fbpx
deMens.nu

Democratie, het fundament voor een vrije en humane samenleving

Van de theorie naar de praktijk

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr2. Lees hier meer artikels over ‘democratie’.

De Britse machtspoliticus Winston Churchill noemde de democratie ooit “de slechtste regeringsvorm, met uitzondering van alle andere vormen die zijn uitgeprobeerd”. Zijn cynische kijk is te simplistisch. De democratische principes vormen het fundament voor een vrije en humane samenleving. Voor humanisten is het essentieel om wat meer zelfvertrouwen aan de dag te leggen en ons democratische systeem met vuur te verdedigen tegen sluimerend extremisme.

Bert Goossens

De oudste democratie

In de zesde en vierde eeuw voor onze jaartelling kende de Griekse polis Athene een democratisch bestuur. Vrije burgers stemden in een centrale volksvergadering over wetten en bestuursposten. Athene wordt als de oudste democratie beschouwd.

In tegenstelling tot in een dictatuur, waar de macht bij één politieke leider of een beperkte groep ligt, hebben in een democratie de vrije burgers een stem in het gevoerde beleid.

Het onderscheid democratie-dictatuur is niet zwart-wit. Naar de huidige normen is de Atheense democratie allesbehalve perfect: slaven, vrouwen en metoiken (vreemdelingen) hadden immers niets in de melk te brokkelen. Vandaag zijn er staten die zichzelf graag de status van democratie aanmeten, terwijl het politieke klimaat er in de praktijk meer van een dictatuur weg heeft. Denk maar aan de ‘Democratische’ Volksrepubliek Korea waar de bevolking al decennia onder een autoritair regime gebukt gaat of de illiberale democratie van premier Viktor Orbán in Hongarije.

 

Consensus

Het is fout om te denken dat ‘de beschaving’ pas is ontstaan met de eerste democratieën. Vroege menselijke samenlevingen, zoals die van jager-verzamelaars, waren meestal klein en afhankelijk van samenwerking binnen de groep om te overleven. Besluitvorming werd vaak gedeeld en gebaseerd op consensus binnen de gemeenschap.

Systemen van democratie en dictatuur, en alles daartussenin, zijn ontstaan om steeds complexer wordende samenlevingen te ordenen. De democratieën uit de oudheid werden al gauw vervangen door strak geleide monarchieën waarbij religie steevast werd aangewend om de onderdanen in de pas te laten lopen.

Tijdens de Verlichting ontstonden nieuwe politieke geluiden. Sociale en liberale bewegingen ijverden voor meer vrijheid, gelijkheid en rechtvaardigheid. Onder impuls van die progressieve krachten werd het stemrecht ingevoerd. Eerst werd dat nog beperkt tot de rijke, geprivilegieerde en mannelijke klasse. Later zou het algemeen stemrecht zowat overal ter wereld ingang vinden. (lees verder onder de foto)

 

Tijdens de Verlichting ontstonden nieuwe politieke geluiden; zo wordt het beginsel van de scheiding der machten aan de Franse Verlichtingsfilosoof Charles de Montesquieu toegeschreven © Philip Bird LRPS CPAGB / Shutterstock.com

 

Macht

Democratie is meer dan om de zoveel tijd in een stemhokje een bolletje inkleuren. Naast periodieke verkiezingen voorziet een gezonde democratie in grondrechten en burgerlijke vrijheden in overeenstemming met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Mensen moeten vrij zijn om zich te kunnen informeren, hun mening te kunnen uiten, zich te verenigen, deel uit te maken van het politieke bestel, enzovoort.

Wat liberale democratieën ook van autoritaire systemen onderscheidt, is het beginsel van de scheiding der machten, dat aan de Franse Verlichtingsfilosoof Charles de Montesquieu wordt toegeschreven. Dat politiek-filosofische principe stelt dat de taken en bevoegdheden van de overheid over verschillende instellingen of organen verdeeld moeten zijn, met als doel het voorkomen van machtsmisbruik en het waarborgen van vrijheid en rechtvaardigheid.

In de samenleving zijn er verschillende machten aanwezig, door Montesquieu benoemd als de trias politica – de drie staatsmachten. De wetgevende macht, in de vorm van een parlement, is verantwoordelijk voor het maken van wetten. De uitvoerende macht, de regering met aan het hoofd een premier of president, staat in voor het uitvoeren en handhaven van die wetten. De rechterlijke macht beslist over geschillen op basis van die wetten.

Er moet altijd een evenwicht tussen de machten zijn. Daarom is er wederzijdse controle tussen alle machten om te verhinderen dat één macht te groot zou worden. Dat zijn de befaamde checks and balances.

Daarbovenop is er ook een belangrijke rol weggelegd voor de vierde macht, met name de pers. Naast het brengen van informatie laten de media diverse opinies aan het woord en controleren ze het politieke toneel. (lees verder onder de foto)

 

Naast de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht is er in een democratie ook een belangrijke rol weggelegd voor de vierde macht of de pers: die brengt informatie, laat opinies aan het woord en controleert het politieke toneel © Shutterstock.com

 

Controle

In autoritaire systemen ontbreken dergelijke controlemechanismen. Oppositie en subversieve stemmen worden er met geweld de kop ingedrukt. Vaak wordt dat gelegitimeerd door een ideologie, bijvoorbeeld het communisme in China, of een religie, denk aan Saudi-Arabië en Iran.

Naast de trias politica is er in een democratisch bestel ook een breed scala aan belangengroepen en verenigingen. Zo zijn er commerciële lobbygroepen, werkgeversvertegenwoordigers, vakbonden, burgergroepen, ngo’s, culturele en levensbeschouwelijke verenigingen …

Een ander fundamenteel concept is de scheiding van kerk en staat. Dat principe houdt in dat er een duidelijke scheiding tussen religieuze instellingen en overheidsinstanties moet zijn. Dat bevordert de vrijheid van levensbeschouwing en de onafhankelijkheid van de overheid.

In essentie komt het er in een gezonde democratie op neer dat de macht wordt verdeeld en dat zowel burgers als diverse verenigingen en organisaties een stem in het maatschappelijke debat hebben. Die machtsverdeling is essentieel om de principes van gelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid te waarborgen. Er is geen enkele macht in de samenleving die te groot mag worden en zo de vrijheden van burgers of specifieke bevolkingsgroepen kan beperken. (lees verder onder de foto)

 

In een democratisch bestel is er een breed scala aan belangengroepen en verenigingen aanwezig: zij hebben allemaal een stem in het maatschappelijke debat © Alexandros Michailidis / Shutterstock.com

 

Wantrouwen

Tot zover de theorie. Hoe is het in de praktijk met de Belgische democratie gesteld?

De Democracy Index, een ranglijst van landen samengesteld door de Economist Intelligence Unit, zet België op de 36ste plaats. Vooral de particratie en politieke cultuur zorgen ervoor dat ons land matig scoort.

Critici stellen al langer dat er in België te veel macht bij de besturen van de politieke partijen ligt en te weinig bij het parlement. Parlementariërs moeten in de pas lopen, anders riskeren ze hun verkiesbare plaats kwijt te spelen. Zo worden de principes van Montesquieu met de voeten getreden.

Historicus en auteur David Van Reybrouck pleit al jaren voor democratische vernieuwing. In zijn essay Tegen verkiezingen houdt hij een pleidooi voor een lottocratie, een systeem waarbij politici aan de hand van loting worden verkozen. Dergelijke voorstellen hoeven het huidige systeem niet meteen te vervangen, maar kunnen wel een waardevolle aanvulling zijn. Zoals het gelote burgerpanel ‘We Need to Talk’ dat 34 aanbevelingen opstelde om het bekritiseerde systeem van de partijfinanciering te hervormen.

Het is broodnodig dat de politieke wereld openstaat voor vernieuwing. Uit cijfers van Statistiek Vlaanderen blijkt dat het vertrouwen in politieke partijen helemaal onderaan staat op de lijst van diverse instellingen binnen en buiten de overheid. Slechts vier procent van de ondervraagden geeft aan vertrouwen in politieke partijen te hebben. De federale en Vlaamse regering scoren niet veel boven de tien procent.

 

Polarisatie

Zowel in de klassieke media als op sociale media heerst er eenzelfde teneur: ‘de politiek’ is mikpunt van kritiek en spot. Dat beleidsmakers op de rooster worden gelegd, is eigen aan een gezonde democratie. Toch lijkt er meer aan de hand.

Vaak wordt er naar de alomtegenwoordigheid van (sociale) media gewezen. In theorie geven sociale media een platform aan burgers en belangengroepen om hun mening in een gedeelde publieke ruimte kenbaar te maken. In de praktijk verleiden ze politici tot steekvlampolitiek en ongenuanceerde slogans. Politici begeven zich in een voortdurende campagnemodus.

Socioloog Luc Huyse is in een opiniestuk in De Morgen ook scherp voor de rol van de vierde macht: “Dat kranten en zenders de nervositeit in de Wetstraat opdrijven moet trouwens niet verwonderen. Geagiteerde campagnes produceren goedkope kopij en zendtijd. En emotie is nooit ver weg. Die aanpak, zo zeggen de managers van de pers, levert lezers en luisteraars en kijkers op. Dat een democratie lijdt aan de obsessie met verkiezingen schijnt hen niet te deren.” (lees verder onder de foto)

 

Democratie is meer dan om de zoveel tijd een stem uitbrengen bij verkiezingen: de democratische principes vormen de basis voor de best mogelijke samenleving, het komt erop aan om ze ook met volle overtuiging uit te dragen © Shutterstock.com

 

Extremisme

Zoals Reybrouck in Tegen verkiezingen aanhaalt: er heerst een ‘democratisch vermoeidheidssyndroom’.

Het klimaat van wantrouwen en onbehagen zorgt ervoor dat populisme en extremisme in België, maar ook daarbuiten, terug zijn van nooit helemaal weggeweest. Of die bewegingen en partijen nu religieus of ideologisch geïnspireerd zijn, ze streven er steeds naar om onze democratische waarden in te ruilen voor een autoritair geleide samenleving.

Sommige experten wijzen erop dat kiezers door zulke partijen misleid worden en niet voldoende geïnformeerd zijn. Anderen vinden dat een te paternalistische analyse. De waarheid ligt ongetwijfeld ergens in het midden. Populisten zetten halve waarheden tot regelrechte leugens in om hun stellingen kracht bij te zetten. Tegelijk gaat het ook over waarden. Extremisten hebben een ander idee over zelfbeschikking, vrijheid, gender en identiteit dan humanisten.

Wat met politieke partijen die een aanzienlijk deel van het electoraat voor zich winnen, maar een antidemocratisch beleid willen voeren? Hoe tolerant moeten we zijn voor partijen die intolerantie prediken?

Sommige conservatieve denkers stellen dat wanneer extremistische partijen een meerderheid behalen of een coalitie kunnen vormen, het ondemocratisch zou zijn om ze niet te laten regeren. Voor hen is democratie hetzelfde als ‘de wil van het volk’ of ‘de stem van de meerderheid’. Dat is een zeer enge invulling: ‘het volk’ bestaat niet. De hedendaagse samenleving bestaat uit een superdiverse groep van burgers met wensen en noden die beschermd dienen te worden. Democratie gaat evenzeer over het beschermen van minderheden als over het uitvoeren van de wil van de machthebbers.

 

Paradox

De Oostenrijks-Britse wetenschapsfilosoof Karl Popper heeft het in zijn werk The Open Society and Its Enemies over een ‘paradox van tolerantie’. Hij stelt dat onbeperkte tolerantie tegenover intolerantie kan leiden tot de ondergang van de tolerantie zelf. Hij argumenteert dat een samenleving die haar waarden en vrijheden wil behouden, het recht heeft om intolerante ideologieën te beperken om te voorkomen dat ze haar destructief ondermijnen.

Uit die redenering is in België het befaamde cordon sanitaire ontstaan: een gentlemen’s agreement om extreme partijen toe te laten in het parlement, maar uit te sluiten van een mogelijke regeringsdeelname. Vandaag wordt het cordon door verschillende zelfverklaarde democraten in vraag gesteld.

Het cordon neemt echter niet de onvrede bij de misnoegde kiezer weg. Integendeel, het versterkt de eigen slachtofferpositie. Als de democratische partijen de golf van extremisme willen afwenden, zullen ze antwoorden moeten vinden op reële problemen waarmee burgers geconfronteerd worden. Denk maar aan betaalbaar wonen, de lange wachtlijsten in de zorg, het klimaat, armoede … Daarbij zullen politieke partijen ook weer in hun eigen ideologische verhaal moeten geloven. Al jaren nemen ze uit electorale overwegingen standpunten van populistische partijen over. Het gevolg is dat ze extremisme legitimeren en zelf in een ideologische identiteitscrisis belanden.

De democratische principes vormen de basis voor de best mogelijke samenleving. Het komt erop aan om ze ook met volle overtuiging uit te dragen.