![](https://demens.nu/wp-content/uploads/2025/01/Web_Dieren-e1737989790637.jpg)
De betekenis van de dis
Over de zin van en in eten
Artikel verschenen in deMens.nu Magazine jg14 nr1. Lees hier meer artikels over ‘eten’.
“In onze keuken en op ons bord ligt het collectieve en persoonlijke verleden, belast met herinneringen, waarden en verlangens”, aldus schrijver-wetenschapper Louise Fresco. Wat als voeding wordt beschouwd, hangt niet alleen af van wat eetbaar is en wat niet. Wij, mensen, zijn waardewezens. We verdelen in mooi en lelijk, gezond en ongezond, eerbaar en verwerpelijk, vertrouwd en verdacht. Zelfs het simpelste gerecht wordt met tradities en opvattingen gekruid.
Anne-Flor Vanmeenen
Bederfelijk versus verderfelijk
Als we in de relatie voeding-betekenisgeving duiken, dan ligt de link met levensbeschouwing voor de hand. In het jodendom heb je een uitgebreide set spijswetten, de kasjroet. Daarin wordt bepaald wat ‘rein’ of koosjer is en wat niet. Het gaat om typen voeding (bijvoorbeeld vis mag alleen met vinnen en zichtbare schubben, dus geen paling), om de manier waarop het voedsel verkregen wordt (bijvoorbeeld onverdoofde slachting door middel van halssnede) of over het combineren (bijvoorbeeld melk en vlees mogen niet samen klaargemaakt of gegeten worden). Heel wat van die regels komen niet zomaar uit de lucht gevallen. Ze zouden in oorsprong een medische of hygiënische meerwaarde gehad hebben.
Ook de islam kent een duidelijk onderscheid tussen voedingswaren die toegelaten of halal zijn, en te mijden zaken die haram genoemd worden. Rituele slachting is een voorwaarde, maar zelfs dan nog zijn bepaalde soorten (bijvoorbeeld varken) ongeschikt om te eten. Afgeleiden zoals gelatine of bepaalde e-nummers zijn eveneens taboe. Het spreekt natuurlijk voor zich dat in elke levensovertuiging ook persoonlijke en lokale factoren een invloed uitoefenen, en dat we hier een veralgemeend beeld schetsen.
Andere levensbeschouwingen kennen niet zozeer specifieke voedingsvoorschriften, maar worden sterk bepaald door hun algemene filosofie. Denk aan het belang van vegetarisme of veganisme binnen het hindoeïsme, boeddhisme, jaïnisme …
Verschillende levensovertuigingen kennen naast de ‘dagelijkse’ voedselvoorschriften ook specifieke vastenperiodes. Daarin wordt een extra set aan etenswaren tijdelijk van tafel geweerd. Het katholicisme houdt het ‘light’: sober zijn is de boodschap gedurende veertig dagen voor Pasen. Joden onthouden zich onder meer ter ere van Jom Kipoer vijfentwintig uur van voeding of drank. De islamitische ramadan is pittiger: daar mag je een maand lang niets eten of drinken tussen zonsopgang en zonsondergang. Over discipline gesproken. (Zelf)reflectie en zuivering, zowel lichamelijk als spiritueel, zijn meestal de onderliggende doelen van een vastenperiode.
Naast religieuze invloeden kunnen ook culturele en ethische principes voedseltaboes bepalen. Behalve in een handvol landen is walvis géén culinaire optie vanwege de bedreigde status. Hondenvlees op het menu zou bij ons eveneens een schandaal zijn, maar met paard hebben we dan weer minder problemen. Pakweg driekwart van de wereld gruwelt nochtans bij die laatste gedachte. Speciësisme heet dat, oftewel discriminatie op basis van (dier)soort. Net zoals bij racisme of seksisme gebeurt de discriminatie zonder (rationele) argumenten. Er is qua intelligentie of gevoeligheid bijvoorbeeld weinig verschil tussen een hond en een varken. (lees verder onder de foto)
![](https://demens.nu/wp-content/uploads/2025/01/Web_Dieren-1-1080x721.jpg)
Voeding en viering
De band tussen levensovertuiging en voeding kent nóg een dimensie. Niet alleen dagelijkse eetpraktijken worden erdoor gekleurd. Bij feesten en speciale momenten kan voeding een rituele of symbolische waarde krijgen. Wijn en brood (de hostie) tijdens een katholieke viering als symbool voor het lijden van Christus is natuurlijk een klassiek voorbeeld. Maar wist je dat een joodse huwelijksceremonie wordt afgesloten met het drinken van wijn? Of wat dacht je van het strooien van rijst over het koppel als symbool van vruchtbaarheid? Geluk en overvloed voor een trouwend paar worden vaak uitgedrukt met zoet of voedzaam eten, van dadels en honing in het Midden-Oosten tot noedels in het Verre Oosten.
Geboorterituelen gebruiken vaak voeding gelinkt aan (nieuw) leven. Man Yue viert de eerste maand van een Chinese baby met onder andere eieren. In het hindoeïsme wordt dan weer de eerste vaste maaltijd feestelijk gemarkeerd met een Annaprashan of rijstvoedingsceremonie. De rijst wordt aan de baby gegeven onder de vorm van kheer, een soort zoete rijstpudding. Het zoete aspect is, net zoals bij huwelijksgebruiken, geen toeval en symboliseert de wens naar geluk, welzijn en welstand.
Ook wij dragen daar nog sporen van mee in het geven van suikerbonen bij geboorten. In de Romeinse oudheid werden al noten omhuld met een jasje van honing uitgedeeld. Door de eeuwen heen werden het noten met een suikerlaagje en uiteindelijk werden de noten door chocolade vervangen. Tijden veranderen, smaken ook. (lees verder onder de foto)
![](https://demens.nu/wp-content/uploads/2025/01/Web_Suikerbonen-1080x720.jpg)
Voeding en verbinding
Dat eten een hoofdrol speelt bij belangrijke levensgebeurtenissen is niet toevallig. Wat we eten is van tel, maar dát we eten ook. Vooral dan samen eten. Eten sterkt niet alleen de innerlijke mens, maar ook onze relaties. Het principe is niet zo verwonderlijk: tijdens de begindagen van onze soort was eten delen van levensbelang. De einzelgänger was ten dode opgeschreven. Een merkwaardig relict daarvan moet de ‘solomangarefobie’ zijn: de angst om alleen te eten in publiek. Al bewijst onderzoek dat achter gesloten deuren in je eentje eten evenmin positief werkt. Mensen worden er ongelukkig van. En we wisten het intuïtief al lang. Woorden als compagnie, kompaan en copain komen niet voor niets van ‘cum panis’, Latijn voor ‘samen/met brood’.
Eten zorgt voor een pauze in ons vluchtige leven. Het zorgt voor verbinding en uitwisseling. Voeding is een sociaal smeermiddel, samen tafelen nodigt uit tot dialoog. Jawel, er bestaat zelfs zoiets als ‘tafeldiplomatie’. Tip van de antropologen: eten weigeren kan je sociaal zeer zuur opbreken. Denk twee keer na voor je bedankt …
Koken en eten aanbieden is daarnaast een vorm van ‘zorgen voor’. Dat iets lekker is, is niet eens het belangrijkste. Ga het maar even na: wat zou jij het meest waarderen? Een bescheiden maaltijd persoonlijk en met liefde voor jou klaargemaakt of een fantastische kant-en-klaarmaaltijd die in de microgolf wordt opgewarmd? Koken en eten bereiden kost geld, tijd en inspanning – eten ontvangen roept als reactie dan ook dankbaarheid op. Heel primaire reacties die al eeuwenlang ons gedrag sturen en relaties beïnvloeden.
Heel wat sociaal-culturele projecten rond verzoening en ontmoeting zetten met reden in op samen koken en/of eten. Van sociale restaurants over multiculturele kookworkshops tot minder mobiele bewoners in een woonzorgcentrum steevast naar de cafetaria rollen: het heeft en geeft zin. En omgekeerd: veel sociologen stellen zich vragen bij het verdwijnen van gezinsmomenten rond de tafel. In het drukke hedendaagse gezin is het niet voor de hand liggend om nog op hetzelfde tijdstip te eten, maar daarmee valt een sterk verbindende factor weg. Overigens, tafeldilemma’s leren belangrijke sociale vaardigheden aan, zoals wat te doen met het schaambrokje? (lees verder onder de foto)
![](https://demens.nu/wp-content/uploads/2025/01/Web_Laatste-1080x720.jpg)
Voeding en verzet
Waar wordt verbonden, wordt soms ook verdeeld. Voor elke groep die wordt gesmeed, zijn er mensen die erbuiten zullen vallen. Eetgewoonten onderscheiden ons van elkaar. Het onverdoofd slachten voor koosjer of halal vlees is een heikel punt in West-Europese landen. Veganisten eindigen op huwelijksbanketten of barbecues vaak met aardappelen en sla. En lieve hemel, wanneer een gerecht tot streekeigen of beschermd erfgoed wordt uitgeroepen, de diplomatieke relletjes over wat dan het precieze recept moet zijn …
Het raakt aan een thema waar we zelden bij stilstaan: gastropolitiek. Voedingskeuzes zijn gelinkt aan machtsverhoudingen, genderopvattingen, identiteitskwesties en armoedeproblematiek. In tijden van oorlog en bezetting kan het uitbannen van gerechten even ontwrichtend werken als een taal of levensovertuiging verbieden. Gerechten kunnen immers een bron van nationale trots zijn, al horen daar vaak vraagtekens bij. Migratie, handel, klimaatveranderingen, kolonisatie en dergelijke grijpen zo sterk in op voedselpatronen dat het soms moeilijk wordt te bepalen wat ‘authentieke keuken’ is. Of het nu om Aachener Printen, Hollandse kruidnoten of Hasseltse speculaas gaat, de typerende kruidenmix kan bezwaarlijk ‘streekeigen’ genoemd worden …
Vaak verschilt een lokale keuken ook naargelang de bevolkingslaag. Rijken kunnen zich nu eenmaal meer permitteren dan armen. Het zorgt voor interessante dynamieken. Zo is het Spaanse gebruik om op oudejaar vlak voor middernacht twaalf druiven te eten, wellicht ontstaan als ‘toe-eigeningsdaad’ door de minder gegoede milieus. Druiven waren lang een luxeproduct en dus een statussymbool. Toen ze toegankelijker werden, wilde iedereen maar al te graag chic doen op dat feestelijke moment. Maar het omgekeerde bestaat ook: brood ingewreven met tomaat en look is nu een Zuid-Europese delicatesse. Het gebruik ontstond echter toen muf, oud brood smaakvoller werd gemaakt door wie het niet breed genoeg had om selectief te zijn. Lang gold het als een onwaardig ‘armemensengerecht’ waarop werd neergekeken. (lees verder onder de foto)
![](https://demens.nu/wp-content/uploads/2025/01/Web_Druiven-1080x720.jpg)
Voedsel kan een manier zijn om mensen te verdrukken of om ze trots te maken. Om ze te verdelen of te verbinden. Onderdrukte minderheden kunnen er hun identiteit mee in de verf zetten. Uitgezworven vluchtelingen kunnen er hun wortels mee in ere houden. Ja, voedsel kan zelfs gelden als verzetsdaad. Bewegingen als vegetarisme, veganisme, slow food, korte keten … nemen allemaal een standpunt in tegenover bepaalde politieke, maatschappelijke en economische tendensen. Uit protest tegen bijvoorbeeld dierenleed, oneerlijke arbeidsverloning of te zware ecologische voetafdrukken kiezen mensen voor een ander voedingspatroon.
Noem het een heerlijke vorm van burgerprotest, letterlijk en figuurlijk. Al die verschillende keuzes maken het tafelen soms bijzonder complex, maar tegelijk zijn ze een vorm van onmachtsreductie, empowerment en persoonlijke zingeving. En waar vrijzinnig humanisten weinig verhaal hebben als het op voedingsvoorschriften en levensbeschouwing aankomt, sluiten ze talrijk aan bij de persoonlijke, bewuste omgang met voedsel – zij het op uiteenlopende manieren.
Om samen te vatten, je zou kunnen stellen dat eten brand- en bouwstof levert voor ons lichaam, maar ook voor ons als mens. Het kruidt mee ons imago, het is een ingrediënt van onze zingeving. Voeding heeft meer dan louter een calorische waarde. Op ons bord liggen onze moraliteit, onze eigenheid, onze conflicten en onze samenhorigheid, onze keuzes of het gebrek eraan, ons verleden en ons verlangen. Dát is pas een rijk smakenpalet.