fbpx
deMens.nu

Een bank vooruit

Leerkrachten niet-confessionele zedenleer over hun vak

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg12 nr2. Meer verhalen van leerkrachten hier.

Naam: Bert De Clercq

Aantal jaren voor de klas: 4

School: KA Berchem

Studierichting: ASO

Jaren: 1ste tot en met 6de

 

Hoe ga je in de lessen niet-confessionele zedenleer met de leerlingen in gesprek over online omgangsvormen en nettiquette?

 

In de klas laat ik de leerlingen via twee inzichten nadenken over online omgangsvormen en gedrag. Inzicht één: als tiener neem je soms slechte beslissingen. Inzicht twee: alle privéberichten die je digitaal naar anderen stuurt, alle foto’s en video’s staan in theorie openbaar en iedereen kan ze bewaren.

Mensen kunnen screenshots maken, opnemen met een tweede gsm … En dan blijkt: Snapchats van vier tot acht seconden zijn er nog steeds, Instagram Stories die na vierentwintig uur verdwijnen zijn er nog steeds, DM’s en ‘privégesprekken’ zijn er nog steeds.

Als kers op de taart: alle digitale berichtgeving van zogenaamde vrienden of nieuwssites kan fake zijn, van fotoshops tot deepfakes.

Dat maak ik duidelijk door een afbeelding van mezelf in vreselijk gênante berichten en foto’s te fotoshoppen. Ik toon die in combinatie met een Smartschoolbericht van de directeur dat zegt dat ik op non-actief zal worden gezet en dat het materiaal is gelekt. Dan heerst er verbazing in de klas, tot de eerste kritische stem beseft dat de berichten fake zijn en er een onderwijsleergesprek ontstaat.

Ook probeer ik de leerlingen zelf via twee trucjes te activeren. Trucje één: een anonieme briefjesronde bij het begin van de les. Bijvoorbeeld: wat is het gênantste dat je iemand online hebt zien delen? Trucje twee: het maken van een klasdefinitie. Bijvoorbeeld: hoe wil je dat mensen jou op sociale media herinneren? Leerlingen geven dan hun individuele mening en daar maken we een ‘klasdefinitie’ van. Hogere jaren kunnen stemmen op de beste klasdefinitie en de winnende klas krijgt een bonuspunt.

Soms zijn getuigenissen van leerlingen heel expliciet, bijvoorbeeld jongens die samen naar Chatroulette surfen om met masturberende mannen te lachen, of meisjes die vriendschapsverzoeken en naaktfoto’s van bots op Snapchat ontvangen.

Termen als ‘oversharing’, ‘shaming’, ‘catfish’, ‘cyberbully’ en ‘sexting’ komen spontaan aan bod, aangedragen door de leerlingen zelf. Ik googel ter plekke beruchte voorbeelden via de beamer.

Ik heb hier vooral de gevaren van online gedrag belicht, maar in de les vergeet ik uiteraard ook niet de andere, positieve invalshoeken te belichten. Ben je nieuwsgierig, neem dan een kijkje op mijn YouTubekanaal voor lesvideo’s, onder de naam ‘Zingeving voor iedereen’.

 

Foto bovenaan © Shutterstock.com