fbpx
deMens.nu

Van symboliek tot reflectie

Dieren in de beeldende kunsten

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg11 nr1. Lees hier meer artikels over ‘dieren’.

De mens heeft een bijzondere band met dieren. Hij eet ze, gebruikt ze bij het werk en houdt ze als gezelschap. Kunst is ingebed in de maatschappij en is er een weerspiegeling van. Logisch dat we in de kunsten ook veel afbeeldingen van dieren aantreffen, wat ons dan vaak iets zegt over de positie van die dieren in de samenleving. Wij focussen ons hier op dieren in de beeldende kunsten.

Wendy Serraris

Er was eens heel lang geleden

Al heel vroeg begon de mens dieren weer te geven, in grotschilderingen. Zo is op het Indonesische eiland Sulawesi een afbeelding van een hertzwijn gevonden die 35.400 jaar oud wordt geschat. In de prehistorie was het kennelijk belangrijk die schilderingen zo realistisch mogelijk te maken. De structuur van de rots werd gebruikt om de anatomie en beweging van de dieren weer te geven, wat tot verbluffende resultaten leidde, gezien de eenvoudige materialen die de makers toen ter beschikking hadden.

In kunst uit de Oudheid zijn afbeeldingen van dieren vaak een decoratief element, denk maar aan het mozaïek van een hond in Pompeï, met het opschrift ‘cave canem’ © Shutterstock.com

Er zijn een aantal theorieën over de redenen waarom die afbeeldingen zijn gemaakt, maar waarschijnlijk zullen we de echte aanleiding nooit met zekerheid achterhalen. Sommigen stellen dat de mensen dieren afbeeldden waarvoor ze bevreesd waren, anderen denken dan weer dat de tekeningen onderdeel van rituelen zijn.

Ook in kunst uit de Oudheid vinden we dieren terug, vaak als decoratief element. Denk aan het mozaïek van een hond, met het opschrift cave canem, in Pompeï of het fresco van dolfijnen in het Minoïsche paleis in Knossos.

Bij de Grieken werden goden op afbeeldingen ook dikwijls van een dier vergezeld, waardoor duidelijk werd om welke god het ging. Zo werd Zeus vaak voorgesteld met een adelaar, en Poseidon met zeepaarden. De Egyptenaren beeldden hun goden dan weer uit als dieren, of als een combinatie van dier en mens.

 

Symbool voor mens en moraal

In de middeleeuwen ontwikkelde zich het bestiarium, een geheel van geïllustreerde geschriften over dieren en hun eigenschappen. Vanaf de vroegchristelijke en nadien de Byzantijnse kunst stonden afbeeldingen van dieren meer en meer symbool voor menselijke eigenschappen en morele boodschappen. Een bestiarium gaf daartoe een overzicht van de eigenschappen van elk dier. Sommige van die dieren bestonden echt, zoals de slang, maar er werden ook heel wat fabeldieren in zo’n bestiarium vermeld, bijvoorbeeld de eenhoorn. In die tijd was het vaak niet duidelijk welke van de opgenomen dieren echt waren en welke niet.

Monsterachtige fabeldieren duiken van oudsher op in de beeldende kunsten, ook in en aan kerkelijke gebouwen, zoals deze waterspuwer van de Notre-Dame in Parijs © Shutterstock.com

De voorloper van het bestiarium was de Physiologus uit de tweede eeuw, een verzameling van dierenverhalen en beschrijvingen die al eeuwenlang werden doorgegeven door geleerden zoals Aristoteles en Plinius. Maar veel van de dieren in de Physiologus, die in de bestiaria werden overgenomen, hadden de auteurs zelf nooit in levenden lijve gezien. Het was bijgevolg niet met zekerheid geweten of het al dan niet werkelijk bestaande dieren waren.

We zien in de middeleeuwse beeldende kunst dus zowel echte dieren als fabeldieren verschijnen, en ze werden op verschillende manieren aangewend. Soms waren ze een attribuut van een heilige. Zo werd de heilige Lupus afgebeeld met een wolf. Vaak werden dieren ook als symbool voor menselijke eigenschappen en zonden uitgebeeld. Zo stond een leeuw voor hoogmoed. Echter, niet altijd werd hetzelfde dier gebruikt om bepaalde eigenschappen voor te stellen, en een dier kon soms verschillende eigenschappen symboliseren.

In de late middeleeuwen zien we aan en in kerkelijke gebouwen dieren ook in een satirische rol opduiken. De beeldhouwers kregen duidelijke instructies voor hun werk, maar aan bijvoorbeeld zuilen, waterpijpen en onderkanten van koorbanken mochten ze vaak hun zin doen. Daar verschijnen dan wel eens monsterachtige fabeldieren.

 

Waarheidsgetrouwe afbeelding

In de middeleeuwen was er nog lang sprake van een neoplatoonse denkwijze. Dingen werden vanuit hun algemene kenmerken bekeken en individuele eigenschappen deden er niet toe. Dieren werden in de beeldende kunsten dan ook afgebeeld aan de hand van de globale kenmerken die hen bij een bepaalde soort onderverdeelden, maar aan de specifieke eigenschappen van een bepaald dier werd geen aandacht besteed.

In de renaissance kwam daar verandering in. Wetenschap en kennis werden belangrijk, en dat had zijn invloed op de nauwkeurige observatie van dieren, dus ook op de afbeelding ervan. Het werd belangrijk om dieren realistisch weer te geven.

De tendens om dieren waarheidsgetrouw af te beelden kwam in de 19de eeuw tot een hoogtepunt: een mooi voorbeeld daarvan is het schilderij ‘Boer met zijn kudde’ van Paulus Potter © Shutterstock.com

Vanaf de gotiek werkten kunstenaars gaandeweg niet alleen meer in opdracht van de kerk aan Bijbelse taferelen, maar bij rijke particulieren ontstond ook meer en meer de vraag naar portretten en huiselijke taferelen. Ook daar ging het dier als symbool een belangrijke rol spelen. Zo werd een hond vaak als teken van trouw afgebeeld, zoals op het schilderij Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw van Jan van Eyck.

Ook vogels kwamen veel voor, onder andere als teken van onderlinge liefde. Daarnaast symboliseerde een vogel vaak maagdelijkheid, althans, als dat vogeltje in een gesloten kooi zat. Stond de kooi open, dan was de maagdelijkheid verloren gegaan. Een mooi voorbeeld daarvan is het schilderij De tamme spreeuw van Pieter van Noort. We zien er letterlijk hoe een jongeman een vogel uit een kooi probeert te lokken, terwijl een meisje de kooi vasthoudt.

Geleidelijk aan werden dieren ook belangrijker als thema op zich. In de barok was het Peter Paul Rubens die in zijn dierstukken een totaal andere sfeer ging creëren. Bij hem geen lieflijke scènes, maar wilde beesten die agressief en gevaarlijk zijn. De tendens om dieren waarheidsgetrouwer af te beelden kwam in de negentiende eeuw tot een hoogtepunt met de animaliers, kunstenaars die zich daarin specialiseerden. Mooie voorbeelden zijn Paulus Potter en Rosa Bonheur.

 

Een maatschappijkritische kijk

Het was Charles Darwin die met zijn evolutietheorie een einde aan de hiërarchische benadering van mens en dier maakte. Daar waar in de middeleeuwen het christendom de mens als beheerder van de aarde zag die dieren kon gebruiken zoals het hem uitkwam, liet de evolutietheorie zien dat de mens als soort eigenlijk een toevalstreffer is en dat enige bescheidenheid wel op zijn plaats is. Ook dat had weer zijn invloed op de kunsten. Er ontstond kunst die maatschappijkritisch keek naar de manier waarop met dieren werd omgaan.

Zolang kunstenaars geen echte dieren gebruikten, konden ze hun fantasie zonder enig probleem de vrije loop laten, getuige bijvoorbeeld het werk van Leonora Carrington © Barna Tanko / Shutterstock.com

Mogelijk is de tekening The Woman Behind the Gun van Gordon Ross die in 1911 in Puck Magazine verscheen, een van de eerste kunstuitingen die kritiek had op de omgang met dieren. De tekening toont een vrouw, waarschijnlijk Coco Chanel, die vogels neerschiet. De honden die de vogels ophalen en aan haar voeten leggen, hebben het hoofd van twee hoedenmakers van het merk French Milliner. Puck Magazine was een humoristisch tijdschrift dat politieke en sociale kwesties aan de kaak stelde. Het thema ‘dieren en mode’ was toen een hot topic. Sindsdien wordt kunst wel vaker gebruikt om onze houding tegenover dieren in vraag te stellen, maar het is niet altijd even duidelijk waar het verschil tussen het doel en de middelen zit.

Zolang er alleen sprake was van schilder- en beeldhouwkunst, waren ethische vragen over dieren in de kunst niet echt aan de orde, zelfs niet bij de avant-gardisten uit de moderne kunst aan het begin van de twintigste eeuw. Kunstenaars konden dieren uitvinden (denk aan de surrealistische schilderijen van Leonora Carrington), ze een ander kleurtje geven (zie het werk van Franz Marc), en geen haan die ernaar kraaide natuurlijk. Veel veranderde echter met de opkomst van de fotografie, videokunst, installaties, performances … toen kunstenaars begonnen gebruik te maken van echte dieren, levend of dood.

 

Werken met levende dieren

Ze zijn er, in de hedendaagse kunst, kunstenaars die erin slagen om met levende dieren te werken zonder dat er aanstoot aan wordt genomen. Bijvoorbeeld in het geval van Koen Vanmechelen. Op zijn site Labiomista werkt hij aan multidisciplinaire projecten waarbij diversiteit, cultuur en identiteit centraal staan. Zijn bekendste project is misschien wel The Cosmopolitan Chicken Project, of CCP. Vanmechelen kruist nationale kippen uit verschillende landen om uiteindelijk tot kosmopolitische kippen te komen die genen uit alle mogelijke landen dragen. Het doel is een mondiale kip te kweken, als symbool voor de wereldwijde culturele en genetische smeltkroes.

Ook de foto’s van Charlotte Dumas weten ons te raken, omdat ze vaak een opname zijn van een contactmoment tussen dier en fotograaf. Een ander voorbeeld is de tentoonstelling Interspecies uit 2009 in Manchester. Het contact tussen mens en dier stond er centraal. Een van de kunstenaars, Anthony Hall, toonde daar zijn project ENKI experiment 3, een ingenieus apparaat waarmee toeschouwers energie kunnen uitwisselen met een vis, zodat er een basale vorm van communicatie tussen de twee ontstaat.

 

Verontwaardiging als spiegel

Vaak echter wekken kunstenaars die met dieren werken hevige verontwaardiging op. Soms is dat de intentie van de kunstenaar, soms ook niet. Als het de bedoeling van de kunstenaar is, is het doorgaans omdat die ons een spiegel wil voorhouden.

Tinkebell is zo’n kunstenares. Zij maakte onder andere een handtas van haar kat, die ze eerst eigenhandig had gedood. De verontwaardiging van het publiek kende geen grenzen. Tinkebell wilde hiermee aantonen hoe hypocriet mensen zijn: een koe mag sterven voor een handtas, een huiskat niet.

Met zijn installatie ‘Helena’ wilde kunstenaar Marco Evaristti de wreedheid van mensen ten aanzien van dieren aantonen, maar tegelijk lieten daarbij talrijke goudvissen het leven © Shutterstock.com

Een ander soort werk dat regelmatig grote verontwaardiging oproept, is dat waarin een moreel dilemma een grote rol speelt, zoals de installatie Helena van Marco Evaristti. Die installatie werd voor het eerst in 2000 getoond. Op een tafel stonden tien blenders, aangesloten op de stroom. In elke blender zwom een vis rond. Ondanks het feit dat de toeschouwer op geen enkele manier werd gevraagd of aangemoedigd om de blenders aan te zetten, werden al snel zeven goudvissen door het publiek vermalen. Op de twee dagen dat de stroom aanstond, stierven zestien vissen. Evaristti wilde met zijn werk net de wreedheid aantonen waarmee sommige mensen dieren tegemoet treden, maar waar plaatst het hem als hij dat op zo’n manier doet dat dieren erdoor gedood kunnen worden.

Ook bij de getatoeëerde varkens van Wim Delvoye worden vraagtekens gezet. De kunstenaar haalt varkens uit slachthuizen, waarna ze onder verdoving naar een dierenarts worden gebracht en getatoeëerd met typische beelden als blote vrouwen, een Harley-Davidson, enzovoort. Op die manier mengt hij menselijke cultuur met dieren, en worden de varkens dragers van ideeën. Door van hen een kunstwerk te maken, zorgt hij ervoor dat ze nooit geslacht zullen worden. De varkens leiden daarna een rustig luxeleventje op een speciale boerderij.

Toch blijft het de vraag of je dieren mag tentoonstellen of niet. Veel heeft ook te maken met de wetgeving die niet altijd eenduidig is en ook per land verschilt.

 

Wat wel en niet kan

We kunnen dus stellen dat er heel wat gaande is op ethisch vlak als het over dieren in de kunst gaat. Het gebruik van dieren, dood of levend, roept vragen op over wat wel en niet kan. Ook al willen sommige kunstenaars eigenlijk aanklagen dat mensen niet goed met dieren omgaan, de manieren waarop ze dat doen, stuiten vaak op weerstand.

Er zijn ook kunstenaars die proberen om hierrond een kader te scheppen. Zo schreef Mark Dion een manifest voor kunstenaars die met levende materie werken en hij wijst hen daarbij op hun verantwoordelijkheden. Vragen over omgaan met dieren moeten blijvend worden gesteld, en het is duidelijk dat kunst ons op dat vlak zeker een spiegel kan voorhouden en ons kan aanzetten tot nadenken hierover.

 

Over de prehistorische grotschilderingen bestaan er verschillende theorieën: sommigen stellen dat de mensen dieren afbeeldden waarvoor ze bevreesd waren, anderen denken dan weer dat de tekeningen onderdeel van rituelen zijn © Shutterstock.com