fbpx
deMens.nu

LGBTQ+ hoort ook thuis in een ideale wereld

Het Vlaams Belang schoof enkele weken geleden Jef Elbers naar voor als lid van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). Elbers, vooral gekend voor zijn werk als scenarist in series als de Triangelclub, Postbus X en Merlina, werd afgelopen weekend nog nét iets bekender door zijn visie op holebi’s via een interview in De Standaard. Zo zou de VRT kinderen confronteren ‘met allerhande aberrante vormen van seksualiteit, overgoten met een vunzig homofiel en militant sausje’. Transgender personen zouden ziek zijn, heteroseksualiteit zou de norm moeten zijn, de Gay Pride een carnaval van verpotte wijven en verwijfde venten op strontkarren. Kortom, de man is geen fan van de Holebi-gemeenschap. En dan wordt in de nasleep nog vlotjes vergeten dat hij deze uitspraak doet: ‘ik zou ze bij de VRT niet te eten willen geven, al die canapeuses, die per vaginam hun plaatsje behaald hebben en daarna in de soep spuwen’. De taalkundige vindingrijkheid van de heer Elbers ter zijde gelaten, zijn er toch een aantal zaken waarop een repliek de moeite waard is. 

Anton Van Dyck

Eerst en vooral valt de reactie van Vlaams Belang voorzitter Tom Van Grieken opnieuw op die, daags nadat hij zich nog als grote bondgenoot van de Holebi-gemeenschap had opgeworpen in de nasleep van de gruwelijke moord in Beveren, de keuze van de partij voor Elbers rechtvaardigde. Mensen hebben recht op hun eigen mening, was de redenering. Verder stelde Van Grieken ook hoe onrechtvaardig het was dat de uitspraken van Elbers nu gebruikt werden om de 800.000 kiezers van onze partij weg te zetten als homofoob. Die redenering is alvast eigenaardig. Van een partij mag immers verwacht worden dat zij diens kiezers vertegenwoordigt. Het was bijgevolg de partij zelf die concludeerde dat ze er naar hun eigen achterban wel mee weg zouden kunnen komen. In een interview op “De Ochtend” distantieert Van Grieken zich vervolgens van Elbers, terwijl hij wel van de gelegenheid gebruik maakt om de parallel te trekken naar Stasi-praktijken, waarbij mensen geen vrije mening meer mogen hebben. Het tegendeel is evenwel waar. Er wordt enkel verwacht dat mensen die aan het hoofd staan van een publieke instelling hun taak onafhankelijk en binnen het kader van onze grondwet zullen vervullen. Dat kader bestaat zeker uit de vrijheid van meningsuiting, maar evenzeer uit het gelijkheidsprincipe. Die redenering is het Vlaams Belang trouwens niet vreemd. De partij hanteerde ze immers zelf nog om een passage uit het populaire programma De Ideale Wereld te laten knippen. Iets waar ze overigens in geslaagd zijn. 

Het draait dus helemaal niet om één of ander fenomeen dat het tegenwoordig verboden is om bepaalde dingen te denken. Dat is helemaal niet zo. Het gaat hem om wat mensen doen. Als bestuurder van een publieke instelling vertegenwoordig je de hele gemeenschap, eentje waarin holebi’s en transgender personen vanuit hun fundamentele rechten als mensen volwaardige leden zijn. Beschik je niet over die basiscompetentie, dan is een mandaat in de publieke sector misschien niets voor jou. 

Tot slot nog dit. Toen Aalst Carnaval onder internationale druk kwam te staan, stond de partij meteen op de barricades om de eigenheid van Vlaamse tradities te verdedigen, zo ook de vrijheid om een rok en plastieken borsten te dragen, luidkeels mee te zingen op klassiekers en wild te dansen op fleurige praalwagens. Dat de kleuren van die wagens soms nogal fel zijn is een evidentie. Dat het carnaval niet representatief is voor de hele Aalstere gemeenschap ook, maar ze maakt er wél deel van uit. En zolang iemands keuze de vrijheid van een ander niet fundamenteel beperkt moeten we hen die gunnen. Enkel dan leven we in een vrije samenleving waar mensen elkaar in een park in Beveren kunnen ontmoeten, zonder dat ze angst moeten hebben om te uiten wie ze zijn. 

Over de auteur

Anton Van Dyck is auteur van “Alles Kapot! Een pleidooi voor natiebouw” en werkt bij deMens.nu, de koepel voor vrijzinnig humanistische verenigingen in Vlaanderen.