fbpx
deMens.nu

Moet het euthanasiedebat opnieuw gevoerd worden?

Opgelet! Dit is een gearchiveerd bericht. Het is mogelijk dat er belangrijke afbeeldingen, links en/of video’s ontbreken.

In ?TerZake? van dinsdag 2 februari 2016 werd het relaas gebracht van een jonge vrouw die euthanasie kreeg op basis van ondraaglijk psychisch lijden. De reportage met de getuigenissen van de twee zussen was schrijnend en te betreuren. Dit is één case en het is moeilijk om over een individueel geval uitspraken te doen. Hier dient het gerecht zijn taak te doen. Daarna volgde er een interview met psychiater Joris Vandenberghe (KUL). In het interview met Joris Vandenberghe werd de euthanasiewet in vraag gesteld. De lat zou niet hoog genoeg liggen. We achten het niet opportuun om op basis van één case de wet betreffende euthanasie in vraag te stellen. In de wet zijn voldoende grendels voorzien en er is dus niet opnieuw een debat of evaluatie nodig. De wet stelt dat euthanasie kan als: ?de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden?. Het gaat hier over jarenlange psychische behandeling. Het gaat hier over mensen die zeggen: ?Het kan niet meer.? Hierbij moeten we ook rekening houden met het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt. Ieder individu heeft het recht om over zijn leven en lichaam beslissingen te nemen. Euthanasie kan enkel op vraag van de patiënt. En niemand, laat ons hierover duidelijk zijn, is verplicht om van zijn recht op zelfbeschikking gebruik te maken. De wet betreffende euthanasie stelt ook: ?Indien de arts van oordeel is dat de patiënt kennelijk niet binnen afzienbare tijd zal overlijden, moet hij bovendien een tweede arts raadplegen, die psychiater is of specialist in de aandoening in kwestie,??. In totaal worden er drie artsen geraadpleegd. De grendel is hier ook in de wet ingesteld. Door één case is het ook niet opportuun om de professionaliteit van artsen, die bereid zijn om euthanasie uit te voeren, in vraag te stellen. Het is toch niet mogelijk te veronderstellen dat artsen lichtzinnig omspringen met de vraag naar euthanasie? In de wet betreffende euthanasie wordt de procedure goed georganiseerd en zijn er voldoende grendels om extremen tegen te gaan. Een persoonlijk, schrijnend relaas mag nooit aanleiding geven tot veralgemeningen en tot het hervormen van de wet. Dat lijkt ons niet meteen een goede werking in een democratie. Die democratie zou ook het wachten op een even sluitende wetgeving over palliatieve sedatie moeten inkorten. Sylvain Peeters, Voorzitter deMens.nu ? Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw Het opiniestuk werd door Belga geplaatst en overgenomen door de Metro krant digitaal. Klik hier om het artikel te bekijken. In ?TerZake? van dinsdag 2 februari 2016 werd het relaas gebracht van een jonge vrouw die euthanasie kreeg op basis van ondraaglijk psychisch lijden. De reportage met de getuigenissen van de twee zussen was schrijnend en te betreuren. Dit is één case en het is moeilijk om over een individueel geval uitspraken te doen. Hier dient het gerecht zijn taak te doen. Daarna volgde er een interview met psychiater Joris Vandenberghe (KUL). In het interview met Joris Vandenberghe werd de euthanasiewet in vraag gesteld. De lat zou niet hoog genoeg liggen.We achten het niet opportuun om op basis van één case de wet betreffende euthanasie in vraag te stellen. In de wet zijn voldoende grendels voorzien en er is dus niet opnieuw een debat of evaluatie nodig. De wet stelt dat euthanasie kan als: ?de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden?. Het gaat hier over jarenlange psychische behandeling. Het gaat hier over mensen die zeggen: ?Het kan niet meer.?Hierbij moeten we ook rekening houden met het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt. Ieder individu heeft het recht om over zijn leven en lichaam beslissingen te nemen. Euthanasie kan enkel op vraag van de patiënt. En niemand, laat ons hierover duidelijk zijn, is verplicht om van zijn recht op zelfbeschikking gebruik te maken. De wet betreffende euthanasie stelt ook: ?Indien de arts van oordeel is dat de patiënt kennelijk niet binnen afzienbare tijd zal overlijden, moet hij bovendien een tweede arts raadplegen, die psychiater is of specialist in de aandoening in kwestie,??. In totaal worden er drie artsen geraadpleegd. De grendel is hier ook in de wet ingesteld. Door één case is het ook niet opportuun om de professionaliteit van artsen, die bereid zijn om euthanasie uit te voeren, in vraag te stellen. Het is toch niet mogelijk te veronderstellen dat artsen lichtzinnig omspringen met de vraag naar euthanasie? In de wet betreffende euthanasie wordt de procedure goed georganiseerd en zijn er voldoende grendels om extremen tegen te gaan. Een persoonlijk, schrijnend relaas mag nooit aanleiding geven tot veralgemeningen en tot het hervormen van de wet. Dat lijkt ons niet meteen een goede werking in een democratie. Die democratie zou ook het wachten op een even sluitende wetgeving over palliatieve sedatie moeten inkorten.Sylvain Peeters, Voorzitter deMens.nu ? Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw Het opiniestuk werd door Belga geplaatst en overgenomen door de Metro krant digitaal. Klik hier om het artikel te bekijken.