een oeroud dedain voor kunstenaars. Toen ik mijn papa vertelde dat ik geslaagd was voor de toelatingsproef van Studio Herman Teirlinck, kreeg ik een requisitoir waar mijn vader, normaal kort van stof, drie kwartier voor uittrok. Het epistel eindigde met een fors “en leer verdomme een vak, dat acteren kan na je uren”.

Het was helder, papa zou niet meebetalen. “Theater, dat is sodom en gomorra, zoals bij de konijnen”, herinner ik me nog uit zijn verhaal. Die zomer verkocht ik, zes op zeven, balpennen en vulpennen op de markten aan de Belgische kust. Elke ochtend vroeg op, kraam opzetten, klanten lokken, kraam afbreken. Een goede oefening voor een acteur in spe. Met de opbrengst kon ik de winter overbruggen, daarna zou ik wel zien. Papa keek mee, zag dat het menens was en trok zijn portefeuille open.

Nog altijd wordt het werk van kunstenaars als een hobby gezien. Jonge freelancers konden de voorbije maanden geen pennen verkopen om te overleven, want alles lag stil. Waar de andere sectoren aandacht kregen, trok niemand zich het lot van de kunstenaars aan. Enkele acteurs en musici in vaste dienst kregen een vervangingsinkomen, duizenden freelancers hadden niets. Geen werk, geen geld. Ze moesten “verdomme maar een vak leren”.

Kleine ensembles bedelden om de boel te redden, maar waar konden ze de hand ophouden? Bij de sponsors, de heilige graal volgens een overheid die foetert dat ze aan de subsidieslurf hangen, klonk het van “nu even niet”. Ondertussen kregen alle sectoren oplossingen aangeboden. Banken werden ingeschakeld, het woord ‘bazooka’ werd gebruikt, want de economie diende met alle mogelijke middelen gered. De kunstenaar keek toe.

Enkele weken voor corona brulde de sector zijn woede uit, omdat er alweer was gesneden in de aalmoes die het zo ‘briljante’ Vlaanderen voor zijn kunstenaars opzijhoudt. Toen de theaters sloten, bleef het stil. Waarom een treinticket naar Brussel betalen, als je niet weet hoe je het einde van de maand haalt? Papa had ze toch verwittigd: “Leer een vak!” Maar kunstenaars moeten niet bedelen. Zonder hun muziek, boeken, podcasts, streamings had niemand de crisis overleefd.

“En wat doe je overdag?” In Duitsland hoor je dat niet. Daar krijgen het talent en de werkkracht van acteurs en muzikanten respect in ruil. Stante pede voorzag Frau Merkel in een ‘bazooka’ voor de kunsten, een fors schot dat zijn doel niet miste. Zoiets heet ‘beschaving’. Kunst maakt deel uit van de economie, is net zo belangrijk als eten en drinken, is levensnoodzakelijk.

Maar hier? Enkele jaren terug werd in Vlaanderen een stadsschouwburg gerestaureerd. Het werd een schoonheid, een feest voor wie in de zaal zit. In de coulissen echter kleden de acteurs, dansers, muzikanten zich om in zielige hokjes waar de toiletten naar de Eerste Wereldoorlog ruiken. Zo denkt men er hier over.

En kijk, 2 juni, de overheid schoot wakker. Niet zeuren nu. Alleen hoop ik dat het geld terechtkomt bij wie het echt nodig heeft?

Foto bovenaan © Isabelle Pateer

Kurt Van Eeghem is presentator, acteur en schrijver. Meer lezen?