fbpx
deMens.nu

Erfgoed en gender

Een onzichtbare vlek

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg10 nr4. Lees hier meer artikels over ‘erfgoed’.

Gender is van groot belang bij erfgoed. Misschien denk je dat gender er niet toe doet, maar niets is minder waar. Erfgoed bepaalt de culturele identiteit, en gender is daar hoe dan ook een onderdeel van. Niet alleen speelt gender – én diversiteit – een rol in het ontstaan van erfgoed, maar ook in hoe we met dat erfgoed omgaan. Mensenrechten, en dus ook vrouwenrechten, zijn cruciaal om erfgoed voor de toekomst te conserveren.

Annouk Brebels

Erfgoed, een korte historiek

De term erfgoed wordt toegekend aan zaken die mensen waarderen, waarmee ze zich identificeren en die ze willen bewaren voor toekomstige generaties. Vanaf de negentiende eeuw komt in Europa het besef meer en meer op gang dat we een patrimonium hebben om te beschermen, en verschillende wetten zien het licht. Volgens de Franse benadering, met onder anderen architect Eugène Viollet-le-Duc, moeten we monumenten restaureren en hebben we de plicht om ervoor te zorgen dat ze blijven bestaan. De Angelsaksische tendens daarentegen, met kunstcriticus John Ruskin, kiest ervoor om monumenten te laten verloederen. Niemand heeft het recht om ze aan te raken.

Vaak wordt erfgoed geassocieerd met monumenten, met iets dat oud is of met fysieke plaatsen of artefacten. Maar het is zoveel meer dan dat. Vanaf de twintigste eeuw wordt het Europese erfgoeddiscours dan ook een universeel discours dat gelinkt wordt aan het negentiende-eeuwse nationalisme en de liberale moderniteit. Erfgoed wordt de fysieke representatie van de prestaties van een bepaald land en dient om een nationale identiteit te creëren.

De Unesco is het orgaan van de Verenigde Naties dat zich met onderwijs, wetenschap en cultuur bezighoudt, en dus ook met de bescherming van erfgoed © Bumble Dee / Shutterstock.com

In 1972 wordt erfgoed geïnstitutionaliseerd met het ontstaan van de conventie van het werelderfgoed van de Unesco, het orgaan van de Verenigde Naties dat zich met onderwijs, wetenschap en cultuur bezighoudt.

Bedoeling van die conventie is om het werelderfgoed te beschermen. Het uitgestippelde beleid legt de nadruk enerzijds op het verhaal van de natiestaat dat erfgoed representeert, en anderzijds op de technische appreciatie en de esthetiek, wat ook een tijdsgebonden waardeoordeel inhoudt.

Elk land kan momenteel erfgoed laten erkennen door de Unesco, waarbij het steun ontvangt om dat specifieke erfgoed voor de toekomstige generaties te bewaren. De keuze maken om bepaald erfgoed al dan niet door de Unesco te laten erkennen, komt samen met een aantal voorwaarden. Bijvoorbeeld dat het door mensen is gemaakt, dat het uniek is en vooral ook dat het beschermd moet worden omdat het is bedreigd.

In 2003 ontstaat een nieuwe conventie van het immaterieel cultureel erfgoed. Die conventie is ontstaan vanuit de kritiek dat de eerdere conventie van 1972 te eurocentrisch zou zijn. Het werelderfgoed zou zich voornamelijk focussen op materieel erfgoed, namelijk monumenten, landschappen en fysieke plaatsen, terwijl het erfgoed in niet-westerse landen eerder rituelen, culturele gebruiken en praktijken betreft. Het erfgoed is minder tastbaar dan het werelderfgoed.

 

De vinger aan de pols

Een van de veel besproken aspecten bij het al dan niet ratificeren van werelderfgoed of immaterieel erfgoed is dat de betrokkenen de mensenrechten accepteren. Dat blijkt in de praktijk soms moeilijk te verwezenlijken. Een voorbeeld hiervan is een zuiveringsritueel in Oeganda, waarbij het mannelijke kind zijn mannelijkheid verliest en moet terugkrijgen. Moeder en zoon verblijven daartoe drie dagen thuis en eten een soort rijstpap. Na dat ritueel zou de sociale status van het mannelijke kind hersteld zijn en zou hij zijn mannelijkheid hebben teruggekregen.

De berg Athos, een kloosterstaat in Griekenland, is op de werelderfgoedlijst van de Unesco opgenomen, maar hij blijft verboden terrein voor vrouwen © Shutterstock.com

Het onschuldige ritueel is in 2014 op de conventie van immaterieel cultureel erfgoed ingeschreven. Maar als je weet dat er in Oeganda weinig tot geen openheid over homoseksualiteit is, kan je de vraag stellen of een dergelijk ritueel dan niet bijdraagt tot een cultuur waar er enerzijds veel ruimte is voor de waardering van ‘mannelijkheid’, en die anderzijds homoseksualiteit verbiedt.

Ook op de werelderfgoedlijst stelt zich de genderproblematiek. Bij sommige sites, zoals de berg Athos in Griekenland of de berg Omine in Japan, is het verboden om die als vrouw te bezoeken. Aan de ene kant heeft de site een universele waarde voor alle mensen, inclusief vrouwen, en is het een universeel recht om ze te bezoeken, maar aan de andere kant is de universele waarde van die site net erkend om de gendertradities te bekrachtigen.

In België is de site Flemish Béguinages ook tot werelderfgoed geratificeerd. Het verschil is echter dat dit uitsluitend vrouwelijk erfgoed wel door zowel mannen als vrouwen bezocht mag worden. En tot slot zijn er ook sites zoals Uluru-Kata Tjuta, een nationaal park in Australië, waar de heilige plaatsen gescheiden zijn voor mannen en vrouwen. Zowel mannen als vrouwen houden er hun religieuze plek graag geheim voor de ander.

 

Waarom gender belangrijk is

Het idee van erfgoed wordt vaak losgekoppeld van hedendaagse waarden en toegeschreven aan het verleden. Rond de identiteit van erfgoed hangt een enorm machtsbegrip, en vaak wordt gender daarbij vergeten. Indien men een egalitaire samenleving wenst, moeten de verschillende aspecten rond gender en diversiteit in het erfgoedverhaal aan bod komen.

Het zijn immers individuen, groepen mensen en gemeenschappen die erfgoed in leven houden. Vaak zijn het experts zoals architecten, archeologen of historici die het erfgoeddiscours domineren, en vergeet men dat er ook een emotionele component aan erfgoed is verbonden.

Het verleden is geen abstract begrip, en de voorstelling ervan heeft bepaalde gevolgen voor gemeenschappen en de identiteit ervan. Het verleden kan dus onmogelijk tot archeologische data of historische teksten gereduceerd worden. Het zijn de mensen die erfgoed naar waarde schatten.

In het verleden werd de keuze om erfgoed te bewaren vooral door een elite bepaald. Dat wordt momenteel erg bekritiseerd, omdat vrouwen, etnische groepen, inheemse gemeenschappen en de arbeidersklasse daarin geen stem hadden.

 

Een inclusief verhaal nodig

Een trend die zich vaak voordoet, is dat men vrouwen gewoon aan een historische plaats of site toevoegt – add women and stir. Vrouwelijke waarden en ervaringen worden enkel en alleen toegevoegd zonder een inclusief verhaal te vertellen. Op die manier blijven de genderstereotypen wel aanwezig.

Een voorbeeld van genderstereotypering: foto’s van vrouwen die de wapens opnemen, illustreren hoe zwaar de oorlog is, maar kunnen ook vrouwen tonen die strijden voor hun rechten en emancipatie © ymphotos / Shutterstock.com

Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar de onderliggende aannames over gender bij de interpretatie van teksten, visuele representaties en de inhoud van gegidste bezoeken in musea. De studies waarbij vooral op visuele representaties wordt gefocust, tonen hoe mannen en vrouwen vanuit een andro- en eurocentrisch perspectief worden weergegeven.

In het Fotografiemuseum van Charleroi bijvoorbeeld werd tijdens de tentoonstelling Les Amazones du PKK vermeld dat oorlog wel heel zwaar wordt als zelfs vrouwen de wapens opnemen. Terwijl die vrouwen eigenlijk ook strijden voor hun rechten, de samenleving en hun emancipatie. Dat illustreert dat genderstereotypering nog steeds diep geworteld zit in de manier van verhalen vertellen in een museum.

 

Op de werkplek: schijn bedriegt

Voor de meeste kinderen vandaag lijkt de museumwereld vooral een vrouwenwereld te zijn. Vrouwelijke leerkrachten nemen hen mee naar het museum, al dan niet bijgestaan tijdens de uitstap door een moeder die zich als vrijwilliger aandient. Daar ontmoeten ze een vrouwelijke gids, vrijwilliger of niet, die hen de historische objecten toont en erover vertelt. Zaalwachters zijn doorgaans mannen en vrouwen, maar in de museumshop zijn de medewerkers dan weer vaak jonge vrouwen. En gaan de kinderen naar het toilet, dan zien ze vooral zwarte vrouwen die er schoonmaken. De aanwezigheid van al die vrouwen laat natuurlijk niet zien dat de leiding van een museum voornamelijk uit mannen bestaat.

Er zijn in Vlaanderen ongeveer zeventig procent vrouwelijke medewerkers in musea, terwijl wel zeventig procent mannen de bestuursorganen bevolken (cijfers uit 2014). Meerdere studies tonen aan dat vrouwen in leidinggevende functies in musea vaak ondervertegenwoordigd zijn. Welke rol spelen vrouwen dan in het erfgoeddiscours, als zij geen deel uitmaken van het beslissingsniveau?

Niettemin biedt erfgoed ook de mogelijkheid tot werkgelegenheid voor vrouwen. In het gebied van de rivier Niger in Mali hebben vrouwen specifieke vaardigheden ontwikkeld om textiel te verven. Hun productie is over de hele subregio verspreid en in de hoofdstad Bamako is er zelfs een ecologisch verantwoorde fabriek gebouwd. Die fabriek geeft aan tweehonderd vrouwen werk.

 

Opmerkelijke vrouwen

Enkele vrouwen uit de elite hebben nochtans wel een rol gespeeld bij het ontstaan van verschillende museumcollecties. De collectie van de Hermitage in Sint-Petersburg is afkomstig van tsarina Catherina II van Rusland. Koningin Victoria is belangrijk geweest voor de collectie van het Victoria & Albert Museum in Londen. Farah Diba, de laatste keizerin van Iran, heeft na de Tweede Wereldoorlog in Teheran een museum voor moderne kunst geopend. Peggy Guggenheim was een verwoede kunstverzamelaar en droeg in sterke mate bij aan de promotie van talrijke Europese en Amerikaanse moderne kunstenaars. Ook Bertha Potter Palmer en Florence Scott Libbey waren actieve verzamelaars van schilderijen en decoratieve kunstobjecten, en bijgevolg belangrijke vrouwelijke collectioneurs.

Peggy Guggenheim was een verwoede kunstverzamelaar en droeg in sterke mate bij aan de promotie van talrijke Europese en Amerikaanse moderne kunstenaars © HungryBild / Shutterstock.com

Elizabeth Esteve-Coll werd in 1987 directeur van het Londense Victoria & Albert Museum. Zij had veeleer met indirecte genderdiscriminatie af te rekenen. Haar aanwezigheid in het museum daagde de langdurige mannelijke dominantie die er heerste uit, vooral omdat zij een andere visie op het beleid doordrukte. Een van haar bekendste uitspraken is: “A great national collection belongs to the people, not elitist art historians.”

In de jaren tachtig werden musea reeds bekritiseerd, door zowel vrouwen als mannen. Volgens museoloog en antropoloog G. Ellis Burcaw zouden musea te elitair, te racistisch en te mannelijk zijn. Eerder stelde Charles Parkhurst, toenmalige directeur van het Baltimore Museum of Art, vast dat musea vooral een rol hebben om de collecties te conserveren. Er komt een tendens op gang om meer en meer de educatieve werking van musea op te starten. Het is een periode waarin wetenschappelijk werk primeert. De kritiek luidde dan ook dat musea te veel intern werken. De bezoeker zou een prominentere rol bij het beleid van een museum moet krijgen.

In 1927 is Ursula McConnel de eerste vrouw in Australië die carrière maakt in etnografisch onderzoek. Zij verzamelde artefacten van de Wik-gemeenschap en deponeerde die in het Queensland Museum. In die periode is het museum echter niet geïnteresseerd in het tonen van die artefacten. Wat later werd Ursula McConnel uit de Wik-gemeenschap verbannen, omdat ze kritiek had geuit op missionarissen die er kinderen bij hun moeders weghaalden. Een jaar later, wanneer ze opnieuw wordt toegelaten, spitst ze zich nog alleen toe op de materiële cultuur van de vrouwen. Later in de geschiedenis wordt een vrouw uit de Wik-gemeenschap curator van het Queensland Museum.

Vervolgens uit ook Mary Douglas, een Britse antropoloog, kritiek op musea. Ze moeten niet alleen aandacht voor het genderaspect hebben, maar ook voor minderheidsgroepen zoals migranten, armen en vluchtelingen. Hun leefwereld maakt ook deel uit van de collecties. Zij stelt de vraag of een etnografisch museum al dan niet minder wetenschappelijk wordt door personen uit de gemeenschappen in kwestie erbij te betrekken. Vaak zijn er immers geen bronnen beschikbaar om de context van een object te achterhalen, maar bezitten gemeenschappen de kennis over vroegere gebruiken.

In Jordanië en Marokko werden verschillende musea aanvankelijk door mannelijke buitenlanders geleid. Vandaag worden die musea door vrouwen aangestuurd. Zowel Wijdan Ali als Faris Nimry, beiden in Jordanië, zien het museum als een educatief centrum en niet als een magazijn vol erfgoedobjecten. Recente studies in Marokko hebben aangetoond dat vrouwelijke medewerkers nieuwe mogelijkheden introduceren om gendergelijkheid binnen het kader van de inheemse tradities te promoten. Die vrouwen zijn op zoek naar manieren om de problematiek van identiteit, economische onafhankelijkheid en geletterdheid in het museum in te bouwen.

 

Noodzakelijk toekomstperspectief

De educatieve functie van musea treedt steeds meer op de voorgrond, terwijl de rol van erfgoed om de prestaties van een natiestaat te tonen naar de achtergrond verschuift © Shutterstock.com

De rol van erfgoed om de prestaties van een natiestaat te tonen, is langzaamaan naar de achtergrond aan het verschuiven. Steeds meer ziet men het belang in van de educatieve functie van een museum of het belang om de cultuur van minderheidsgroepen te bewaren. Hoewel vrouwen in het erfgoeddiscours vaak zijn geneutraliseerd, dragen zij meer en meer bij aan de evolutie van erfgoed in de samenleving en bijgevolg aan het beleid.

Op verschillende vlakken merken we dat de aandacht die naar gender en diversiteit gaat, ervoor zorgt dat het erfgoeddiscours verandert. Niet alleen zijn vrouwen belangrijk geweest voor het tot stand komen van collecties, maar ook het museum als participerende ruimte draagt bij aan de emancipatie van de vrouwelijke bevolking.

De Unesco speelt een cruciale rol in het vrijwaren van de mensenrechten en vooral de vrouwenrechten. Culturele rechten moeten worden begrepen in relatie met wie in de gemeenschap de macht heeft en wie de collectieve identiteit bepaalt. De verschillende stemmen in een gemeenschap dienen allen zonder discriminatie te worden gehoord.

Vrouwen bleven vaak ondergewaardeerd in erfgoed. Gender komt echter op alle werelderfgoedsites voor. Het is dan ook van belang dat de genderdynamieken in erfgoed worden getoond en belicht, dat er een bewustzijn wordt gecreëerd en dat mensenrechten in erfgoed meer en meer worden nagestreefd.