fbpx
deMens.nu

“Ik heb óók mijn steentje bijgedragen aan de samenleving”

Interview met Margriet Hermans

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr4. Lees hier meer artikels uit de reeks ‘Onderhuids’.

Dat haar lijf steeds strammer aanvoelt, vindt Margriet Hermans – zangeres, presentatrice en ex-politica – niet zo gemakkelijk om mee om te gaan. Haar geest is immers nog even creatief en onstuitbaar als ooit tevoren. Maar wat ze nog lastiger vindt dan haar eigen lichaam dat grenzen stelt, is de samenleving die 65-plussers uitrangeert.

Lieve Goemaere

Je bent de laatste maanden opeens weer zoveel in de media te zien. En ik die dacht dat je genoot van een deugddoend pensioen.

Margriet Hermans: Om de een of andere reden krijg ik veel uitnodigingen om opnieuw dingen voor tv te doen, en dat op mijn leeftijd, zeg, niet vanzelfsprekend. Het is ooit anders geweest. Toen ik politiek actief werd, waren mijn media- en zangcarrière van de ene op de andere dag voorbij. Ik had volledig onderschat hoe ik opeens een persona non grata zou worden. Toch kwam de politiek voor mij op het goede ogenblik. Ik had het een beetje gehad met mijn zangcarrière: “Is dat het nu? Ga ik dat de rest van mijn leven doen?” Ik miste inhoud, discussie en engagement. De volgende tien jaar hield ik me dus alleen met politiek bezig. Dat waren fantastische en bijzonder interessante jaren, en tegelijk was dat ook een echte rotperiode. Bovendien werd ik niet herkozen. Ik had nog eens een tweetal jaar nodig om daar bovenop te raken.

Margriet Hermans © Jeroen Vanneste

Ik heb veel offers gebracht voor mijn politieke carrière: mijn dochter moest op internaat en thuis liep ook niet alles van een leien dakje. Zeker in het begin was het niet gemakkelijk. Mijn komst werd met argusogen bekeken, ik kende het systeem niet, weinig mensen waren bereid me te helpen. Ik was een populaire BV die “een plekje had afgesnoept van een echte politicus”. Maar ik ga nooit voor half werk. Als ik me engageer, doe ik dat volledig en voluit, en uiteindelijk vond ik mijn draai wel.

Tegenover alle opofferingen stonden bovendien de successen: wetgevingen die mede dankzij mij verbeterden, decreten die werden aangepast. Al moet ik, achteraf gezien, wel toegeven dat ik mij in de politiek heb vergist. Ik ben erin gestapt als een believer, maar ben in de loop der jaren toch mijn naïviteit verloren. Alles gaat zo traag, het systeem is zo log, en als individu verlies je zelfs je vrijheid van meningsuiting. Hoeveel telefoontjes van de partijtop heb ik niet gekregen, omdat ik weer maar eens iets had gezegd dat niet in goede aarde was gevallen?

 

“Wees actief,

gebruik je rechten,

vergeet je plichten niet”

 

Wat zou je doen als je morgen wordt gevraagd om opnieuw een mandaat op te nemen?

Margriet: Ik vrees dat ik er weer voor zou gaan, en dan diezelfde ontnuchtering zou ervaren. (lacht) Er zijn alleszins genoeg dossiers waarin ik me maar al te graag zou vastbijten. De betonstop bijvoorbeeld. Ik ben een groene liberaal. We hebben het gezien met de overstromingen afgelopen zomer: ons land kan niet nóg meer beton aan, maar daar is de immolobby natuurlijk niet mee akkoord. Ik zie het in mijn eigen omgeving: de vallei van de rivier Aa, overstromingsgebied, zal in Turnhout verkaveld worden, ondanks het protest van de buren. We weten toch allemaal wat dat met zich zal meebrengen?

“Er zijn woningen te kort”, zeggen ze dan. Misschien is het een idee om al die gigantische villa’s met veel te grote parktuinen om te bouwen tot appartementen voor meerdere gezinnen? Want die villa’s staan te verkommeren omdat ze onbetaalbaar zijn, en omdat mensen geen tijd hebben om zich met zo’n enorme tuin bezig te houden. Dat ze dertig jaar geleden gebouwd werden, dat snap ik nog. Maar vandaag de dag kunnen we ons een dergelijke visie toch niet meer permitteren? En toch worden er steeds meer nieuwe woningen bijgebouwd, in plaats van alternatieve oplossingen te overwegen.

 

Ik hoor het: de passie brandt nog steeds.

© Jeroen Vanneste

Margriet: Ik heb dat sociaal engagement al van jongs af aan. Ik was het soort kind tegen wie klasgenoten zeiden: “Leg jij het maar uit aan de leerkracht, Margriet, jij kan dat zo vlot.” Exact mijn vader: die ging één keer naar de vergadering van de bakkersfederatie, ergerde zich kapot, heeft er het woord genomen en de week nadien was hij voorzitter. Omdat hij de pijnpunten aanhaalde waar iedereen mee zat, en daar ook een mooie analyse van kon maken. Zo was ik ook. Het was mijn droom om met een universitair diploma in de bedrijfswereld te belanden, maar mijn moeder hield mij tegen. “Behaal eerst je diploma van regentes. Daarna kan je nog altijd doen wat je wil.” Dat is de enige keer dat mijn ouders mij in een andere richting hebben gestuurd dan ik zelf wilde, want ik ben eigenlijk heel vrij opgevoed.

Mijn ouders waren geëmancipeerde mensen die mij alle kansen boden. “Als je iets wil, Margrietje, dan moet je ervoor gaan. We zijn zeker dat jouw keuze de goede is.” Overbezorgd waren ze nooit, en ze wilden me niet onder de kerktoren houden. Gelukkig maar, want ik wilde de wijde wereld in. Daardoor geen tweede diploma dus, want op dat moment had ik mijn buik vol van al dat studeren. Ik heb van thuis uit een gezonde dosis zelfvertrouwen gekregen. Ik wist bijvoorbeeld dat ik heel goed kon zingen, dus ik durfde een en ander in die richting uit te proberen. Tegelijk besefte ik ook dat mijn uiterlijk tegen mij werkte, dat ik op dat vlak altijd het onderspit delfde.

 

“De waarde en de schoonheid

van het dagelijkse”

 

Er is altijd veel te doen geweest over je looks en je gewicht. Werd je daar op den duur niet kwaad van, of verdrietig?

Margriet: Mijn hele leven lang heb ik telkens weer diezelfde flauwe moppen gehoord, en echt waar, ze deden me niets. Misschien klinkt het wat pretentieus, maar ik dacht gewoon: wie mij aanpakt over mijn gewicht, en wie mij bekritiseert zonder mij te kennen, dat is gewoon een idioot. Ook die houding heb ik aan mijn ouders te danken. Mijn vader zei: “Ach, Margrietje, trek je niet aan wat die mensen zeggen, zij kennen jou niet. Wij wel, en wij weten wat je waard bent.”

© Jeroen Vanneste

Mijn opvoeding heeft echt voor een stevige fundering gezorgd. Mijn ouders leerden me dat er twee keuzes zijn: ofwel je terugtrekken in een hoekje, ofwel proberen iets van je leven te maken. En als je dat laatste kiest, dan weet je dat je klappen zal krijgen, maar die neem je er gewoon bij. Vooral mijn vader heeft mij altijd aangespoord om voor mezelf op te komen, om me niet in de put te laten duwen.

Ik ben dankbaar voor die veerkracht en weerbaarheid die je nodig hebt om een goed en gelukkig leven te kunnen leiden. Al is niet alles altijd alleen maar rozengeur en maneschijn geweest. Rond mijn 28ste sukkelde ik in een zware depressie. Op het moment zelf geloofde ik niet dat ik daar ooit uit zou raken, maar achteraf gezien bleek die depressie wel de grote ommekeer in te luiden. Het was de catharsis die ervoor zorgde dat ik eindelijk mijn eigen leven begon te leiden, en dat ik niet meer krampachtig probeerde te pleasen.

 

Je kon eindelijk gewoon zijn wie je was?

Margriet: Ik had vrede met mezelf, mezelf aanvaard zoals ik was, en dacht: dit ben ik, het is te nemen of te laten. Die will to please die ik eerder had, was verschrikkelijk. Ik zie het nog steeds bij zoveel jonge meiden in de media. Vaak zijn dat nog kinderen eigenlijk, die geen enkele kans krijgen om zichzelf te ontpoppen. Ik zie hen schichtig om zich heen kijken om te weten of ze dit of dat al dan niet mogen doen. Het zijn knappe, frisse dingetjes, maar zonder weerbaarheid. Zitten we daarop te wachten? Ik zou graag wat meer wijze mensen op tv zien, mensen met bagage of met een verhaal. Er is amper zendtijd voor mensen die doen nadenken. Geef eens het woord aan personen met een handicap, met een andere kleur, met een andere achtergrond.

 

“Samen onze schouders

onder een betere wereld zetten”

 

En ook meer oudere mensen op tv?

Margriet: Het verwondert mij alleszins dat ik momenteel zoveel kansen krijg. Soms krijg ik te horen: “Voor iemand van 67 ben jij nog goed mee, hè.” Zoiets wordt met de allerbeste bedoelingen gezegd, maar is eigenlijk beledigend. Alsof de gemiddelde 67-jarige níét meer mee is. Ik verzet me tegen het pamperen van mijn generatie. In de media worden gepensioneerden zonder boe of bah opzijgeschoven: wij zijn toch maar die mensen die op kosten van de samenleving leven. Terwijl er dankzij ons zoveel bestaat en mogelijk is geworden. Maar voor de commercie zijn wij niet meer interessant natuurlijk, tenzij het over cruises, elektrische fietsen of serviceflats gaat. (lacht)

© Jeroen Vanneste

Tijdens de coronacrisis heb ik me echt geërgerd. Ik had het gevoel dat de oudere generatie kanonnenvoer was, de generatie die mocht sneuvelen zonder dat erom gemaald werd. Vreselijk. Ik wil niet afgeschreven worden. Ik heb óók mijn steentje bijgedragen aan deze samenleving, en het is niet omdat ik nu al wat ouder word, dat ik mijn waarde verlies. Ik doe nog altijd mee, en ik blijf bovendien vooruitkijken.

Ik leef in het heden en ik richt me op mijn toekomst – want daar ligt mijn leven. Wat voorbij is, is toch niet meer te herdoen. Mijn geest is nog even creatief en onstuitbaar als ooit tevoren, maar ik ervaar wel dat mijn fysieke kracht achteruitgaat, en daar heb ik wel wat moeite mee. Ik vind het soms moeilijk om de grenzen te aanvaarden die mijn lichaam mij stelt. Dat krenkt me ergens in mijn fierheid. Maar je kan niet anders dan ermee leren leven. Mijn schoonzus had het moeilijk toen ze een rollator nodig had, maar ze heeft zich daarover gezet, en is nu tenminste weer mobiel, heeft weer een stukje vrijheid herwonnen. Dat is toch een veel betere optie dan jezelf in je huis op te sluiten en de wereld aan je te laten voorbijgaan?

 

Jij barst alleszins nog van de levenslust, heb ik de indruk.

Margriet: Heel zeker, ik bijt mij nog dagelijks vast in het leven. Ik kan heel gemakkelijk gelukkig zijn, ik apprecieer het grote en het kleine. Een drukke werkdag vind ik geweldig, en staat er een vrije dag in mijn agenda, dan geniet ik ervan om verse soep te maken met groenten uit mijn eigen moestuin, of gewoon de was te doen. Ik zie de waarde van en de schoonheid in het dagelijkse.

© Jeroen Vanneste

Sommige dingen wijzen ook zichzelf uit. Ik ben jarenlang een gepassioneerde motorrijder geweest. Met mijn broer heb ik fantastische reizen gemaakt. Nu heb ik de kracht niet meer om een motor te besturen, en denk ik: ach, het hoeft toch niet meer. Ik heb er ontzettend van genoten, ik ben er heel dankbaar voor, én ik heb er vrede mee dat het nu niet meer voor mij is weggelegd. Fysiek ben ik nu eenmaal niet meer wie ik twintig jaar geleden was.

Ik besef dankbaar dat ik nog steeds een zondagskind ben, ook al worden mijn mogelijkheden beperkter. Weet je, geluk vind je niet in geld, dure auto’s of verre reizen, maar in het samenzijn met de mensen die jou graag zien en die jij graag ziet. Geluk is een warm nest, een liefdevolle omgeving. En geen geluk zonder zorg: voor jezelf, voor die omgeving, en voor de ander in het algemeen.

 

Over zorg valt er inderdaad ook nog wel een boompje op te zetten.

Margriet: Zorg is een van de grootste verantwoordelijkheden van de samenleving. We gaan nooit een leefbaardere wereld creëren als we vooral de situatie van diegenen die het al goed hebben, nog proberen te verbeteren. Dat onze maatschappij op twee snelheden vooruitgaat, is een probleem. Steeds meer mensen vallen uit de boot. Dat kan niet en dat mag niet: iedereen moet bijgestaan worden én iedereen moet ook zijn verantwoordelijkheden opnemen. Voor wat, hoort wat.

Mensen moeten worden aangezet om actief aan de samenleving deel te nemen. Dat is belangrijk voor je gevoel van zelfwaarde. Een betaalde job of vrijwilligerswerk zorgt ervoor dat je iets kan betekenen voor een ander, dat het zin heeft dat je er bent, dat je een verschil maakt. Elke mens voor wie dat enigszins haalbaar is, heeft een positie nodig in de maatschappij. Iedereen wil zich toch nuttig voelen? Dus doe iets, wees actief. Gebruik je rechten, vergeet je plichten niet.

 

Je gelooft in de maakbaarheid van de wereld?

Margriet: Soms denk ik wel eens dat het verkeerd zal aflopen met de wereld. We moeten ons geen illusies maken: de mens is maar een miniem schakeltje in een veel groter geheel, en het is naïef om te denken dat wij controle hebben. Maar ik zie optimisme wél als een morele plicht: we moeten op zijn minst geloven dat we een betere plek kunnen nalaten aan de generaties na ons. We moeten op zijn minst toch ons best doen? Die betere wereld komt er alleen als we er sámen onze schouders onder zetten.

 

Margriet Hermans © Jeroen Vanneste