fbpx
deMens.nu

Neutraal onderwijs vergt meer dan LEF

In Sint-Martems-Latem laat basisschool Simonnet de levensbeschouwelijke vakken los. Simonnet is een vrije niet-katholieke school en vult levensbeschouwelijke vorming dus in zoals ze het zelf wil. Uitzonderlijk voor een vrije school biedt zij, net zoals in het officieel onderwijs, de verschillende levensbeschouwelijke vakken aan. De school besloot echter deze af te stoten ten voordele van een ‘neutraal’ vak maatschappelijke vorming. Hiermee zet een kleine basisschool het debat over de toekomst van het levensbeschouwelijk onderwijs op scherp.

door Wouter Goemaere, beleidsmedewerker-jurist deMens.nu

 

Pluralisme als dam voor een evenwichtig scholenlandschap

Sinds jaar en dag is het katholiek onderwijs de dominante speler, zeg maar de Google of Facebook, van het onderwijs in Vlaanderen. Ons land heeft zeker katholieke wortels, maar het aanhoudend overaanbod is daarom geen natuurlijke uitloper van de geschiedenis. Het katholiek onderwijs houdt stand omdat het voor zichzelf steeds meer financiering heeft onderhandeld om haar machtspositie te verzekeren. De andere levensbeschouwingen kunnen niet rekenen op een historisch scholenaanbod en moeten dus hun soelaas vinden in het officieel onderwijs dat op een neutrale en pluralistische leest geschoeid is. Om ouders in staat te stellen het onderwijs te kiezen dat bij hun wereldbeeld past, garandeert de grondwet dat het officieel onderwijs een vak moet aanbieden voor iedere erkende levensbeschouwing. Deze vakken schrappen is daarom een historische stap achteruit voor de neutraliteit van ons onderwijs.

Sinds jaar en dag is het katholiek onderwijs de dominante speler, zeg maar de Google of Facebook, van het onderwijs in Vlaanderen.

Tegenover de levensbeschouwelijke vakken staat het fel bepleitte LEF (Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie). Dergelijke algemene vakken, zoals de maatschappelijke vorming van basisschool Simonnet, worden verwelkomd als een neutraal alternatief. Nochtans is pluralisme de bouwsteen van het Belgisch onderwijsstelsel. Het Schoolpact van 1958 vormt het sluitstuk van meer dan een eeuw strijd om on- en andersgelovigen ruimte te bieden in een door het katholiek onderwijs gedomineerd scholenlandschap. Door pluralisme overboord te gooien dreigen we die pacificatie te verliezen.

Er wordt ook wel gezegd dat LEF de opsplitsing van klassen zou verhelpen door alle leerlingen samen te zetten. Nochtans riskeert de invoering van LEF een segregatie op het niveau van de scholen door leerlingen van verschillende levensbeschouwingen uit het officieel onderwijs te houden.

Als men voldoende financiering kan verzamelen, kunnen misnoegde gemeenschappen immers zelf levensbeschouwelijk geïnspireerde scholen oprichten, naar het voorbeeld van het katholiek onderwijs. Als bepaalde groepen zich in hun eigen scholen terugtrekken, verdwijnt de interlevensbeschouwelijke ontmoeting helemaal. Door levensbeschouwelijke vakken aan te bieden zitten leerlingen tenminste tijdens de 34 andere lesuren nog samen in de klas. Bovendien leren ze elkaar verder kennen in dialoog.

Zo heeft het GO! al pilootprojecten uitgerold om één uur per week in de derde graad leerlingen over de levensbeschouwingen heen samen te brengen. Zij die de oprichting van islamitische, joodse of protestantse scholen willen tegenhouden, zullen van een kale reis terugkomen. De vrijheid van onderwijs garandeert immers dat iedereen het recht heeft een eigen school op te richten. Tenzij we natuurlijk deze vrijheid afschaffen en het vrije net (en daarmee het hele katholiek onderwijs) in zijn geheel opheffen?

Gekleurd LEF

De neutraliteit die LEF nastreeft is bovendien niet vrij van kleur. Wat er op het schoolbord komt is één zaak, een heel ander verhaal is wie het vertelt. De leerkracht zedenleer, israëlitische en islamitische godsdienst bevinden zich in een bevoorrechte positie. Zij komen uit dezelfde gemeenschap als de zinzoekende jongeren, en staan dan ook dichter bij hun leefwereld.

Wanneer jongeren met lastige vragen zitten over hun geloof, voelen zij zich gesterkt die te stellen aan hun leerkracht israëlitische of islamitische godsdienst, omringd door klasgenoten die begrijpen waar hun twijfels vandaan komen. In de neutrale LEF-klas is dit vertrouwen niet vanzelfsprekend. Meer nog, zolang het GO! en andere scholen van het officieel onderwijs vasthouden aan een verbod op levensbeschouwelijke tekens is er een structurele drempel van wantrouwen tegen de LEF-leerkracht.

Het behoud van de levensbeschouwelijke vakken is daarom de beste garantie voor een echt neutraal onderwijs.

Het is ook niet zeker dat een neutrale LEF-leerkracht voldoende kan antwoorden op alle ethisch-religieuze vragen van leerlingen. De onderwijstijd voor iedere levensbeschouwing zou immers gedeeld worden door zeven, omdat iedere erkende levensbeschouwing aan bod moet komen.

Als de opdeling Levensbeschouwing, Ethiek en Filosofie een indicatie is van de tijdsverdeling, dan wordt dat zevende nog eens gedeeld door drie, en blijft er per levensbeschouwing nog maar vijf procent van de lestijd over. Kan de LEF-leerkracht zich in die beperkte tijd ontfermen over alle complexe levensbeschouwelijke vragen? En kan die dat met een beperkte opleiding? Want ook daar zal verdieping plaats moeten maken voor verbreding.

Het behoud van de levensbeschouwelijke vakken is daarom de beste garantie voor een echt neutraal onderwijs. De leerling krijgt voldoende ruimte voor verdieping, onder begeleiding van een leerkracht met een duidelijk levensbeschouwelijk engagement. Samen met een uitwisseling tussen levensbeschouwingen leggen we zo een belangrijke basis voor het samenleven in diversiteit.

Een lauwe LEF invulling hiervan met één leerkracht die het gewicht van alle levensbeschouwingen moet dragen, terwijl deze er zelf natuurlijk maar één heeft, gooit een sterkte van ons onderwijs overboord. De discussie over de neutraliteit van het onderwijs zet ons voor een fundamentele keuze. Laten we de invulling over aan LEF en riskeren we ons onderwijs verder te versplinteren of slaan we met alle levensbeschouwingen de handen in elkaar om samen te bouwen aan een tolerante, democratische samenleving.