fbpx
deMens.nu

Vrijzinnig funerair erfgoed

De begraafplaats van Elsene

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr4. Lees hier meer artikels over ‘erfgoed’.

Begraafplaatsen zijn discreet, maar zeer waardevol in onze samenleving. Ze herbergen verdriet, en tegelijk bieden ze troost aan nabestaanden. Het zijn ontmoetingsplaatsen, serene en groene rustplekken in de steeds drukker wordende wereld. Begraafplaatsen zijn een oase vol verwondering en materieel erfgoed. Ze weerspiegelen de voetstappen van generaties door de eeuwen heen.

Jérémy Celen

Levensbeschouwelijk strijdperk

In de negentiende eeuw werd Europa door levensbeschouwelijke conflicten verdeeld, in België werd dat geïncarneerd door onder andere de schoolstrijd. De breuklijnen in de samenleving destijds vinden we terug in de structuren van de begraafplaatsen uit die periode. Het startschot voor de begraafplaatsperikelen werd in 1793 gegeven, wanneer de toenmalige soeverein van de Nederlanden, keizer Frans II, de kerkfabrieken verplichtte om alle doden te begraven, ongeacht hun levensbeschouwing. In 1803 werd die maatregel afgeschaft en een jaar nadien trad een decreet in werking dat de gemeenten een zekere autonomie verschafte op het vlak van de inrichting van de begraafplaats. Het beheer bleef echter vooralsnog in handen van de kerkfabrieken.

De ingang van de begraafplaats van Elsene: de plek is een voorbeeld van de negentiende- en twintigste-eeuwse tegenstellingen tussen de liberale burgerij en de katholieke elite © Larissa Courant

Dat bleef gedurende de negentiende eeuw voor heel wat frictie tussen de liberale en katholieke partijen zorgen. Het liberale kabinet-Rogier II wenste halverwege de negentiende eeuw de begraafplaatsen te seculariseren.

Concreet betekende dat dat de kerkfabrieken geen gronden meer konden aankopen voor de uitbreiding van bestaande kerkhoven en dat er een verbod kwam op het omvormen van bestaande kerkelijke gronden tot begraafplaatsen. Dat werd definitief bekrachtigd op 13 februari 1864, waarbij het Hof van Cassatie het beheer van de begraafplaatsen definitief aan de gemeentebesturen toewees.

Maar waar gemeentebesturen een scheiding van kerk en staat oplegden, weigerde de lokale clerus de nieuwe begraafplaatsen te wijden en stuurde die katholieke families naar andere gemeenten met een gewijd kerkhof om daar begraven te worden. Vrijzinnige organisaties kwamen bovendien op voor het recht van niet-gelovigen om in een graf zonder kruis begraven te worden, ook al druiste dat in tegen de wil van de (gelovige) families. De Franse antropoloog Louis-Vincent Thomas plaatste die levensbeschouwelijke strijd in de drie stadia van het afscheid: die van het waardig sterven, een waardige organisatie van de uitvaart en het stadium van de gepaste herdenking.

 

Funerair erfgoed

De waarde van het funerair erfgoed valt niet te onderschatten. De diversiteit aan nationaliteiten, stijlen, stromingen en levensbeschouwingen ademt een scala aan historische en maatschappelijke ontwikkelingen uit. De verdere verstedelijking zorgde voor een toestroom aan nieuwe gegoede burgers en dat is te merken aan de uiteenlopende esthetische stijlen die men aantreft op de begraafplaats.

De afgebroken zuil van het monument ter ere van voormalig liberaal burgemeester en vrijmetselaar Adolphe Buyl (1862-1932) schuilt onder de bomen op de begraafplaats van Elsene © Larissa Courant

Het ontwerp van de cimetière in de Brusselse gemeente Elsene was duidelijk geïnspireerd op de beroemde begraafplaats van Père-Lachaise in Parijs, en de aanwezigheid van pleinen, rotondes en straten verraadt dat er een ministad werd nagebootst door de architecten.

De begraafplaats van Elsene is een voorbeeld van de negentiende- en twintigste-eeuwse tegenstellingen tussen de liberale burgerij en de katholieke elite. Waar de katholieke architectuur voornamelijk de gotische stijl prefereert, overheerst de modernistische, eclectische vormgeving bij de vrijzinnigen.

Op verschillende graven en mausolea zijn bovendien de symbolen van de vrijmetselarij (vijfster, gebroken zuil, de letter ‘G’, piramide, winkelhaak en passer) terug te vinden. Befaamde architecten zoals Victor Horta lieten hun inspiratie de vrije loop met het ontwerpen van monumenten, mausolea en imposante grafzerken. Ook familiegraven van militairen, rijkswachters en bierbrouwers maken onmiskenbaar deel uit van de inrichting van de begraafplaats. Daarnaast hadden internationale conflicten zoals de Armeense genocide in 1915 tot gevolg dat Armeense vluchtelingen een grote gemeenschap vormden in Elsene en bijgevolg ook sterk vertegenwoordigd zijn op de begraafplaats. Ook een deel van de Russische aristocratie vluchtte naar Brussel ten tijde van de Russische revolutie van 1917.

 

Diversiteitswaarde

De diversiteitswaarde van het funerair erfgoed verdient de nodige aandacht. Daar we evolueerden naar een hyperdiverse samenleving, worden de interlevensbeschouwelijke aspecten van de begraafplaats ook steeds belangrijker.

In tijden van steeds korter durende concessies en plaatsgebrek is het aangeraden om bij de inventarisatie van funerair erfgoed in kaart te brengen welke ‘openluchtmuseumstukken’ naast een historische, symbolische of architecturale waarde ook representatief zijn voor de diversiteit in de periode waaruit de graven dateren. Op die manier kan het funerair erfgoed relevant blijven voor iedereen, ongeacht de levensbeschouwelijke of culturele achtergrond, en wordt er vanuit de gelijkheidsgedachte een gelijkwaardige plek geboden aan alle overtuigingen die onze samenleving rijk is.

In 1971 werden de eeuwigdurende concessies van graven omgezet naar concessies met een duur van vijftig jaar. De eerste concessies moeten nu overgenomen of hernieuwd worden, en het zou jammer zijn om waardevol vrijzinnig funerair erfgoed te verliezen. Daarom zal deMens.nu zich ertoe engageren om de lidverenigingen bij de inventarisatie van het erfgoed te betrekken. Daarnaast wordt er ook werk gemaakt van bewustmaking van de vrijzinnig humanistische gemeenschap voor het zorg dragen voor het vrijzinnig funerair erfgoed.

 

Bekende koppen

Monument aan de vijvers van Elsene ter nagedachtenis van auteur Charles De Coster (1827-1879): de vrijgevochten, vrijzinnige Tijl Uilenspiegel en Nele nemen er een prominente plaats in, net als in De Costers bekende roman © Larissa Courant

Charles De Coster, schrijver van De legende en de heldhaftige, vrolijke en roemrijke avonturen van Uilenspiegel en Lamme Goedzak in het land van Vlaanderen en elders, ligt begraven in Elsene. Hij herschreef, weliswaar in het Frans, de legende van Tijl Uilenspiegel. Als student aan de Université Libre de Bruxelles schreef hij onder meer voor het antiklerikale weekblad Uylenspiegel, wat hem inspireerde om later De legende van Uilenspiegel neer te pennen.

Die humanistische versie van Tijl vocht, in het licht van de Tachtigjarige Oorlog, aan de zijde van de geuzen tegen de Spaanse overheersing. Het personage weerspiegelde een vrijgevochten, vrijzinnige levensvisie en streed tegen sociaal onrecht en onderdrukking. Dat kaderde binnen de levensbeschouwelijke tegenstellingen die hun stempel op de negentiende en twintigste eeuw drukten. Het boek was bijzonder populair in het buitenland, maar werd oorspronkelijk in traditionele Belgische middens niet geapprecieerd door het vrijzinnige, antiklerikale en Vlaamse karakter van de roman. Charles De Coster overleed in 1879 op 51-jarige leeftijd.

Marie Derscheid, een van de eerste Belgische vrouwen die afstudeerde in de geneeskunde, ligt sinds haar overlijden in 1932 begraven in Elsene. Ze volgde eerst een opleiding als leerkracht aan de normaalschool van Bergen, die door de bekende feministe Marie Popelin werd geleid. Werkzaam als leerkracht, studeerde Derscheid intussen verder om te doctoreren als natuurwetenschapper. Nadien, in 1894, studeerde ze met grote onderscheiding af als dokter en specialiseerde ze zich in orthopedie.

In 1921 richtte Marie Derscheid de Fédération belge des femmes universitaires op dat als doel had te strijden tegen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in het onderwijs, met het universitair onderwijs als prioriteit. Ze was actief bij de Nationale Vrouwenraad en ook op internationaal niveau engageerde ze zich. Vandaag biedt het Fonds Derscheid-Delcourt studenten met weinig middelen de kans om in het buitenland te gaan studeren.

 

Een nieuwe functie?

Een van de kenmerkende ruime lanen van de begraafplaats van Elsene: met een groene zone van zo’n twaalf hectare in een zeer dichtbevolkt woongebied zal het belang van dergelijke openbare ruimtes alleen maar toenemen © Larissa Courant

Begraafplaatsen kenden gedurende een lange tijd een vrij eenzijdige inrichting en aanpak. Nu bevinden we ons op een keerpunt, waarbij de functie van begraafplaatsen wordt herbekeken en vooral verbreed in functie van de noden van de omgeving.

De verstedelijking zorgde er immers voor dat een aantal begraafplaatsen, die oorspronkelijk buiten de historische centra werden geplaatst, groene ruimtes in dichtbevolkte woonwijken werden. De ecologische en duurzame waarde van groene begraafplaatsen maakt dat de publieke functie een bredere betekenis krijgt.

De integratie in de wijken, met respect voor de overledenen en het serene karakter, maar met oog voor de noden van de plaatselijke bevolking, vormt een fikse uitdaging voor lokale besturen. De begraafplaats van Elsene, die een groene zone van zo’n twaalf hectare vormt, is daar een goed voorbeeld van. Het belang van die openbare ruimte in een zeer dichtbevolkt gebied zal de komende decennia alleen maar toenemen. Ook elders zal dat het geval zijn.

 

Rust en rituelen

Een begraafplaats hoort een bepaalde dualiteit uit te stralen. Enerzijds moet het geborgen, serene en rustgevende karakter behouden blijven. Anderzijds mag het een plek vol leven zijn, met respect voor de natuur en met oog voor verwondering. De dood mag ook zichtbaar zijn.

Alle mensen worden tijdens hun leven met verdriet en rouw geconfronteerd, maar de ruimte om die gevoelens een plaats te geven, verdween meer en meer naar de achtergrond in onze jachtige samenleving. Ook hier speelt de begraafplaats een belangrijke rol. Ze kan ruimte bieden aan (nieuwe) rituelen, tranen en evengoed een glimlach bij mooie herinneringen. Die verbindende functie is onontbeerlijk voor een moderne begraafplaats. Een plek waar de dood ook weer leven brengt.

De in 1834 door Pierre-Théodore Verhaegen opgerichte Université Libre de Bruxelles (ULB) verhuisde in 1930 van het centrum van Brussel naar de wijk Solbosch, op de voormalige site van de Wereldtentoonstelling van 1910 en op een boogscheut van de begraafplaats van Elsene. De ULB werd opgericht met als doel een universiteit te creëren onafhankelijk van kerk en staat, als een academische vrijhaven voor kritische wetenschappers.

Het vrij onderzoek was en is nog steeds het uitgangspunt van zowel de Franstalige als de latere autonome Nederlandstalige Vrije Universiteit Brussel (VUB), die zich aan de andere zijde van de begraafplaats vestigde. De nabijheid van die universiteiten transformeerde de buurt rond de cimetière tot een levendige wijk met een bruisend studentenleven. In de schaduw van de overledenen weerklinkt elke avond het gewoel. Ook bieden de lommerrijke lanen van de begraafplaats verkoeling aan menig Brusselaar tijdens warme dagen. Over de doden niets dan goeds.

 

Meer lezen?

De begraafplaats van Elsene. Een stad in het klein, Informatiedienst gemeente Elsene, 2017, hier online te vinden.

• Memento mori II. De begraafplaats in gesprek, Tamara Ingels en Lieve Destoop (red.), Academic and Scientific Publishers, 2021.