fbpx
deMens.nu

Boekbespreking: Wij, de dieren

Guy Moens, Wij, de dieren. Tongeren, Guy Moens uitgever, 2020

Te bekomen bij de auteur op menmoens@aim.com

Guy Moens behoeft waarschijnlijk geen voorstelling. Hij is een twintigtal jaar senator geweest voor de Socialistische Partij, ondervoorzitter ook van de senaat, lange tijd gemeenteraadslid in Tongeren en momenteel voorzitter van Pro lege, de vereniging van alle Belgische ex-parlementairen. Hij heeft ook een indrukwekkende reeks academische titels, inclusief die van doctor, verzameld aan de universiteiten van Leuven, Brussel, Luik en Londen, gaande van germanistiek en slavistiek tot sociologie.

Na zo’n parcours zou je misschien verwachten dat zijn pen onvermijdelijk een zwaarwichtig boek zou opleveren. “Wij, de dieren” is echter een heel onpretentieuze publicatie. Zij heeft iets van een Encyclopédie philosophique, met ernstige lemma’s zoals de taal, de waarheid, de ziel, moderniteit, fatalisme, symmetrie, democratie, de dood. Maar die thema’s zijn geput uit gesprekken van de auteur met zijn kinderen en kleinkinderen. Zij worden aangebracht in korte en heel toegankelijke reflecties. Daarbij vormt een overkoepelend thema, dat van de gelijkenissen en verschillen tussen menselijke en niet-menselijke dieren, de rode draad.

Dat dergelijke diepe filosofische thema’s met kinderen kunnen besproken worden, verwondert mij niet. Het filosoferen met kinderen ligt mij als lerarenopleider immers nauw aan het hart. Zoals in voorliggend boek, worden in Philosophy for and withchildren thema’s behandeld door de grote filosofen worden hernomen met en door kinderen, zonder verwijzing naar de stamdenker. Die discretie kenmerkt ook het boek van Guy Moens. Er vallen wel namen, maar terloops en onnadrukkelijk, en steeds staan zij in het teken van de leidgedachte die de auteur zijn kinderen en kleinkinderen (en de lezer) voorzichtig en met de nodige vraagtekens meegeeft. Pas aan het eind geeft Guy Moens het hele – interessante – lijstje van de voor hem opperste en mindere intellectuele goden prijs, maar tegen dan heb je lang door dat het hier gaat over doorleefde ideeën, die hun nut in de levenspraktijk hebben moeten aantonen en niet op de schoolbanken.

Het zou zonde zijn om dit boek dat uitnodigt tot kritisch denken in één ruk uit te lezen. Ik heb het behandeld zoals de stoïcijnen wilden dat hun meditaties gelezen werden: als aanknopingspunt voor persoonlijke reflecties. Je leest bijvoorbeeld het stukje over imitatie of over symmetrie, en vraagt je af wat je zelf te vertellen hebt over de betekenis van imitatie of waarom symmetrie (b.v. van je lichaam) zo vaak voorkomt in de natuur. Wat zou ik zeggen over waarheid en dieren?

Natuurlijk kun je het als lezer niet nalaten om doorheen het boek de politicus Moens te zoeken. Als hij het over democratie, aanpassing of vertrouwen heeft, schijnt de kabinetsman en beroepspoliticus door en zo ook in de scepsis bij simpele antwoorden op samenlevingsproblemen. Het laatste stukje, “ambitie”, heeft iets van een (alweer heel discrete) terugblik. En natuurlijk – en gelukkig – komt de SP-politicus ook boven in de beschouwingen over oorsprong en belang van klassen, eigendom, en (on)gelijkheid.

Het boek is tenslotte mooi uitgegeven, met intrigerende potloodtekeningen die eveneens uitnodigen tot reflectie. Een aanrader.

Recensie door Freddy Mortier, voorzitter deMens.nu