fbpx
deMens.nu

Over euthanasie en het hellend vlak

Opgelet! Dit is een gearchiveerd bericht. Het is mogelijk dat er belangrijke afbeeldingen, links en/of video’s ontbreken.

Met verwondering stellen we vast dat de Belgische bisschoppen in hun opiniestuk van 2 maart in De Standaard stellen dat er sprake is van een hellend vlak bij de toepassing van euthanasie en dat ze vrezen voor de eliminatie van zwakkeren, in casu de dementen. Het debat laait opnieuw op naar aanleiding van het symposium van het LevensEinde InformatieForum (LEIF) over niet-aangeboren wilsonbekwaamheid en euthanasie op de medische campus te Jette op 21 februari laatstleden. Voor alle duidelijkheid: euthanasie kan slechts op verzoek van de patiënt die zelf de vraag naar euthanasie stelt of zijn wens formuleert in een voorafgaande wilsverklaring tegen het ogenblik dat hij zelf zijn wil niet meer kan uiten. Het verhaal van het hellend vlak werd weerlegd door wetenschappelijk onderzoek van de gerenommeerde onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met het Bioethisch Instituut van de Universiteit Gent rond de medische beslissingen bij het levenseinde in 2007 in Vlaanderen. Dit onderzoek gaat uit van een steekproef uit de aangiften van sterfgevallen en vormt een follow-up van studies in 1998 en 2001. Dit was het eerste onderzoek na de goedkeuring van de euthanasiewet in België in 2002 en geeft de impact van deze wet weer. Het totaal aantal medische handelingen bij het levenseinde blijkt toegenomen te zijn. In 47,8 % van alle overlijdens werd er minstens één medische beslissing genomen die een mogelijke impact kan hebben op het levenseinde (staken of niet instellen van zinloos geworden behandelingen, intensiveren van de pijn- en symptoombestrijding, euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek). Er werd geen stijging vastgesteld bij het totaal aantal handelingen van levensbeëindiging (euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek), maar in tegendeel een daling van 4,4 % in 1998 naar 3,8 % in 2007. Het aantal gevallen van euthanasie is gestegen (van 1,1 % naar 1,9 %). Het aantal levensbeëindigingen zonder het expliciete verzoek van de patiënt is echter gedaald (van 3,2 % naar 1,8 %). Deze onderzoeksresultaten weerleggen de theorie van het hellend vlak. De euthanasiewet gaf geen aanleiding tot excessen en heeft geleid tot meer overleg met de patiënt bij het beslissen tot levensbeëindiging met dodelijke middelen. In Vlaanderen werd wel een spectaculaire stijging vastgesteld van de palliatieve sedatie (kunstmatig in de coma houden tot aan de dood) van 8,2 % in 2001 naar 14,5 % in 2007. Deze medische beslissing is niet onderworpen aan een wettelijke controle zoals de euthanasie. We stellen ons dan ook ethische vragen bij deze stijging. Deze sedatie blijkt een containerbegrip te zijn en gebeurt al dan niet op verzoek van de patiënt en maskeert waarschijnlijk ook levensbeëindiging zonder verzoek. Sommige artsen die levensbeschouwelijke problemen met euthanasie hebben passen palliatieve sedatie toe. Bovendien ontneemt men weer vaak het beslissingsrecht aan de patiënt, met een risico op toenemend paternalisme van de artsen. Voor de voorstanders van de mogelijke uitbreiding van de euthanasiewet bestaat er geen discussie over de waardigheid van de dementerende mens en de nood aan een optimale palliatieve zorg. Op het symposium op 21 februari werd trouwens de LEIFtime Achievement Award 2015 toegekend aan enkele pioniers van de palliatieve zorg. Waar het hier om gaat is om het bepalen van de waardigheid van zijn eigen leven. Sommige mensen zullen bepaalde fases van dementie niet meer als menswaardig beschouwen en zien deze fases totaal niet zitten. Wie in een wilsverklaring bepaalde wensen uitdrukt over toekomstige fases in zijn leven drukt hierbij geen moreel oordeel uit over mensen die dit niet doen en tot het absolute einde wensen te leven. Sommige mensen lijden ondraaglijk bij het besef in een bepaalde fase terecht te komen. Het zelfbeschikkingsrecht en autonomie zijn fundamenteel. Zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut, omdat het tot gevolg kan hebben dat mensen in dezelfde situatie een andere keuze kunnen maken. Het is absoluut op het persoonlijke vlak, niet in maatschappelijk opzicht. Men probeert de omgeving te betrekken bij het beslissingsproces, maar de patiënt heeft het laatste woord als hij dit niet wenst, zoals wettelijk vastgelegd in de euthanasiewet en de wet betreffende de rechten van de patiënt. Het begrip relationele autonomie of autonomie- in- verbondenheid ondergraaft de autonomie van de patiënt. Voor veel mensen, ongeacht hun levensbeschouwing, vormt deze autonomie een gegeven waar niet aan te tornen valt. Wanneer men vanuit een bepaalde levensbeschouwing, het moeilijk heeft met het begrip autonomie en dit zelf niet wil toepassen, dan is dit hun recht. Deze visie aan andersdenkenden opleggen kan echter niet. Beseffen de bisschoppen dat voor een aantal gelovigen deze autonomie en het recht op zelfbeschikking onaantastbaar zijn? Wij betreuren het ook dat we de bisschoppen niet hoorden toen Professor Christine Van Broeckhoven een oproep deed naar aanleiding van de drastische terugschroeving van de budgetten voor wetenschappelijk onderzoek rond de ziekte van Alzheimer. Tot slot wensen we nog mee te geven dat uit een representatief bevolkingsonderzoek eind 2011 in de Benelux bleek dat 62 % van de Belgen vindt dat euthanasie moet kunnen bij verworven wilsonbekwamen, o.a. dementerenden, mits ze beschikken over een door hen zelf opgestelde voorafgaande wilsverklaring. Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nu ? Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw Prof. dr. Wim Distelmans, titularis leerstoel Waardig Levenseinde van deMens.nu aan de VUB Dit opiniestuk werd opgenomen in De Standaard van 3 maart 2015 onder de titel Mist of helderheid (de begeleiders wachten) Met verwondering stellen we vast dat de Belgische bisschoppen in hun opiniestuk van 2 maart in De Standaard stellen dat er sprake is van een hellend vlak bij de toepassing van euthanasie en dat ze vrezen voor de eliminatie van zwakkeren, in casu de dementen.Het debat laait opnieuw op naar aanleiding van het symposium van het LevensEinde InformatieForum (LEIF) over niet-aangeboren wilsonbekwaamheid en euthanasie op de medische campus te Jette op 21 februari laatstleden.Voor alle duidelijkheid: euthanasie kan slechts op verzoek van de patiënt die zelf de vraag naar euthanasie stelt of zijn wens formuleert in een voorafgaande wilsverklaring tegen het ogenblik dat hij zelf zijn wil niet meer kan uiten.Het verhaal van het hellend vlak werd weerlegd door wetenschappelijk onderzoek van de gerenommeerde onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde van de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met het Bioethisch Instituut van de Universiteit Gent rond de medische beslissingen bij het levenseinde in 2007 in Vlaanderen. Dit onderzoek gaat uit van een steekproef uit de aangiften van sterfgevallen en vormt een follow-up van studies in 1998 en 2001. Dit was het eerste onderzoek na de goedkeuring van de euthanasiewet in België in 2002 en geeft de impact van deze wet weer.Het totaal aantal medische handelingen bij het levenseinde blijkt toegenomen te zijn. In 47,8 % van alle overlijdens werd er minstens één medische beslissing genomen die een mogelijke impact kan hebben op het levenseinde (staken of niet instellen van zinloos geworden behandelingen, intensiveren van de pijn- en symptoombestrijding, euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek). Er werd geen stijging vastgesteld bij het totaal aantal handelingen van levensbeëindiging (euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek), maar in tegendeel een daling van 4,4 % in 1998 naar 3,8 % in 2007. Het aantal gevallen van euthanasie is gestegen (van 1,1 % naar 1,9 %). Het aantal levensbeëindigingen zonder het expliciete verzoek van de patiënt is echter gedaald (van 3,2 % naar 1,8 %). Deze onderzoeksresultaten weerleggen de theorie van het hellend vlak. De euthanasiewet gaf geen aanleiding tot excessen en heeft geleid tot meer overleg met de patiënt bij het beslissen tot levensbeëindiging met dodelijke middelen.In Vlaanderen werd wel een spectaculaire stijging vastgesteld van de palliatieve sedatie (kunstmatig in de coma houden tot aan de dood) van 8,2 % in 2001 naar 14,5 % in 2007. Deze medische beslissing is niet onderworpen aan een wettelijke controle zoals de euthanasie. We stellen ons dan ook ethische vragen bij deze stijging. Deze sedatie blijkt een containerbegrip te zijn en gebeurt al dan niet op verzoek van de patiënt en maskeert waarschijnlijk ook levensbeëindiging zonder verzoek. Sommige artsen die levensbeschouwelijke problemen met euthanasie hebben passen palliatieve sedatie toe. Bovendien ontneemt men weer vaak het beslissingsrecht aan de patiënt, met een risico op toenemend paternalisme van de artsen.Voor de voorstanders van de mogelijke uitbreiding van de euthanasiewet bestaat er geen discussie over de waardigheid van de dementerende mens en de nood aan een optimale palliatieve zorg. Op het symposium op 21 februari werd trouwens de LEIFtime Achievement Award 2015 toegekend aan enkele pioniers van de palliatieve zorg. Waar het hier om gaat is om het bepalen van de waardigheid van zijn eigen leven. Sommige mensen zullen bepaalde fases van dementie niet meer als menswaardig beschouwen en zien deze fases totaal niet zitten. Wie in een wilsverklaring bepaalde wensen uitdrukt over toekomstige fases in zijn leven drukt hierbij geen moreel oordeel uit over mensen die dit niet doen en tot het absolute einde wensen te leven. Sommige mensen lijden ondraaglijk bij het besef in een bepaalde fase terecht te komen.Het zelfbeschikkingsrecht en autonomie zijn fundamenteel. Zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut, omdat het tot gevolg kan hebben dat mensen in dezelfde situatie een andere keuze kunnen maken. Het is absoluut op het persoonlijke vlak, niet in maatschappelijk opzicht. Men probeert de omgeving te betrekken bij het beslissingsproces, maar de patiënt heeft het laatste woord als hij dit niet wenst, zoals wettelijk vastgelegd in de euthanasiewet en de wet betreffende de rechten van de patiënt. Het begrip relationele autonomie of autonomie- in- verbondenheid ondergraaft de autonomie van de patiënt. Voor veel mensen, ongeacht hun levensbeschouwing, vormt deze autonomie een gegeven waar niet aan te tornen valt. Wanneer men vanuit een bepaalde levensbeschouwing, het moeilijk heeft met het begrip autonomie en dit zelf niet wil toepassen, dan is dit hun recht. Deze visie aan andersdenkenden opleggen kan echter niet. Beseffen de bisschoppen dat voor een aantal gelovigen deze autonomie en het recht op zelfbeschikking onaantastbaar zijn?Wij betreuren het ook dat we de bisschoppen niet hoorden toen Professor Christine Van Broeckhoven een oproep deed naar aanleiding van de drastische terugschroeving van de budgetten voor wetenschappelijk onderzoek rond de ziekte van Alzheimer.Tot slot wensen we nog mee te geven dat uit een representatief bevolkingsonderzoek eind 2011 in de Benelux bleek dat 62 % van de Belgen vindt dat euthanasie moet kunnen bij verworven wilsonbekwamen, o.a. dementerenden, mits ze beschikken over een door hen zelf opgestelde voorafgaande wilsverklaring.Sylvain Peeters, voorzitter deMens.nu ? Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw Prof. dr. Wim Distelmans, titularis leerstoel Waardig Levenseinde van deMens.nu aan de VUBDit opiniestuk werd opgenomen in De Standaard van 3 maart 2015 onder de titel Mist of helderheid (de begeleiders wachten)