fbpx
deMens.nu

Die warme, onvoorstelbare mama van me

Column verschenen in deMens.nu Magazine jg12 nr4. Lees hier meer columns.

Kurt Van Eeghem

Dit jaar zou mama 104 zijn geworden, ware het niet dat ze achttien jaar geleden met een elegante knik voor altijd haar hoofdje neerlegde. Sindsdien denk ik dag na dag aan haar. ‘Ik mis haar’ is een veel te brave zin om de schrijnende pijn uit te drukken die mij na al die jaren blijft kwellen.

Dag en nacht stond mama haar vijf zonen bij. Papa werkte als een gek in verre buitenlanden waar hij havens uitbaggerde. Om de een of twee maanden keerde hij huiswaarts en zag hoe zijn ‘koters’ weer een scheut hadden gekregen. Na een week nam een vliegtuig hem mee en stond mama er weer alleen voor. Honderden luiers haalde ze door de wringer die op de oude SAM-wasmachine stond gemonteerd. Zomer en winter hingen ze in lange rijen in de tuin te drogen. De wasdraad was iets lager dan die van de buren voor mijn kleine mama, maar wat was ze sterk.

Vijf beren heeft ze grootgebracht en met liefde omringd. Ik vind geen woorden genoeg om die allesomvattende liefde te duiden. Eerst waren we klein behuisd, luxe kenden we niet. We speelden op straat tot het donker werd en doken met een boek onder de lakens. Mama zette dag na dag lekker eten op tafel, hield de boel schoon, verstelde sokken en truien, beredderde de financiën en alle andere rommel. We werden door haar gewekt, van de juiste spullen voorzien en naar school gestuurd. Elke vrijdag vulde mama een zinken teil met warm water van de ‘moor’ en daarna doken we tussen versgesteven lakens. Mama bewaakte, beschermde en berispte ons, en ze bracht ons goede manieren bij.

Was er eentje ziek, dan gaf mama net die dag de kinderkamer een beurt. Met spons en zeemvel bleef ze in de buurt om het kuchende jongetje moed in te spreken. We kregen melk met honing en een stevige ‘bruune stuute’ met een lap hesp. ‘Rusten en kloek eten’ was haar devies voor elke griep of bronchitis. Een hoop liefde vergezelde het toedekken, nooit vergeet ik haar zachte kus vooraleer ze verder aan het werk toog. En er kwam alleen maar werk bij: een nieuw broertje kondigde zich aan.

Eind van de jaren vijftig liet papa een huis bouwen. We zaten er met zeven aan tafel, alhoewel, vaker nog met zes, want papa moest mee de haven in Singapore of Perth uitdiepen. Mama verschoonde alle bedden, waste honderden lakens, boende vloeren, voedde monden, het hield nooit op. En alle vriendjes waren welkom. Af en toe ‘nam ze er vijf’, letterlijk; vijf minuten zakte ze onderuit in een zetel, te kort voor een dutje, voldoende om wat energie te tanken.

Papa stierf veel en veel te vroeg. Ze deelde haar verdriet alleen met zichzelf, de jongens mochten er niet onder lijden. Waar ze daarna de moed vond om de twee ‘nakomers’ met evenveel liefde en energie de weg naar de toekomst te wijzen, blijft een raadsel. En steeds was er die zachte blik, die liefdevolle blik van die warme, onvoorstelbare mama van me.

Een minister zei onlangs dat ‘huisvrouwen naar de werkvloer moeten worden geleid’. Ik schoot woedend uit mijn sloffen: zal de overheid die liefde opbrengen? Mama werd nooit beloond voor haar schitterend opvoedingswerk. Streng maar rechtvaardig heeft ze ons de weg gewezen, zonder ‘gepamper’ – we moesten onze plaats kennen, onze verantwoordelijkheden opnemen. Mama rekende nooit op de overheid.

Nu nemen papa’s steeds vaker de verantwoordelijkheid en gaan mama’s massaal uit werken. Geweldig, toch? Maar mijnheer de minister moet zich daar niet mee bemoeien, hij mág faciliteren en daar houdt het mee op. Trouwens, twee papa’s, twee mama’s, bommama’s, plus en hen, ook daar moet hij zich niet moeien. Een overheid moet haar burgers ondersteunen waar mogelijk. Al wie met liefde de kinderen opvoedt, kan best wat hulp gebruiken. Dat is beter dan dirigistisch te zagen en te klagen.

Kurt Van Eeghem is presentator, acteur en schrijver. Meer lezen?

Bekijk ook ‘Het pleidooi’, een programma van deMens.nu, met onder anderen Kurt Van Eeghem.

Foto bovenaan © Isabelle Pateer