Ondraaglijk psychisch lijden, een sociale constructie?
Volgens Filip Buekens (De Morgen, 15 januari) zit euthanasie op een hellend vlak door de toepassing van euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden. Hij vreest dat ondraaglijk psychisch lijden een sociale constructie wordt, waarbij ‘niet meer geïnvesteerd hoeft te worden’ in de persoon met ‘het stigma van ondraaglijk lijder’.
Voor alle duidelijkheid wil ik stellen dat euthanasie een uitzonderlijke keuze blijft en dat kwetsbare mensen in nood met alle mogelijke middelen moeten worden bijgestaan. Uit de praktijk blijkt dat wanneer artsen in gesprek gaan met iemand met een vraag naar euthanasie omwille van psychisch lijden, de patiënt soms nog nieuwe perspectieven ontdekt en doorgaat met zijn leven. Uit de geschetste voorbeelden in de media blijkt duidelijk dat de betrokken artsen niet over één nacht ijs gegaan zijn en uitgebreid gesprekken voerden met de mensen. We kunnen dan ook niet spreken van een banalisering van de dood.
Toch blijft het onmogelijk bij een aantal mensen om het ondraaglijk psychisch lijden weg te nemen en volharden zij in hun vraag naar euthanasie. Het is het individu dat autonoom beslist wanneer het lijden ondraaglijk geworden is en hier wringt het schoentje. Tegenstanders van euthanasie aanvaarden niet de autonomie van de persoon. Voor ons vrijzinnig humanisten vormt zelfbeschikking een fundamentele waarde. We delen deze waarde trouwens met burgers uit andere levensbeschouwingen. Vrijzinnig humanisten zijn tegen elke vorm van paternalisme en streven naar een waardig leven voor iedereen.
De wetgever voorzag de mogelijkheid tot euthanasie bij ondraaglijk psychisch lijden ook bij niet-terminalen. De Federale Controle- en EvaluatieCommissie controleert de door de euthanasiewet opgelegde zorgvuldigheidsvereisten.
Mensen die vanuit hun zelfbeschikkingsrecht kiezen voor euthanasie vellen geen moreel oordeel over andere mensen die in dezelfde omstandigheden niet kiezen voor euthanasie. Het kan echter niet dat anderen vanuit een paternalistische reflex hun dit recht zouden ontzeggen.
Het is pijnlijk om, tien jaar na de euthanasiewet, nog steeds te moeten vernemen dat lijdende mensen met een terechte vraag naar euthanasie bij artsen, ziekenhuizen en woon- en zorgcentra een weigering krijgen zonder doorverwezen te worden. Gelukkig kunnen deze mensen terecht bij het Brusselse ULteam (Uitklaring Levenseindevragen-team) waar Prof. dr. Wim Distelmans en zijn teamleden zonder enig vooroordeel luisteren naar hun vragen en helpen zoeken naar een oplossing. Een goede levenseindezorg met respect voor de levenseindebeslissing van het individu vormt dan ook een must en garantie voor een waardig levenseinde. Bovendien wil ik dan ook onze politici oproepen om eindelijk werk te maken van de door de bevolking gevraagde uitbreiding van de euthanasiewet.
Sylvain Peeters