fbpx
deMens.nu

Digitale ongelijkheid vergroot sociale ongelijkheid

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg9 nr4

De digitale kloof in België is groter dan we denken. Er heerst een digitale ongelijkheid die verbonden is met inkomen en opleiding, waardoor een grote groep mensen zich in een kwetsbare positie bevindt tegenover de toenemende digitalisering van de samenleving. Dat constateert de Koning Boudewijnstichting in haar eerste Barometer van de digitale inclusie.

Liselotte Heesters

De Barometer van de digitale inclusie werd nog voor de coronacrisis opgesteld, en de pandemie heeft de actualiteit en noodzakelijkheid van digitale inclusie alleen maar vergroot. De Barometer brengt een overzicht van de digitale ongelijkheid, waarbij vooral naar voren komt dat mensen met een laag inkomen en een laag opleidingsniveau het meest getroffen zijn: zij hebben maar gedeeltelijk toegang tot de mogelijkheden van het internet. Dat baart de onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel en de Université catholique de Louvain, die de studie in opdracht van de Koning Boudewijnstichting hebben uitgevoerd, zorgen.

 

Toegang tot internet

Negen op de tien Belgen hebben thuis een internetverbinding. Hoewel dat veel lijkt, blijkt dat bijna één op de drie huishoudens met lage inkomens (minder dan 1.200 euro) geen eigen internetverbinding heeft. Dat staat tegenover 1% van de huishoudens met hoge inkomens (meer dan 3.000 euro) zonder internetverbinding. Onafhankelijk van inkomen, opleiding of leeftijd is de manier waarop mensen met internet verbonden zijn: de smartphone wordt de drager bij uitstek waarmee mensen op internet gaan.

 

Digitale vaardigheden

Naast toegang tot internet is digitale vaardigheid belangrijk. Slechts 38% van de Belgen beschikte in 2019 over gevorderde digitale vaardigheden. Terwijl 40% van de bevolking een risico loopt digitaal uitgesloten te worden: 32% heeft namelijk zwakke digitale vaardigheden en 8% gebruikt internet niet. Hoe lager het inkomen en opleidingsniveau, hoe zwakker de digitale vaardigheden. Zo stijgt de kwetsbaarheid en het risico op digitale uitsluiting tot 75% bij mensen die laaggeschoold zijn en een laag inkomen hebben. Daar komt nog bij dat digitale vaardigheden constant moeten worden bijgesteld, omdat er alsmaar digitaal wordt geïnnoveerd.

 

Uit: Barometer van de digitale inclusie, Koning Boudewijnstichting, 2019

 

E-banking en andere administratie

Nog een factor die meespeelt in de digitale ongelijkheid, is het gebruik van essentiële diensten zoals internetbankieren. Zo blijkt dat 57% van de internetgebruikers met een laag opleidingsniveau en 56% van de mensen met lage inkomens internet nog nooit hebben gebruikt om formulieren aan de administratie te bezorgen, terwijl ze wel verondersteld worden die stap te zetten. Daartegenover staan de Belgen die met 85% dagelijks internet gebruiken, in de eerste plaats voor online dienstverlening.

Op internet kan je natuurlijk veel meer doen, maar de Koning Boudewijnstichting heeft zich vooral op het gebruik van essentiële diensten gefocust. Dat doet ze omdat het niet-gebruik ervan tot vormen van discriminatie kan leiden, op het vlak van bijvoorbeeld sociale rechten, gezondheidszorg en bankdiensten.

 

Verschillen tussen gewesten

Uit het onderzoek komt ook naar voren dat er digitale verschillen tussen de gewesten zijn. Zo onderscheidt Vlaanderen zich door intensiever gebruik van online diensten, in vergelijking met Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De kwaliteit van de internetverbinding is eveneens wisselend. In Wallonië zijn er gebieden waar het signaal ontoereikend is of waar er geen glasvezelkabel is aangelegd, de zogenoemde ‘witte zones’ (beboste en dunbevolkte zones waar telecomoperatoren weinig interesse voor hebben). Wat in de drie gewesten lijkt te stagneren, is het beroep dat men online op openbare dienstverlening doet.

 

Digitaal is nog niet helemaal normaal

De toenemende digitalisering van de samenleving brengt veel kansen met zich mee, maar houdt ook een hoog risico in. De voordelen van digitalisering komen vooral ten goede van de personen die sociaal, cultureel en economisch al bevoordeeld zijn. Hierdoor wordt de kloof tussen de sociale groepen in de samenleving dieper.

De hogergenoemde factoren leiden ertoe dat een grote groep mensen in België van fundamentele rechten wordt uitgesloten, door problemen met digitale toegang tot onder meer onderwijs, werk en sociale contacten. Die situatie maakt hen kwetsbaar in een wereld die alsmaar digitaler wordt.

Volgens de onderzoekers hoeft dat geen fataliteit te zijn. Door de digitale realiteit beter te meten, kunnen de noden van mensen die ervan uitgesloten zijn beter begrepen worden en kan er actie ondernomen worden, zowel wat betreft de toegang tot technologieën als het bijbrengen van digitale vaardigheden.

 

Meer weten?

Sinds 2018 zet de Koning Boudewijnstichting tal van acties op om via digitale inclusie de maatschappelijke integratie van mensen te bevorderen. Dat gebeurt door bewustmaking, financiële ondersteuning, netwerking en uitvoering van studies, zoals de Barometer van de digitale inclusie.
Meer informatie over de Koning Boudewijnstichting vind je hier.

De Barometer van de digitale inclusie is tot stand gekomen op initiatief van de Koning Boudewijnstichting en door de medewerking van onderzoekers van de Vrije Universiteit Brussel en de Université catholique de Louvain. De analyse is onder meer gebaseerd op de gegevens van de Eurostat/Statbel-enquête van 2019 over het gebruik van informatica- en communicatietechnologieën door huishoudens en individuen van 16 tot 74 jaar.

Meer van de Koning Boudewijnstichting:

  • Kortfilm om te sensibiliseren over de digitale kloof: ‘Ik kom van een andere planeet’
  • Webplatform voor sociale actoren die mensen begeleiden om te leren omgaan met digitale toepassingen.
  • Oproep voor koepels en federaties die hun verenigingen willen begeleiden in digitalisering.

 

© Shutterstock.com