fbpx
deMens.nu

Jongeren over democratie

Een verkennende rondvraag

Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg13 nr2. Lees hier meer artikels over ‘democratie’.

“Boeit niet!” Geldt die populaire uitdrukking onder jongeren ook als het om onze democratie gaat? Helemaal niet, getuige onze rondvraag bij een vijftigtal jongeren tussen zestien en achtentwintig jaar. Jongeren koesteren de democratie echt wel, vooral dan de vrijheid van meningsuiting. Al merken we toch ook enkele blanco plekken in hun kennis over ons samenlevingsmodel.

Luc Vangansbeke

Luisteren naar jongeren

Met het oog op de verkiezingen die in de loop van 2024 in ons land op de agenda staan, organiseren de traditionele media regelmatig peilingen naar het stemgedrag, ook naar dat van jongeren. De resultaten daarvan kan je veelal online terugvinden.

Ook wij verzamelden verschillende jongeren en stelden hen een aantal vragen over de democratie als staatsvorm. We legden ons oor te luisteren bij twee groepen jongeren. De ene groep betreft leerlingen uit de derde graad van het technisch- en beroepsonderwijs uit Merchtem, de andere groep gaat om jongeren, zowel studenten als afgestudeerden, van een jeugdproject uit Mechelen. In totaal een vijftigtal jongeren tussen zestien en achtentwintig jaar. Geen grootschalige enquête dus, maar een beperkte momentopname.

 

Het procedurele en het substantiële

Op het gevaar af te simplificeren, kunnen we stellen dat de bevraagden uit het secundair onderwijs eerder de nadruk leggen op het procedurele karakter van de democratie, terwijl oudere studenten en afgestudeerden meer belang hechten aan de inhoudelijke of substantiële kant van democratie.

Dat hoeft niet te verbazen. Schoolgaande jeugd blijkt eerder gericht te zijn op zichzelf, op het ontwikkelen van het zelf en het ‘meetellen’, terwijl twintigers veeleer geconfronteerd worden met verschillen in ideologische standpunten en met de evolutie van onze samenleving – denk aan de eerste stappen op de huurmarkt, de arbeidsmarkt, ontplooiingsmogelijkheden enzovoort.

Hun antwoorden zetten wel aan tot nadenken. Wordt in onze secundaire scholen voldoende nadruk gelegd op de waarden die een democratie inhoudt? Maakt men de twee grote principes, de procedurele en de substantiële, waarop onze democratie is gebaseerd, voldoende duidelijk?

Er is bijvoorbeeld een duidelijk verschil tussen de standpunten ‘de grootste partij moet het voor het zeggen hebben’ en ‘de huidige polarisatie brengt de democratie zelf in gevaar’. Hoewel beide standpunten uitgaan van democratische beginselen, onder andere de vrije meningsuiting, houdt de eerste uitspraak geen rekening met mogelijke inhoudelijke gevolgen op termijn.

Kort gezegd, onze democratie houdt twee dimensies in. De ene dimensie gaat over democratie als uitdrukking van ‘de wil van het volk’. Via verkiezingen kunnen politieke partijen naar de gunst van de kiezer dingen, al dan niet een meerderheid halen of vormen, en zo die wil van het volk in politieke besluitvorming omzetten. Dat is de procedurele kant van democratie: we organiseren verkiezingen en vormen daarna meerderheden in het parlement en de regering.

Daarnaast bestaat er ook de substantiële dimensie van de democratie. Die gaat over de waarden waar ze voor staat, waarden die zelfs grondwettelijk zijn vastgelegd: vrijheid en gelijkheid. Met andere woorden, het gaat erom hoe men de democratie invult. Op dat vlak zijn er grote verschillen merkbaar tussen de bestaande politieke partijen. Het is op dat niveau dat de discussie woedt over hoe democratisch een partij wel – of niet – is. (lees verder onder de grafiek)

 

De bevraagde leerlingen uit de derde graad van het technisch- en beroepsonderwijs leggen vooral de nadruk op het belang van vrijheid van meningsuiting, vrijheid voor iedereen, recht op onderwijs en gelijkheid © deMens.nu

 

Belang van vrijheid en gelijkheid

Bij de inhoudelijke kant van de democratie leggen de jongste respondenten vooral de nadruk op vrijheid, meer bepaald de vrijheid van meningsuiting en algemeen de vrijheid voor iedereen. Ook recht op onderwijs scoort hoog. Op de vierde plaats komt gelijkheid. Allemaal aspecten die in onze bevraging scores boven de zeventig procent halen. Slechts één respondent haakt in op het rechts-radicale idee dat onze verworvenheden alleen voor de eigen bevolking zouden gelden.

De twintigplussers daarentegen zien de verworvenheden van de democratie veel meer als onderling verweven en vertrekkend vanuit de beginselen vrijheid en gelijkheid.

Politici krijgen wel een veeg uit de pan wanneer het gaat over het omzetten van die democratische beginselen naar de praktijk: ze luisteren niet naar de burger, ze laten te veel polarisatie toe en vooral, ze gehoorzamen volgzaam aan wat de partijen vooropstellen. Zestig procent van de minder jonge respondenten spreekt eerder van particratie dan van democratie.

Dat is dan ook wat jongeren ánders willen zien: (1) minder macht bij de partijen, (2) minder overlappende en onnodige bestuurslagen in onze maatschappij en (3) problemen structureel en doordacht aanpakken in plaats van brandjes blussen op korte termijn om het kiezerspubliek tevreden te stellen.

Anderen zoeken verandering dan weer in hun directe leefomgeving (‘opnieuw meer bussen’) of in de kreten en slogans zoals die door sommige partijen op sociale media worden gedeeld. (lees verder onder de foto)

 

Wat de bevraagde jongeren graag ánders willen zien: minder macht bij de partijen, minder overlappende en onnodige bestuurslagen in onze maatschappij, en problemen structureel en doordacht aanpakken © Shutterstock.com

 

De spelregels respecteren

Is onze democratie in gevaar? Een zeer nipte meerderheid van de bevraagden is er gerust in dat de democratie in staat is om zichzelf voldoende te beschermen.

Een beperkt aantal deelnemers gaat mee in de redenering dat ‘wij bedreigd worden door immigratie en linkse rakkers’.

Een twintigtal deelnemers ongeveer legt vooral de nadruk op het feit dat extremistisch gedachtegoed en polarisatie te veel invloed krijgen. Zij wijzen op de wereldwijde tendens naar verrechtsing en het van binnenuit uithollen van de democratie. Enkelen verwijzen daarbij naar de schending binnen Europa van bijvoorbeeld de scheiding der machten, zoals in de jaren 1920 en 1930 al is gebeurd. Hoewel het verkiezingsspel nog democratisch verloopt, krijgen rechtse – ondemocratische – krachten te veel macht en vormen zij wel degelijk een gevaar voor de democratie.

Europa mag die regimes best op de vingers tikken, ook financieel. De redenering luidt dat wanneer je een lidstaat van de Europese Unie wordt, je de spelregels kent en je die dus moet respecteren. Zo niet moet de lidstaat de gevolgen dragen.

Bij die laatste gedachte wijzen enkele respondenten er wel op dat maatregelen van een nationale regering zoals schending van de scheiding der machten, beperking van de persvrijheid of van het zelfbeschikkingsrecht, niet gelijkgesteld mogen worden met de gevoelens van de hele bevolking die wel positief democratisch kunnen zijn.

Andere bestuursvormen dan de democratie worden absoluut niet gesmaakt, op enkelingen na die ‘één sterke leider’ wel zien zitten. ‘Ik zou kiezen voor een partij die naar het volk luistert’ vat de gedachtegang van de leerlingen uit het secundair nog het best samen. (lees verder onder de foto)

 

Jongeren geven aan behoefte aan betrouwbare informatie te hebben: maak informatie toegankelijk, transparant, begrijpelijk en vooral eerlijk, en laat politici naar jongeren luisteren en met hen in discussie gaan © Shutterstock.com

 

De democratie verdedigen

Als laatste punt legden we de deelnemers aan onze rondvraag de ‘paradox van tolerantie’ voor, zoals geformuleerd door wetenschapsfilosoof Karl Popper: “Als we ongelimiteerd tolerant zijn, zelfs jegens hen die zelf intolerant zijn, als we niet bereid zijn een tolerante samenleving te verdedigen tegen de aanvallen van de intolerante medemens, dan zal de tolerante mens te gronde gaan, en met hem de tolerantie.”

De reacties op dat citaat kunnen we in twee woorden samenvatten: ofwel ‘verwarrend’, ofwel ‘mee eens’. De jongeren willen zeker de vrijheid van meningsuiting bewaren, maar ze zijn even beducht voor een schending van de democratische waarden. Tolerantie heeft dus wel degelijk haar grenzen.

Samen met de vraag wie de democratie moet verdedigen (‘het volk’), rijst dan de vraag hoe we dat moeten doen. Hoe zorgen we ervoor dat het extremistische gedachtegoed bij de komende verkiezingen in juni en oktober 2024 geen voet aan de grond krijgt? Wat kan jongeren ertoe aanzetten hun minder tolerante en minder solidaire leeftijdsgenoten ervan te overtuigen hun mening nog eens aan een grondig onderzoek te onderwerpen?

Het antwoord komt opnieuw van de bevraagden zelf: maak informatie toegankelijk, transparant, begrijpelijk en vooral eerlijk. En laat politici de eersten in de rij zijn die naar jongeren luisteren en met hen in discussie gaan.

Niet alleen politici kunnen aan die vraag naar toegankelijke informatie voldoen. Elke school heeft op dat vlak dwingend een rol te spelen. Maar ook jeugdbewegingen, sportclubs, bibliotheken, jongereninitiatieven, steden en gemeenten … Iedereen kan bijdragen aan het behoud van onze gezonde en weerbare democratie.

 

Hoe vrij denk jij?

Ook deMens.nu wil graag bijdragen aan het versterken van de democratie en het tegengaan van extremisme. Surf naar de website Hoe vrij denk jij? en ontdek er alles over, inclusief de publicaties over fake news, polarisatie en democratie.

Gun jezelf het voordeel van de twijfel en doe de test.

Dit initiatief wil mensen prikkelen om genuanceerde standpunten in te nemen over diverse maatschappelijke thema’s.

Wil je tijdens de les niet-confessionele zedenleer met de test aan de slag gaan? En met de leerlingen van het secundair een oefening in kritisch denken doen?

Op nczedenleer.be vind je de lesmap Hoe vrij denk jij? over fake news, polarisatie en democratie.